les 17 december 3vt

1 / 28
volgende
Slide 1: Tekstslide
DuitsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

In deze les zitten 28 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Was machen wir heute?

  • Hausaufgaben kontrollieren 

  • Grammatik wollen en wissen in tegenwoordige tijd (herhaling)

  • Grammatik wollen en wissen in verleden tijd

  • Weihnachtsquiz

Slide 2 - Tekstslide

Hausaufgaben kontrollieren
Aufgaben 18 t/m 22 Grammatik


Welche Aufgaben fandst du schwierig?

Slide 3 - Tekstslide

Aufgabe 18
1. mag
2. Müsst
3. Wissen
4. kann
5. darf
6. Willst
7. könnt
8. muss

Slide 4 - Tekstslide

Hoe vervoeg je wollen en wissen in de tegenwoordige tijd?
Schrijf de 2 rijtjes in je schrift op.
timer
4:00

Slide 5 - Tekstslide

Hoe vervoeg je wollen en wissen in de tegenwoordige tijd?
ich will
du willst
er / sie / es will

wir wollen
ihr wollt
sie / Sie wollen
ich weiß
du weißt
er / sie / es weiß

wir wissen
ihr wisst
sie / Sie wissen

Slide 6 - Tekstslide

De werkwoorden wollen en wissen in de verleden tijd
ich wollte
du wolltest
er / sie / es wollte

wir wollten
ihr wolltet
sie / Sie wollten
ich wusste
du wusstest
er / sie / es wusste

wir wussten
ihr wusstet
sie / Sie wussten

Wat valt je op aan de stam?
Wat valt op aan de er / sie / es vorm?

Slide 7 - Tekstslide

Hausaufgaben
Machen 23, 24, 25, 26
timer
5:00

Slide 8 - Tekstslide

Weihnachtsquiz

Slide 9 - Tekstslide

Der Weihnachtsmann
Das Rentier
Die Weihnachtselfe

Slide 10 - Sleepvraag

Last Christmas..... wat zingen ze in het Duits?
A
Lëtzte Weihnacht
B
Abgelaufen Weihnacht
C
Am Weihnachten
D
Letzte Weihnacht

Slide 11 - Quizvraag

Wie nennt man den "kerstman"in Deutschland
A
Nikolaus
B
Nicolaas
C
Weihnachtsmann
D
Christkind

Slide 12 - Quizvraag

In welchem Land wünscht man "Bon Noël"
A
Deutschland
B
Niederlande
C
Spanien
D
Frankreich

Slide 13 - Quizvraag

Welche Tiere ziehen den Schlitten von Weihnachtsmann?
A
Huskies
B
Pferde
C
Rentiere

Slide 14 - Quizvraag

Zoek de juiste combinatie
der Weihnachtsbaum
das Geschenk
der Christbaumkugel
das Renntier
der Schlitten
die Glocke
die Kerze

Slide 15 - Sleepvraag

Woran erkennt man das Rentier "Rudolph"?
A
Silberne Hufe
B
roter Mund
C
goldene Augen
D
rote Nase

Slide 16 - Quizvraag

Was ist ein typisches Weihnachtsgebäck?
A
Schokokuss
B
Ostereier
C
Christstollen

Slide 17 - Quizvraag

Was feiert man zu Weihnachten?
A
Die Engel heiraten
B
Geburt von Jesus Christus
C
Rentiere haben Geburtstag.

Slide 18 - Quizvraag

Plätzchen und so: maak de juiste combinatie
Krapfen
Stollen
Linzer Plätzchen
Spekulatius
Zimtsterne

Slide 19 - Sleepvraag

Die Zeit vor Weihnachten heißt ...
A
Heiligabend
B
Advent
C
Weihnachten
D
Nikolaus

Slide 20 - Quizvraag

Es ist (fast) Weihnachten
A
praten
B
tot
C
toen
D
bijna

Slide 21 - Quizvraag

In Welchem Monat ist Weihnachten?
A
Juli
B
September
C
Dezember
D
Januar

Slide 22 - Quizvraag

Wat zie je veel in Duitsland voorafgaand aan kerst?
A
Kerstdorpen
B
Kerstmarkten
C
Kerstspelen
D
Kerstboomveilingen

Slide 23 - Quizvraag

vertaal: kerst
A
Weihnachten
B
Weihnacht
C
Silvester
D
weihnachten

Slide 24 - Quizvraag

vertaal: oudejaarsdag
A
Weihnachten
B
Silvester
C
Ostern
D
Winter

Slide 25 - Quizvraag

Vornehmens für 2025

Slide 26 - Woordweb

Neujahrswunsch für deine Klasse

Slide 27 - Woordweb

Slide 28 - Tekstslide