Beweging les 1 paragraaf 1

• Natuurkunde / Scheikunde
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 1

Welkom

Pak je laptop en open LessonUp!

Schrift/boek/pen/potlood/geodriehoek/rekenmachine op tafel

Petten af

Vorige (theorie)les

Toets gehad!

Nieuw hoofdstuk

Beweging!

Beweging

Snelheid

Iedereen kan snelheid berekenen

Als je 1 seconde doet over 100 meter lopen, ga je 100 meter per seconde!

Als je over 5 km een uur doet, ga je 5 kilometer per uur!

Wat als je 100 meter in 5 seconde gaat?
Wat als je 2 km in een kwartier gaat?

km/h en m/s

Er is een manier om makkelijk van kilometer per uur naar meter per seconde te gaan.

Maar jullie moeten wel snappen waarom!

Is 5 km/h wandelen, meer dan 5 m/s of minder dan 5 m/s

1. meer
2. minder

km/h en m/s

1 kilometer is 1000 meter

1 uur is 60 minuten

60 minuten is 3600 seconden

eens?

km/h en m/s

1 km = 1000 m

1 h = 3600 s

Stel je loopt 1 meter per seconde. 

Hoeveel kilometer per uur is dat?

km/h en m/s

1 km = 1000 m

1 h = 3600 s

Stel je loopt 1 meter per seconde. 

Hoeveel kilometer per uur is dat?

km/h en m/s

1 m = 0,001 km

Dus 0,001 km per seconde, toch?

km/h en m/s

1 m = 0,001 km

Dus 0,001 km per seconde, toch?

Dat is dan 0,001 × 60 = 0,060 km per minuut

Dat is dan 0,060 × 60 = 3,6 km per uur

Te volgen?

km/h en m/s

1 m = 0,001 km

0,001 × 3600 = 3,6 km/h

1 m/s is dus gelijk aan 3,6 km/h

Hoeveel zou dan 2 m/s zijn?

Schrijf van deze snelheden de m/s of km/h op:
5 m/s, 10 m/s, 20 m/s, 10 km/h

Snap je mijn uitleg niet?

Kijk op bladzijde 115 in je boek en bekijk die voorbeeldsom

Dit legt het op een andere manier uit.

Maak nu de volgende vragen

Op bladzijde 117 (dus paragraaf 1)

3, 4, 5

De opdrachten mogen zonder verhoudingstabel, maar MOETEN met berekening

Schrijf de antwoorden op in je schrift

Over 10 minuten bespreken wij de antwoorden

Noteer de antwoorden van 3, 4, 5

Maak nu de volgende vragen

Op bladzijde 117 (dus paragraaf 1)

6, 7, 8, 9

Schrijf de antwoorden op in je schrift

Over 25 minuten bespreken wij de antwoorden

Noteer de antwoorden van 6, 7, 8 en 9

Klaar?

Lees paragraaf 1 en maak de overige opdrachten voor 1 t/m 9

Huiswerk

Lezen paragraaf 1; gaat ook nog over eenparige bewegingen en constante snelheid en dergelijke

maken 1 t/m 9

Al af? Maak opdrachten van paragraaf 2, nadat je dit gelezen hebt