In deze les zitten 19 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Lesduur is: 45 min
Onderdelen in deze les
Wat is maatschappijleer?
2. Maatschappelijke problemen
Slide 1 - Tekstslide
Instructie
Pagina's met een groene kleur zijn basisstof (deze is verplicht)
Pagina's met een blauwe kleur zijn extra opdrachten
Pagina's met een Gele kleur zijn extra uitdagingen
Slide 2 - Tekstslide
Dikke mensen zijn gezellig
A
Feit
B
Mening
C
Vooroordeel
Slide 3 - Quizvraag
Bob vindt Patrick een toffe gozer! [Is dit een feit, mening of vooroordeel?]
A
Vooroordeel
B
Mening
C
Feit
Slide 4 - Quizvraag
Voor een goede mening moet je:
A
de feiten kennen, argumenten gebruiken
B
vooroordelen gebruiken
Slide 5 - Quizvraag
Elke dag verse groente is gezonder dan elke dag patat
A
Feit
B
Mening
C
Vooroordeel
Slide 6 - Quizvraag
Problemen
Ruzie met je ouders of een lekke band zijn persoonlijke problemen, maar geen maatschappelijke problemen. Voorbeelden van maatschappelijke problemen zijn:
- drugsgebruik.
- discriminatie.
- criminaliteit.
- files.
Slide 7 - Tekstslide
Noem verschillende persoonlijke problemen
Slide 8 - Woordweb
Maatschappelijk probleem
Een maatschappelijk probleem heeft altijd drie kenmerken:
1. Veel mensen hebben met het probleem te maken.
2. Er zijn verschillende meningen over het probleem.
3. De overheid bemoeit zich met het probleem.
File
Dit is een maatschappelijk probleem. Het heeft alle drie kenmerken
Lekke band
Dit is geen maatschappelijk probleem. Niet veel mensen hebben te maken met jouw lekke band
Criminaliteit
Dit is een maatschappelijk probleem. Het heeft alle drie kenmerken
Slide 9 - Tekstslide
Maatschappelijk probleem?
Slide 10 - Tekstslide
Wat is geen maatschappelijk probleem?
A
Discriminatie
B
Lekke fietsband
C
Werkeloosheid
D
Vandalisme
Slide 11 - Quizvraag
Als 10 mensen de griep hebben is dit een persoonlijk probleem maar een griepepidemie is een maatschappelijk probleem
A
Juist
B
Onjuist
Slide 12 - Quizvraag
Wat is geen kenmerk van een maatschappelijk probleem?
A
Er zijn verschillende meningen over
B
Grote groepen mensen zijn betrokken
C
Het betreft een aantal mensen voor wie het probleem heel groot is
D
De overheid is nodig voor een oplossing
Slide 13 - Quizvraag
Buren hebben ruzie met elkaar over een schutting. is dit een maatschappelijk probleem?
A
Ja want zij hebben verschillende meningen
B
Nee, want de overheid bemoeit zich er mee.
C
Nee, want het gaat niet om grote groepen mensen
Slide 14 - Quizvraag
Macht
De mogelijkheid om het gedrag van anderen te beïnvloeden
Hierbij maak je gebruik van machtsmiddelen, zoals: functie, beroep, kennis, aanzien, geweld, aantal, geld of overtuigingskracht
Slide 15 - Tekstslide
Wat zijn de machtsmiddelen van de politie?
A
Geweld
B
Overtuigingskracht
C
Aanzien of status
D
Functie / Beroep
Slide 16 - Quizvraag
Gedrag van anderen beïnvloeden....
A
Dilemma
B
Belangen
C
Waarde
D
Macht
Slide 17 - Quizvraag
Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd
Slide 18 - Open vraag
Stel 1 vraag over iets dat je deze les nog niet zo goed hebt begrepen