Evangeliën - Les 6 - H3 - HV2

• Godsdienst
• Middelbare school
• havo, vwo
• Leerjaar 2

Bij binnenkomst:

Jas: Kluis of kapstok

Telefoon: in de bak

Rustig zitten op je plek

tassen op de grond (laptop in tas)

moduleboek Evangeliën 

schrift op tafel / pen

Bij vertrek:

Neem al je spullen mee

(ook de telefoon)

Schuif stoel aan

Zet tafel recht

Rommel in de prullenbak

Papier in de papierbak

Laat je plek netjes achter

Evangeliën

H3: Lijden, sterven

en opstanding

Lukas 24 vanaf vers 13-35

Wie is Jezus?

Leerdoelenquiz

Wat gebeurt er op Witte Donderdag?

1. Jezus is jarig
2. Jezus wordt gekruisigd
3. Jezus gaat verhuizen
4. Jezus viert het Laatste Avondmaal

Wat herdenken we op Goede Vrijdag?

1. Jezus wordt gekruisigd
2. Jezus staat op uit de dood
3. Jezus viert zijn verjaardag
4. Jezus viert het laatste avondmaal

Hoe wordt de zondag voor Pasen genoemd?

1. Stille Zondag
2. Goede Zondag
3. Palmzondag
4. Witte Zondag

Goede Vrijdag heet zo, omdat...

1. Het goed was om een oproerkraaier als Jezus op te hangen
2. Pilatus op die dag nog eens iets goeds deed voor de Joden
3. Jezus stierf voor de zonden van de mensheid
4. Het goed is om op vrijdag geen vlees, maar vis te eten

Leerdoelen

A. Je kunt de gebeurtenissen uit de lijdensweek van Jezus opnoemen én uitleggen welke christelijke feesten bij het lijden horen

B. Je kunt uitleggen waarom Jezus moest lijden en sterven.

C. Je kunt 4 betekenissen van Jezus zelfopoffering aan het kruis benoemen.

D. Je kunt de gevolgen van Jezus' opstanding voor Hemzelf en voor ons benoemen.

Lees paragraaf 3a, 3b en 3c

ook bladzijde 28!

Aan de slag!

opdracht 3.1

opdracht 3.2

opdracht 3.3

Opdracht 3.6

0

Tweetallen

Lezen: paragraaf 3.C

Maken: Opdracht 3.7 (niet keuzeopdracht!)

Maken: Opdracht 3.9

Maken: Opdracht 3.11

3.2

a. Jezus heeft heel Zijn leven in meer dan één betekenis smart en ellende gekend. Hij heeft de zonden van anderen gedragen, zelf was Hij onschuldig.

b. Eigen antwoord.

c. Ze haten Hem om Zijn populariteit en Zijn scherpe boodschap. Ze willen God blijven dienen op hun eigen manier.

d. Eigen antwoord.

3.6

a. Petrus: zegt dat hij Jezus nooit zal verlaten, maar valt wel in slaap.          Judas: verraadt Jezus.

b. Bedroeft en angstig (vers 37)

c. Zo zouden de profetische geschriften in vervulling gaan. De Messias moest deze weg alleen gaan.

3.9

a. In de Joodse wet staat dat op een gehangene Gods vloek rust. Jezus, die aan het kruis hangt, is dus vervloekt.

b. Jezus de Nazireeër, de koning van de Joden

c. Jezus hangt letterlijk tussen hemel en aarde, maar daarnaast bemiddelt Hij bij God voor ons mensen.

3.7

a. Dit was al voorspelt door Jesaja. Zo gaat die profetie in vervulling.

b. Hij is bang voor de gevolgen. Hij wil niet vertellen dat hij bij Jezus hoort.

c. Jezus, zonder zonde, heeft geleden voor de zonden van de mensheid. Dit deed Hij niet zomaar, maar zo bracht Hij ons weer bij God.

d. Jezus moest lijden, maar zou overwinnen en de volle heerlijkheid ontvangen.

3.11

a. Jezus stierf op deze vrijdag. Maar, daardoor werd de schuld die wij bij God hadden, weggenomen. Daarom is het voor ons een Goede Vrijdag.

b. Voldoening: de schuld over de zonden wordt door Jezus aan het kruis betaald. // Verzoening: de relatie tussen God en mens, die was verbroken door de zonden, wordt weer hersteld door Jezus’ offer.

c. Hij neemt onze zonden op en droeg met Zijn dood onze straf // Hij bevrijdt ons uit de macht van zonden en kwaad // Hierdoor krijgen wij vrede, vrijheid en gerechtigheid // Hierdoor wordt de relatie tussen God en mens hersteld // Hij geeft ons een nieuw en eeuwig leven.

d. Daarmee laten zij zien dat ze een volger zijn van Christus, de gekruisigde. Het kruis is een teken van redding.

3.3

a. Jezus moest niet zomaar, het was de wil van God zodat Hij in Jeruzalem gekruisigd zou worden voor onze zonden.

b. Petrus dwarsboomt op die manier eigenlijk Gods wil en weg. Door Zijn uitspraken zou hij Jezus nog van de goede weg afbrengen.

Wat betekent Jezus' sterven voor jouzelf?

Stelling 1:

Ook zonder in de opstanding te geloven, kun je christen zijn. 

Stelling 2:

Om te geloven in Jezus, wil ik eerst bewijs hebben van zijn opstanding

Aan de slag!

• Lees 3.D (ook tussen de opdrachten)
  
• maak 3.13, 3.15 en 3.16

3.16

a. Eigen antwoord

b. Je oude leven met alle zonden worden begraven en je staat op in een nieuw leven om God te dienen.

c. Dat wij bij Zijn terugkomst ook zullen opstaan uit de dood.

3.15

a. Hij triomfeert over de dood en de macht van de zonde

b. Eigen antwoord

3.13

a. Eigen antwoord.

b. Daarmee zien we dat Jezus echt gestorven is en door de dood heen is gegaan.

c. Het geloof (Jezus geeft om mij) betekent dat ik opzoek ga naar anderen (ik geef om hen)

Als Jezus Christus werkelijk uit de dood is opgestaan , wordt het christendom goed nieuws voor de hele wereld (…)

- N.T. Wright

kijk en luistervragen

schrijf in je schrift de dagen en gebeurtenissen op

zondag-zondag: 

Palm-zondag / Witte-donderdag / 

Goede-Vrijdag / Stille-zaterdag / Paas-zondag

A. Je kunt de gebeurtenissen uit de lijdensweek van Jezus opnoemen + welke christelijke feesten hierbij horen.

De lijdensweg gaat Jezus vrijwillig, het hoort bij Gods reddingsplan:

• Jezus wordt als een koning Jeruzalem binnengehaald (Palmzondag)
• Jezus houdt Zijn laatste avondmaal met Zijn leerlingen (Witte donderdag)
• Jezus wordt verraden en gevangen genomen. (Witte donderdag)
• Jezus wordt schuldig bevonden en gekruisigd. (Goede Vrijdag)
• Jezus wordt dood in zijn graf gelegd. (Stille zaterdag)
• Jezus staat op uit de dood. De dood gaat aan Hem voorbij. (Paaszondag) 

 B. Je kunt uitleggen waarom Jezus moest lijden en sterven

Waarom is Goede Vrijdag een goede vrijdag?

• Jezus neemt alle zonden op Zich tijdens Zijn kruisiging.
  
• Hij droeg onze straf.
  
• Jezus liefde is: Hij werd door God verlaten, zodat wij nooit meer verlaten zouden worden.
  
• Jezus verslaat aan het kruis: de zonde, het kwaad en de dood.
  
• Zijn sterven voldoet aan de straf, zodat wij verzoend worden met God
  

C. Je kunt vier betekenissen van Jezus' zelfopoffering aan het kruis noemen

1. De schuld wordt betaald (voldoening) ;

2. De relatie tussen God en wordt hersteld (verzoening);

3. Jezus verlost van de zonde en de macht van de duivel;

4. Jezus geeft een nieuw en eeuwig leven.

Dit kun je vinden op blz. 30 van je boek

Huiswerk

Woensdag 13 dec.: Rep. H1-3

• Leerdoelen
• Begrippen
• Aantekeningen