H1 & H31

1 / 25
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

In deze les zitten 25 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Tekstslide

Deze video is niet meer beschikbaar
Welke video was dit?

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Tekstslide

Huiswerk H1 opdracht 1, blz. 6
  • a verbale communicatie
  • b non-verbale communicatie
  • c non-verbale communicatie
  • d non-verbale communicatie
  • e non-verbale communicatie
  • f verbale communicatie

Slide 16 - Tekstslide

Huiswerk H1 opdracht 2, blz. 6
  • a ‘Jij doet toch communicatie?’ kan betekenen: ‘jij studeert toch iets met communicatie?’ of ‘jij
  • communiceert toch?’.
  • b Als je niets zegt, communiceer je wel. Je communiceert dan non-verbaal

Slide 17 - Tekstslide

Huiswerk H1 opdracht 3, blz. 7
  • a Bijvoorbeeld: Een politicus die de verkiezingen heeft gewonnen, heeft een ontspannen en blije gezichtsuitdrukking (lacht veel), heeft een zelfverzekerde houding (hij staat rechtop, heeft zijn schouders naar achteren en zijn kin omhoog), gebruikt grootse gebaren (die benadrukken wat hij zegt), heeft een luide stem en praat snel.
  • b Bijvoorbeeld: Een politicus die de verkiezingen heeft verloren, heeft een serieuzere gezichtsuitdrukking, heeft een minder energieke houding, gebruikt minder gebaren, en heeft een minder opzwepende en snelle stem.

Slide 18 - Tekstslide

Huiswerk H1 opdracht 7, blz. 8
  • a Eigen antwoord.
  • b Bijvoorbeeld:
  • - Boosheid: gefronste wenkbrauwen, samengeperste lippen (of juist zichtbare tanden), felle ogen.
  • - Vreugde: ontspannen wenkbrauwen, lachende mond, lachrimpeltjes naast je ogen.
  • - Verdriet: gefronste wenkbrauwen, pruilende mond (mondhoeken wijzen omlaag), wellicht tranende ogen.
  • - Angst: wenkbrauwen omhoog, grote ogen, eventueel open mond.
  • - Afschuw: gefronste wenkbrauwen, neus omhoog, kleinere ogen (moeilijk kijken), eventueel tong uitsteken.
  • - Verrassing: wenkbrauwen omhoog, grote ogen, open mond.
  • c Dit gaat minder makkelijk dan bij de zes basisemoties. Meer ingewikkelde emoties hebben niet één gezichtsuitdrukking die bij de emotie hoort. 

Slide 19 - Tekstslide

Huiswerk H1 opdracht 8, blz. 9
  • a Bijvoorbeeld: Ze lijkt verdrietig.
  • b Bijvoorbeeld: Haar handgebaren komen niet overeen met de emotie verdriet.
  • c Bijvoorbeeld: Ja, waarschijnlijk heeft ze haar tenniswedstrijd gewonnen en voelt ze zich blij of opgelucht, in plaats van verdrietig.
  • d Het kan lastig zijn om emoties te herkennen enkel op basis van gezichtsuitdrukkingen. Vaak is het nodig om ook op non-verbale communicatie te letten.

Slide 20 - Tekstslide

Huiswerk H31 opdracht 1, blz. 127
  • Er wordt in Mozambique Portugees gesproken, omdat Mozambique vroeger een Portugese kolonie was. 

Slide 21 - Tekstslide

Huiswerk H31 opdracht 2, blz. 127
  • pan (i) – cantar (a) (Spaans)
  • pain (b) – chanter (k) (Frans)
  • Brot (c) – singen (h) (Duits)
  • bread (e) – sing (f) (Engels)
  • хліб (g) – співай (d) (Oekraïens)
  • хлеб (j) – спеть (l) (Russisch)

Slide 22 - Tekstslide

Huiswerk H31 opdracht 3, blz. 127
  • In Zwitserland worden zoveel verschillende talen gesproken, omdat het land omringd wordt door Frankrijk, Duitsland, Oostenrijk, Liechtenstein en Italië. Door de nabijheid kunnen er gemakkelijk talen worden overgenomen. 

Slide 23 - Tekstslide

Huiswerk H31 opdracht 4, blz. 127
  • België heeft een Franssprekend gebied en een Vlaamssprekend gebied. De woorden ‘confituur’ en ‘gazet’ zijn duidelijk beïnvloed door het Frans. 

Slide 24 - Tekstslide

Slide 25 - Tekstslide