leçon 17_vwo

Bonjour !
1 / 19
volgende
Slide 1: Tekstslide
FransMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

In deze les zitten 19 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Bonjour !

Slide 1 - Tekstslide

Le programme:
        Aujourd'hui (=vandaag) :
  • Corriger le proefwerk du thème 1
  • Pratiquer les "bezittelijke voornaamwoorden"
  • Parler d'une maison
leçon 17

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

Welke Franse bezittelijk
voornaamwoorden weet je nog?

Slide 4 - Woordweb

In welke zin is het juiste bezittelijk voornaamwoord gekozen?
A
Mon père parle beaucoup.
B
Ma père parle beaucoup.
C
Mes père parle beaucoup.

Slide 5 - Quizvraag

Vertaal het bezittelijk voornaamwoord tussen haakjes.
Kies het goede bezittelijk voornaamwoord.

_________ (zijn) oncles
A
ton
B
tes
C
son
D
ses

Slide 6 - Quizvraag

Het bezittelijk voornaamwoord past zich aan, aan het woord dat erachter staat
A
waar
B
niet waar

Slide 7 - Quizvraag

Welke bezittelijke voornaamwoorden heb je
voor 'jouw'?
A
son, sa, ses
B
mon, ma, mes
C
ton, ta, tes

Slide 8 - Quizvraag

Vertaal het bezittelijk voornaamwoord tussen haakjes.
Kies het goede bezittelijk voornaamwoord.

_________ (jouw) mère
A
ton
B
ta
C
son
D
sa

Slide 9 - Quizvraag

Vertaal het bezittelijk voornaamwoord tussen
haakjes. Kies het goede bezittelijk voornaamwoord.

_________ (mijn) tante
A
ma
B
ta
C
mon
D
son

Slide 10 - Quizvraag

Kies het juiste bezittelijk voornaamwoord:
...... parents sont divorcés.
A
Mon
B
Mes
C
Ma

Slide 11 - Quizvraag

Vertaal het bezittelijk voornaamwoord tussen haakjes.
Kies het goede bezittelijk voornaamwoord.

_________ (mijn) tante
A
ma
B
ta
C
mon
D
son

Slide 12 - Quizvraag

Vertaal het bezittelijk voornaamwoord tussen haakjes.
Kies het goede bezittelijk voornaamwoord.

_________ (zijn) soeur
A
sa
B
ton
C
son
D
ta

Slide 13 - Quizvraag

Vertaal het bezittelijk voornaamwoord tussen haakjes.
Kies het goede bezittelijk voornaamwoord.

_________ (zijn) oncle
A
ton
B
tes
C
son
D
ses

Slide 14 - Quizvraag

Vertaal het bezittelijk voornaamwoord tussen haakjes.
Kies het goede bezittelijk voornaamwoord.

_________ (haar) oncle
A
leur
B
tes
C
son
D
ses

Slide 15 - Quizvraag

Exercice A page 21
Faire l'exercice B page 21
  1. ma chambre
  2. ta mère
  3. son père
  4. son ami
  5. tes amis
  6. sa soeur
  7.  son frère
  8. mes parents
  9. sa fille
  10. ton chien
  11. mon ordinateur
  12. son oncle

Slide 16 - Tekstslide

Bravoure : échange de maison
Hoofdstuk 2 > 2.1:
  • 11
  • Vous préférez quelle maison ?

Slide 17 - Tekstslide

Supplément
  • Parlez français 1 : page  19
  • Dialogue 1 pages 19 + 20

Slide 18 - Tekstslide

Les devoirs : 
  • Apprendre: StudyGo voca 2-2 F-N
  • Faire: Bravoure > Hoofdstuk 2 > 2.1 > 12 + 14 + 15

Slide 19 - Tekstslide