Grammar Can/Can't - Days/Months

Welcome to the English Class...
1 / 33
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMiddelbare schoolmavoLeerjaar 1

In deze les zitten 33 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Welcome to the English Class...

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Let's Begin... 
  • grammar can / can't - telling time - dates - much/many 

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Learning goals 
  •  You can formulate sentences using can/ can't.
  • You can write dates correctly 
  • You can describe the difference between cardinal and ordinal numbers
  • I can use have got in sentence



Slide 3 - Tekstslide

Leerlingen schrijven de vertaling op p. 58 in hun WB in lege ruimte.
Loop rond om te checken of leerlingen regel van 'can + hele ww' goed toepassen.
Valkuil woordvolgorde: You can a chat message write. Letterlijke vertaling vanuit Nederlandse zin.
SPELLING: TREE OR THREE?

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Can = kunnen, kan, kunt
? zin: Can I ask questions? 
+ zin: Yes, I can ask questions  
- zin: No, I can't ask questions. 

Regel:  'Can + hele werkwoord'
'Can' verandert nooit van vorm.  

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Vul in can / can't
She ............(do) her homework. She doesn't understand grammar.
A
can do
B
can't do
C
can does
D
can't does

Slide 6 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

can /can't
I ... swim, I am afraid of water!
A
can
B
can't

Slide 7 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

can / can't
My sister ... swim really well, she's the best swimmer ever!
A
can
B
can't

Slide 8 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

0

Slide 9 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Wat weet je al over rangtelwoorden?
Hoe zeg je eerste, tweede en derde in het Engels?
A
first, twoth, thirth
B
first, second, thirth
C
frist, second, threeth
D
first, second, third

Slide 10 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Ordinals - numerals
Ordinals zijn rangtelwoorden. Hiermee geef je iets of iemand zijn plek of rang aan.
Eerste, tweede, derde, zesde, tiende.

Numerals zijn gewoon nummers. Deze gebruik je om te rekenen, te tellen of hoeveelheden aan te geven.
Eén, zes, drie, acht, drieëntwintig 

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Today is the _____ of November. (zesde)

Slide 13 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Tomorrow is the ____________ of November. (zevende)

Slide 14 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

My birthday is on the _________ of May. (eerste)

Slide 15 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

It is on the ________ floor. (negentiende)

Slide 16 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Hoe maak je de rangtelwoorden vanaf 20?


21e = twenty-first
32e = thirty-second
43e = forty-third
54e= fifty- fourth 
etc.!

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

spelling van de tigste-tallen: twintigste, dertigste, veertigste etc. 

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

78e

Slide 19 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

90e

Slide 20 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 21 - Tekstslide

Cardinals - 
Maak het rijtje af...

monday, tuesday, wednesday......
A
thursday, Friday, sunday, saturday
B
tuesday, Friday, saturday, sunday
C
Friday, Saturday, sunday
D
Thursday, Friday, Saturday, Sunday

Slide 22 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Text
Text
Match the days and months in Dutch to the ones in English
Donderdag
Maandag
Vrijdag
Februari
Mei
Friday
May
Thursday
February
Monday

Slide 23 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

In the following slides, you will see dates. I want YOU to write down what date it is.

For example

ANSWER:
It is the FOURTH of August 
(you only need to write down the rangtelwoord)

Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies




WHAT IS THE DATE?

Slide 25 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies




WHAT IS THE DATE?

Slide 26 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

much & many

Slide 27 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

I don't have much / many time for sports this week. 
Does this shop has much / many products? 
John doesn’t always have much / many books in his bag.
How much / many homework have you got?
MUCH
MUCH
MANY
MANY

Slide 28 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

much / many / a lot of 
countable
uncountable
popcorn
sand
pencil
table
friend
laptop
time
money

Slide 29 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

much/many?
............... love
A
much
B
many

Slide 30 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

much/many?

.................. people
A
much
B
many

Slide 31 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Ik snap much/many
A
Yep
B
Nope

Slide 32 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

much/many
................. monkeys
A
much
B
many

Slide 33 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies