Normen en Waarden (les voor VSO)

1 / 37
volgende
Slide 1: Tekstslide
MentorlesMiddelbare schoolmavo, havo, vwoLeerjaar 1

In deze les zitten 37 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide



Normen en waarden botsen regelmatig.

Tolerantie betekent dat je mensen met andere normen en waarden accepteert.

Soms zijn verschillen te groot, dan vind je gedrag van anderen asociaal.
Normen en waarden verschillen

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Video

Slide 4 - Video

Slide 5 - Video

Wat zijn waarden?

Slide 6 - Tekstslide

Waarden =

De principes of uitgangspunten die 
je belangrijk vindt 
in het leven

Slide 7 - Tekstslide

Waarden
Waarden zijn opvattingen over wat belangrijk is
 en normen zijn gedragsregels die gebaseerd zijn op waarden.

Waarden geven aan wat je belangrijk vindt

Slide 8 - Tekstslide

Wat zijn normen?

Slide 9 - Tekstslide

Normen =

Regels hoe jij en anderen zich 
moeten gedragen

Slide 10 - Tekstslide

Groepsnormen
  • Normen en waarden kunnen ook binnen Nederland verschillen. Elke groep heeft zijn eigen gebruiken.

  • Groepsdruk: het gevoel dat je je MOET aanpassen aan de gebruiken van een groep.

  • Pesten is vaak ook een vorm van groepsdruk: "straks ben ik de sjaak"

Slide 11 - Tekstslide

Zijn het normen of waarden?
Eerlijkheid
A
norm
B
waarde

Slide 12 - Quizvraag

Zijn het normen of waarden?
Eerlijkheid
A
norm
B
waarde

Slide 13 - Quizvraag

Norm 

Niet liegen

Waarde

Eerlijkheid

Slide 14 - Tekstslide

Norm of waarde?
Niet vreemdgaan
A
Norm
B
Waarde

Slide 15 - Quizvraag

Norm of waarde?
Niet vreemdgaan
A
Norm
B
Waarde

Slide 16 - Quizvraag

Norm of waarde?:
Trouw
A
Norm
B
Waarde

Slide 17 - Quizvraag

Norm of waarde?:
Trouw
A
Norm
B
Waarde

Slide 18 - Quizvraag

Norm
(Regel)


Niet vreemd gaan


Een norm komt voort uit een waarde.
Waarde
(Aanleiding van de regel)


Trouw zijn


Een waarde is wat je/we belangrijk vinden

Slide 19 - Tekstslide

Hoe worden normen en waarden aangeleerd?
  • Door opvoeding en socialisatie
  • Door imitatie van rolmodellen

Slide 20 - Tekstslide

Norm of waarden?
Respect
A
Norm
B
Waarde

Slide 21 - Quizvraag

Norm of waarden?
Respect
A
Norm
B
Waarde

Slide 22 - Quizvraag

Van wie leer je Normen en Waarden?
A
Vrienden
B
Thuis
C
Door je geloof
D
Door de overheid

Slide 23 - Quizvraag

Van wie leer je Normen en Waarden?
A
Vrienden
B
Thuis
C
Door je geloof
D
Door de overheid

Slide 24 - Quizvraag

Van wie leer je Normen en Waarden?
  • Vrienden
  • Thuis
  • Door je geloof
  • Door de overheid

Slide 25 - Tekstslide

Norm of waarde?
Respect
A
Norm
B
Waarde

Slide 26 - Quizvraag

Norm of waarde?
Respect
A
Norm
B
Waarde

Slide 27 - Quizvraag

Norm of waarde?
Vriendelijkheid
A
Norm
B
Waarde

Slide 28 - Quizvraag

Norm of waarde?
Vriendelijkheid
A
Norm
B
Waarde

Slide 29 - Quizvraag

Norm of waarde?:
Vrijheid
A
Norm
B
Waarde

Slide 30 - Quizvraag

Norm of waarde?:
Vrijheid
A
Norm
B
Waarde

Slide 31 - Quizvraag

Moeten er altijd normen en waarden zijn?
A
Waar
B
Niet waar

Slide 32 - Quizvraag

Noem zelf eens een aantal voorbeelden van waarden

Slide 33 - Open vraag

Noem zelf eens een aantal voorbeelden van Normen

Slide 34 - Open vraag

Welke waarden zijn voor jouw belangrijk?
  1. Eerlijkheid
  2. Respect
  3. Vriendelijkheid
  4. Betrouwbaarheid
  5. Verantwoordelijkheid
  6. Doorzettingsvermogen
  7. Moed
  8. Gelijkheid
  9. Behulpzaamheid
  10. Vrijheid
  11. Samenwerking
  12. Duurzaamheid
  13. Rechtvaardigheid
  14. Geduld

Slide 35 - Tekstslide

Bespreek in tweetallen de situaties hiernaast.
Geef allebei je mening erover.

Vraag 1: Over welk gedrag hadden jullie dezelfde mening als veel anderen?

Vraag 2: Over welk gedrag hadden jullie een andere mening?

Vraag 3: Bij welk gedrag verschilt jullie mening nog wel eens? 
En waar hangt dit dan van af?
------------------------------------------
Klassiekaal nabespreken







  1. Te laat komen.
  2. Je afval op straat gooien.
  3. Roddelen.
  4. Een foto van iemand anders doorsturen via Whatssapp.
  5. Op je telefoon kijken als je in gesprek bent.
  6. Liegen.
  7. Als jongen make-up dragen.
  8. Brutaal zijn tegen je docent.
  9. Vlees eten.
  10. Consequentie niet acepteren als je je niet aan een regel/afspraak hebt gehouden.
  11. In je trainingsbroek naar school komen.
  12. Door het rode stoplicht gaan.

Slide 36 - Tekstslide

Waar ben je achter gekomen
Ieder groepje kiest 1 persoon uit om de conclusie te vertellen

Slide 37 - Tekstslide