11.4 Evolutie

Startopdracht
  1. Vaste plekken
  2. Mobiel in je tas of in de telefoontas
  3. Boek, schrift en pen op tafel
Startopdracht


  • Mobiel in je kluis
  • Oortjes uit
  • Jas aan de kapstok
  • Boek, schrift en pen op tafel
1 / 25
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 4

In deze les zitten 25 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Startopdracht
  1. Vaste plekken
  2. Mobiel in je tas of in de telefoontas
  3. Boek, schrift en pen op tafel
Startopdracht


  • Mobiel in je kluis
  • Oortjes uit
  • Jas aan de kapstok
  • Boek, schrift en pen op tafel

Slide 1 - Tekstslide

wat gaan we vandaag doen? 
-11.4/11.5 Uitleg
-aan het werk 
-Afsluiten

Slide 2 - Tekstslide

Hoofdstuk 11 Erfelijkheid en  Evolutie

Slide 3 - Tekstslide

Wat is evolutie?

Slide 4 - Tekstslide

Lesdoelen
  • Kunnen vertellen wat de evolutietheorie is en wie de bedenker is van deze theorie.

  • Het verschil kunnen uitleggen tussen kunstmatige en natuurlijke selectie.

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Video

Evolutietheorie
  • De evolutietheorie van Darwin is een theorie die zegt dat de aarde en haar bewoners voortdurend veranderen.

  • Een ras is een groep individuen van dezelfde soort die er ongeveer hetzelfde uitzien.

Slide 7 - Tekstslide

Kunstmatige selectie
  • Een fokker of kweker selecteert organismen met bepaalde eigenschappen. Deze kruist hij.

  • Uit de nakomelingen kiest hij weer de beste.

  • Dit proces heet veredelen of kunstmatige selectie.

Slide 8 - Tekstslide

Natuurlijke selectie
  • Door een variatie in fenotype zijn er veel verschillende soorten slakken. Dit komt o.a. door erfelijke variatie.

  • De organismen die goed zijn aangepast overleven en kunnen zich voortplanten. Dit noem je natuurlijke selectie.

Slide 9 - Tekstslide

Natuurlijke selectie

Slide 10 - Tekstslide

Lesdoelen

  • Kunnen uitleggen wat evolutie is.

  • De 3 voorwaarden voor evolutie kunnen benoemen.

Slide 11 - Tekstslide

Erfelijke variatie
  • Erfelijke variaties ontstaan door mutaties (veranderingen in het DNA).

  • Hierdoor kunnen er andere genotype en fenotype ontstaan.

  • Hiernaast zie je een voorbeeld van een mutatie. Een albino kangoeroe

Slide 12 - Tekstslide

Evolutie
  • Het fenotype van een groep slakken kan in vrij korte tijd veranderen. Er is hier dan nog geen nieuwe soort ontstaan.

  • Het ontstaan van een nieuwe soort kan miljoenen jaren duren.

  • Het langzaam ontstaan van de ene soort uit de andere soort heet evolutie.

Slide 13 - Tekstslide

Evolutie van het paard

Slide 14 - Tekstslide

3 voorwaarden
  • Er zijn 3 voorwaarden voor evolutie:

  1. Er is variatie binnen een soort.

  1. De variatie binnen een soort is erfelijk.

  1. Er is (natuurlijke) selectie.

Slide 15 - Tekstslide

11.5 Verwantschap
Je weet hoe fossielen zijn ontstaan.
Je kunt verwantschap uit een verwantschapsschema lezen.

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Video

Leven op aarde
Wetenschapper denken dat de aarde ong. 4,5 miljard jaar oud is en dat het eerste leven 3,5 miljard jaar geleden ontstond.

1. Eerste 2,5 miljard jaar: alleen eencellige organismen in het water.
2. 900 miljoen jaar geleden: meercellige organismen ontstaan (alg + kwal)
3. 450 miljoen jaar geleden: eerste gewervelde dieren (vis + landplant)
4. 400 miljoen jaar geleden: eerste landdieren

Slide 18 - Tekstslide

Slide 19 - Tekstslide

Fossielen
Fossielen zijn overblijfselen van organismen. Vaak zijn het harde delen die overblijven.

Het ontstaan van fossielen
1. Dood dier zinkt naar de bodem van de zee. De zachte delen verrotten.
2. De harde delen worden bedekt door steeds nieuwe lagen van zand en klei.
3. De lagen zand en klei worden samengeperst tot steen (verstenen)
4. De steenlagen verschuiven waardoor het fossiel omhoog komt.

Slide 20 - Tekstslide

Fossielen
Fossielen zijn overblijfselen van organismen. Vaak zijn het harde delen die overblijven.

Slide 21 - Tekstslide

Verwantschap
De verwantschap tussen soorten laat je zien in een verwantschapsschema.
Het laat ook de gemeenschappelijke voorouders zien.

Slide 22 - Tekstslide

A
C
B
D
E
Wat is de gemeenschappelijke voorouder van Gibbon en Mens?

Slide 23 - Sleepvraag

Waar bevind de gemeenschappelijke voorouder zich?
Apen en knaagdieren
Halfapen en tupaia
Knaagdieren en hazen

Slide 24 - Sleepvraag

Aan de slag
Maken: opdracht 1 t/m 26 paragraaf 11.4
Lezen: blz. 131 t/m 142

Slide 25 - Tekstslide