Noël

1 / 22
volgende
Slide 1: Tekstslide
FransMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

In deze les zitten 22 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

1. Comment s'appelle le monsieur de Noël?
A
Monsieur Noël
B
Papa Noël
C
Père Noël

Slide 2 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

2. Il y a ... de jours de Noël en France.
A
1
B
2
C
3
D
4

Slide 3 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

3. Un ... s'appelle en français
A
un arbre de Noël
B
un sapin de Noël
C
le roi de Noël

Slide 4 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

4. Comment s'appelle ce
dessert traditionnel de
France?
A
une bûche
B
une crêpe
C
une tarte tatin

Slide 5 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

5. C'est quelle chanson?

Slide 6 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

5. C'est quelle chanson?

Slide 7 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

6. C'est quel mot? 
Welk woord is het? Bij iedere opdracht staan de letters door elkaar gehusseld. Er blijft één letter over. Noteer die letter steeds om het eindwoord te kunnen maken. 

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Elnho
timer
1:00

Slide 9 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

pinisa
timer
1:00

Slide 10 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Susvjé
timer
1:00

Slide 11 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

eingee
timer
1:00

Slide 12 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Néllrorvei
timer
1:00

Slide 13 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Le mot qui reste ...

Slide 14 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

7. En France, on ne connaît pas un ...
A
vrai
B
faux

Slide 15 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

8. Il s'appelle un petit monsieur de neige.
A
vrai
B
faux

Slide 16 - Quizvraag

Il s'appelle un bonhomme de neige. 
9. Les enfants en France mettent leurs chaussures pour Noël.
A
vrai
B
faux

Slide 17 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

10. Le Père Noël a été inventé par le pape (de paus).
A
vrai
B
faux

Slide 18 - Quizvraag

Faux: Le Père Noël a été inventé par Coca Cola. 
11. En Provence, on mange 13 desserts pour le repas de Noël.
A
vrai
B
faux

Slide 19 - Quizvraag

Vrai: Deze staan voor Jezus en zijn 12 apostelen. 
12. Wie kent de meeste 'kerstwoorden'? 
Noteer zoveel mogelijk Franse woorden die met Kerst te maken hebben. Wie de meeste woorden heeft, wint. 

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

13. Noteer hier zo veel mogelijk Franse woorden die met 'Kerst' te maken hebben.
timer
1:00

Slide 21 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies