Eenheden van oppervlakte in context / thuiswerken

• Rekenen
• Basisschool
• Groep 7

Wat gaan we deze les doen?

We leren oppervlaktematen omrekenen in een context

LET OP: je hebt je kaartje van oppervlakte maten (les 8 in je werkboek) nodig en een leeg blaadje of je wisbordje.

Doelen van de les:

• Ik weet wat oppervlakte is. 
• Ik ken de eenheden van oppervlakte. 
• Ik kan de eenheden van oppervlakte omrekenen. 

Hoe bereken je de oppervlakte?

Welke oppervlaktematen ken jij?

3 km2 = ..................m2

1. 300
2. 3.000
3. 30.000
4. 3.000.000

15 km2 = ................... hm2

1. 15
2. 150
3. 1500
4. 15.000

76 km2 = .............................. m2

1. 76.000.000
2. 76.000
3. 760.000
4. 7.600.000

2,7 hm2 = ............. m2

1. 270
2. 2700
3. 27.000
4. 270.000

0,7 m2 = ............... cm2

1. 700
2. 7000
3. 70.000
4. 700.000

23,87 km2 = .................... ha

1. 2387
2. 238,7
3. 23870
4. 2,387

Het grasveld is 100cm lang en 300 cm breed. Hoeveel cm2 is de oppervlakte?

Het pleintje is 30dm lang en 70dm breed. Hoeveel m2 is de oppervlakte?

Het pleintje is 30dm lang en 70dm breed. Hoeveel m2 is de oppervlakte?

Een parkeerplaats voor één auto is 400cm lang en 200cm breed. Hoeveel m2 is een parkeerplaats?

Een parkeerplaats voor 1 auto is 8m2. Hoeveel m2 is nodig voor 100 parkeerplaatsen?

Doelen van de les:

-Ik weet wat oppervlakte is. 

-Ik ken de eenheden van oppervlakte. 

-Ik kan de eenheden van oppervlakte omrekenen. 

Evalueren op de lesdoelen

Lesdoel 1: Ik weet wat oppervlakte is.

Evalueren op de lesdoelen

Lesdoel 2: Ik ken de eenheden van oppervlakte.

Evalueren op de lesdoelen

Lesdoel 3: Ik kan oppervlakte maten omrekenen.

Aan de slag

Maak de opdrachten in je werkboek.

Om 13:00 uur komen de nakijkbladen online.