Verhoudingen

Verhoudingen
1 / 14
volgende
Slide 1: Tekstslide
RekenenMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 14 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 15 min

Onderdelen in deze les

Verhoudingen

Slide 1 - Tekstslide

Doel van de les
- Je leert verhoudingen herkennen.
- Je herkent verhoudingen die gelijk zijn aan elkaar.
- Je leert rekenen met verhoudingen.

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Link

Verhoudingen
Verhoudingen geven aan hoe twee (of meer) grootheden zich tot elkaar verhouden. 
Je komt ze veel tegen, bijvoorbeeld bij het koken.

Voorbeeld
Voor 4 personen heb je 300 gram noedels nodig. Je gaat koken voor 8 personen. Hoeveel gram noedels heb je nodig?

                                                                

Slide 5 - Tekstslide

Voor 4 personen heb je 300 gram noedels nodig. Je gaat koken voor 8 personen. Hoeveel gram noedels heb je nodig?

Twee keer zoveel personen dus twee keer zoveel noedels
= 600 gram

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

6 appels kosten in
de winkel € 2,10

Hoeveel kosten 3 appels?

Slide 10 - Tekstslide

Maken:
5.1 en 5.2 (blz. 150 t/m 157)

Slide 11 - Tekstslide

De verhouding 5 : 15 hoort bij...
A
1:2
B
1:3
C
1:4
D
1:5

Slide 12 - Quizvraag

De kaas kost € 2,30 per 100gram.
Indy koopt 300 gram. Hoeveel moet ze betalen?
A
€ 4,60
B
€ 6,90
C
€ 1,10
D
€ 6,60

Slide 13 - Quizvraag

De verhouding 4 : 8 hoort bij...
A
1:3
B
1:5
C
1:2
D
1:6

Slide 14 - Quizvraag