4.4 De regering

• Maatschappijleer
• Middelbare school
• vmbo b, k
• Leerjaar 3

4.4 De regering

Welkom in de les

BK: blz 106

KGT: blz 90 werkboek

          blz 64 lesboek

4.4 De regering

doelen:

• Je kunt het verschil tussen regering en kabinet uitleggen.
• Je kunt uitleggen wat een minister, staatsecretaris en minister president doet..

• Je kunt uitleggen wat het verband is                                 tussen troonrede, miljoenennota en                      rijksbegroting. (KGT)

4.4 De regering

De regering

De regering bestaat uit de                                      koning en de ministers.

De koning heeft geen rol bij het uitvoeren van een wet.

Het kabinet wel, dat is het dagelijkes bestuur van ons land. Dit zijn de ministers en staatssecretarissen.

4.4 De regering

De regering

Een Minister is lid van de regering                                    en verantwoordelijk voor een eigen

onderwerp.

Een staatssecretaris is een soort assistent-minister die verantwoordelijk is voor een deel van de taken van de minister.

4.4 De regering

De regering

De Minister-president is de leider van het kabinet. deze wordt ook wel premier genoemd.   

Elke vrijdag komen de ministers bij elkaar.   

Ze werken veel samen.           

Ze stellen wetten voor.

4.4 De regering

4.4 De regering

Wat doet de koning?

Koning Willem-Alexander is het staatshoofd. 

• lid van de regering
• vrijwel geen macht.

taken:

• handtekening zetten onder alle wetten.
• de troonrede voorlezen.
• overleg met minister president.
• ons land vertegenwoordingen.
• ministers beëdigen

4.4 De regering (KGT)

Wat doet de koning?

Troonrede       hierin staat wat het kabinet heeft bereikt en wat de plannen voor het komende jaar zijn. 

miljoenennota       een gedetailleerd overzicht met alle plannen. (minister van financiën)

rijksbegroting       een overzicht van van alle inkomsten en uitgaven.

4.4 De regering

terugblik

• de regering
• ministers
• staatssecretarissen
• taak van de koning
• prinsjesdag
• troonrede (KGT)
• miljoenenota (KGT)

BK: Lees blz 106 goed door

        maak de opdrachten op blz 107-109  1 t/m 9

KGT: lees blz 64-65 goed door.

maak opdracht 1 t/m 8, 11, 12 (blz 90-93)