Spelling 2 vwo spelling (werk-)woorden deel 2

• Nederlands
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 2

Spelling (werk-)woorden 2 vwo

Aan elkaar of los?
katoenen truitje

1. aan elkaar
2. los

Welke regel pas je toe?
Leg je antwoord uit:

Aan elkaar of los?
er onder door

1. aan elkaar
2. los

Aan elkaar of los?
te laat komen

1. aan elkaar
2. los

Aan elkaar of los?
lange afstands loper

1. aan elkaar
2. los

Aan elkaar of los?
twaalf duizend

1. aan elkaar
2. los

Aan elkaar of los?
drie miljard

1. aan elkaar
2. los

Wat is de juiste spelling?
De kleermaker herstelt/hersteld het gat in mijn nieuwe rok.

1. herstelt
2. hersteld

Wat is de juiste spelling?
De trein is door de veel te hoge snelheid ontspoort/ontspoord.

1. ontspoort
2. ontspoord

Wat is de juiste spelling?
Als je deze plant niet met water besproeit/besproeid, verdort/verdord hij

1. besproeit, verdort
2. besproeid, verdort
3. besproeit, verdord
4. besproeid, verdord

De jury heeft de tekst beoordeelt/beoordeeld en bepaalt/bepaald de prijs.

1. beoordeelt, bepaalt
2. beoordeeld, bepaalt
3. beoordeelt, bepaald
4. beoordeeld, bepaald

werkwoordtijden

Werkwoorden kunnen in verschillende tijden staan:

- in de tegenwoordige of verleden tijd

                               en

- in de voltooide en onvoltooide tijd

Werkwoordtijden

De 4 werkwoordtijden zijn dan: 

Onvoltooid:             1. tegenwoordige tijd (o.t.t.) - hij fietst

                                     2. verleden tijd (o.v.t.) - hij fietste

Voltooid :                 3. tegenwoordige tijd (v.t.t.) - hij heeft gefietst

                                     4. verleden tijd (v.v.t) - hij had gefietst

Wat is de ww-tijd? Zie lesboek
Roos heeft een nieuw boek gekocht.

1. ott
2. ovt
3. vtt
4. vvt

Wat is de ww-tijd? Zie lesboek
Ik had de som al 3x uitgerekend.

1. ott
2. ovt
3. vtt
4. vvt

Wat is de ww-tijd? Zie lesboek
Waarom vond jij Joost Klein een goede inzending?

1. ott
2. ovt
3. vtt
4. vvt

Wat is de ww-tijd? Zie lesboek
Rosa zou op bezoek gekomen zijn.

1. vtt
2. vvt
3. vttt
4. vvtt