Les 9: Verkleinwoorden met aatje, ootje en uutje

De kleine versie van...

Bas - Basje

Eva -             
1 / 8
volgende
Slide 1: Tekstslide
SpellingSpeciaal OnderwijsLeerroute 4

In deze les zitten 8 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

De kleine versie van...

Bas - Basje

Eva -             

Slide 1 - Tekstslide

Wat leer je vandaag?
Ik kan verkleinwoorden met -aatje, -ootje en uutje schrijven.

Slide 2 - Tekstslide

Hoe zat het ook alweer?
Bij de les over apostrof s hebben we het gehad over woorden eindigend op een lange klank:

iglo - iglo's
cavia - cavia's
paraplu - paraplu's

Slide 3 - Tekstslide

Nu maken we ze kleiner
Hoor je een lange klank aan het einde (a, o of u)? 

Dan schrijf je het verkleinwoord met aatje, ootje of uutje.

Bijvoorbeeld:
auto - autootje

Slide 4 - Tekstslide

Oefenen
chocola
foto
paraplu
kassa
iglo
accu

Slide 5 - Tekstslide

Andere aandachtspunten
Je hoort t, je schrijft th.

Theelepel

Slide 6 - Tekstslide

Dictee
1. Luister goed naar de meester.
2. Denk goed na hoe je het woord schrijft.
3. Schrijf het woord op.
4. Controleer of je het goed geschreven hebt.

Slide 7 - Tekstslide

Controleer je antwoorden
1. bibliotheek
5. pianootje
2. methode
6. kathedraal
3. theorie
7. kilootje
4. parapluutje
8. omaatje

Slide 8 - Tekstslide