5.2 Kraakbeenweefsel en beenweefsel

5.2 Kraakbeenweefsel en beenweefsel
1 / 45
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 3

In deze les zitten 45 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

5.2 Kraakbeenweefsel en beenweefsel

Slide 1 - Tekstslide

Wat gaan we doen?
Afmaken en nakijken opdrachten van 5.1 (vanaf blz 13); 15 min
Herhaling § 5.1; 5 min
Lezen § 5.2 Kraakbeenweefsel en beenweefsel; 5 min
Leerdoelen en uitleg § 5.2; 10 min
Opdrachten § 5.2 maken; 10 min
Terugblik; 5 min

Slide 2 - Tekstslide

Afmaken en nakijken opdrachten van 5.1 (vanaf blz 13)
timer
15:00

Slide 3 - Tekstslide

Herhaling!

Slide 4 - Tekstslide

Uit welke delen bestaat het skelet?
A
Schedel en ledematen en armen
B
Romp, ledematen en armen en benen
C
Schedel, romp, ledematen
D
Schedel, romp, ledematen en armen en benen

Slide 5 - Quizvraag

Wat wordt er beschermd door onze borstkas?
A
Maag en nieren
B
Hart en longen
C
Hersenen
D
Darmen en maag

Slide 6 - Quizvraag

Sleep de nummers naar de juiste naam
Beenderen van de hand
vingerkootje
ellepijp
handwortel-
beentje
spaakbeen
middenhands-
beentje
1
2
3
4
5

Slide 7 - Sleepvraag

Sleep de nummers naar de juiste naam
Beenderen van het been
dijbeen
voetwortelbeen
scheenbeen
middenvoetsbeen
knieschijf
kuitbeen
1
2
3
4
5
6

Slide 8 - Sleepvraag

Is de volgende zin juist of onjuist:
"Alle organismen hebben een inwendig skelet."
A
Juist
B
Onjuist

Slide 9 - Quizvraag

rood beenmerg
geel beenmerg
voorbeeld botten
pijpbeenderen
platte beenderen
wel
wel
wel
geen
ribben
opperarmbeen
schouderblad
ellepijp

Slide 10 - Sleepvraag

Rode bloedcellen aanmaken
Vetopslag
Rood beenmerg
Geel beenmerg

Slide 11 - Sleepvraag

Is de volgende zin juist of onjuist:
"De schedel steunt op de borstwervels"
A
Juist
B
Onjuist

Slide 12 - Quizvraag

Kies het juist antwoord:
"Hoe heet het bot dat aan de kant van de pink zit in de arm?"
A
Opperarmbeen
B
Spaakbeen
C
Ellepijp

Slide 13 - Quizvraag

Kies het juist antwoord:
"Welke wervels zitten er aan het uiteinden van de wervelkolom, na het heiligbeen?"
A
Heiligbeen
B
Staartbeen
C
Halswervels

Slide 14 - Quizvraag

Wat zijn de functies van het skelet?

Slide 15 - Open vraag


Hoe heten de groen gekleurde botten?
A
Halswervels
B
Borstwervels
C
Lendewervels
D
Heiligbeen

Slide 16 - Quizvraag

Welk deel van de wervelkolom zit vast aan je heupbeenderen?
A
Staartbeen
B
Wervelkolom
C
Lendenwervels
D
Heiligbeen

Slide 17 - Quizvraag

Lezen § 5.2 Kraakbeenweefsel en beenweefsel
timer
5:00

Slide 18 - Tekstslide

Leerdoelen
5.2.1 Je kunt kenmerken van kraakbeenweefsel en beenweefsel noemen en de delen ervan benoemen in een afbeelding.
5.2.2 Je kunt beschrijven hoe de samenstelling van botten verandert tijdens het leven.




Slide 19 - Tekstslide

Kalk en lijmstof
Botten bestaan uit lijmstof en kalkzouten. 
Lijmstof is te vergelijken met een gum, heel erg buigbaar maar niet echt stevig. Kalkzout is te vergelijken meet een bord krijtje: heel erg hard maar makkelijk te breken. De combinatie zorgt ervoor dat botten een beetje buigzaam zijn maar ook erg stevig. 

Slide 20 - Tekstslide

Slide 21 - Video

Weefsel
Een weefsel is een groep cellen met dezelfde vorm en functie. Twee weefsels voor stevigheid zijn beenweefsel en kraakbeenweefsel. De meeste botten bestaan voor het grootste deel uit beenweefsel

Slide 22 - Tekstslide

Beenweefsel
Beenweefsel is hard, heel stevig en bijna niet buigzaam. Bij beenweefsel liggen de cellen in kringen om buisjes heen. Door die buisjes lopen de bloedvaten. De cellen zijn met elkaar verbonden door uitlopers.  De tussencelstof van  beenweefsel is harder dan van kraakbeen. Er zitten zitten veel kalkzouten en weinig lijmstof. 

Slide 23 - Tekstslide

Kraakbeenweefsel
In kraakbeenweefsel liggen kraakbeencellen in groepjes bij elkaar met daartussen de tussencelstof. De tussencelstof wordt gemaakt door de cellen. Door de tussencelstof is het kraakbeen stevig maar toch elastisch. Daardoor kan kraakbeen buigen. De botten van een baby bestaan vooral uit kraakbeenweefsel.

Slide 24 - Tekstslide

Veranderingen in het skelet
Als een baby ouder wordt, verdwijnt veel van het kraakbeen. Er komt dan steeds meer beenweefsel voor in de plaats. Dus de lijmstof wordt langzaam vervangen door kalkzouten. Hoe ouder je bent hoe minder kalkzouten. Daarom hebben oude mensen meer kans op het breken van botten.  

Slide 25 - Tekstslide

Plekken waar altijd kraakbeen is
  In de neus.
 Tussen borstbeen en ribben.
 Tussen de wervels van de wervelkolom.
In de oorschelp.

Slide 26 - Tekstslide

Kraakbeen en been

  • Kraakbeenweefsel bestaat uit kraakbeencellen. Tussencelstof met veel lijmstof en weinig kalk.

  • Beenweefsel bestaat uit beencellen. Tussencelstof met veel kalk en weinig lijmstof.

Slide 27 - Tekstslide

Baby's
Hebben veel lijmstof en weinig kalk in hun botten. Ze breken bijna nooit een bot. Ze zijn ook erg soepel en lenig. 

Bejaarden
Hebben veel kalk en weinig lijmstof in hun botten. Als ze vallen, breken ze snel hun botten. 


Slide 28 - Tekstslide

Slide 29 - Tekstslide

Aan het werk! 

Wat? 5.2  Kraakbeenweefsel en beenweefsel - opdrachten 1 t/m 5

Heb je vragen? Steek je hand op en ik kom bij je. 
Klaar? Begin met het maken van een samenvatting!

timer
10:00

Slide 30 - Tekstslide

Leerdoelen
5.2.1 Je kunt kenmerken van kraakbeenweefsel en beenweefsel noemen en de delen ervan benoemen in een afbeelding.
5.2.2 Je kunt beschrijven hoe de samenstelling van botten verandert tijdens het leven.




Slide 31 - Tekstslide

Heb je nog tijd voor een quizzzz?

Slide 32 - Tekstslide

Welke stof zorgt voor de soepelheid/beweegbaarheid van de botten?
A
Kalkstof
B
lijmstof

Slide 33 - Quizvraag

Leg in eigen woorden uit waarom baby's bijna nooit een bot breken.

Slide 34 - Open vraag

welke stof beschermt onze botten tegen slijtage?
A
lijmstof
B
kalk
C
kraakbeen

Slide 35 - Quizvraag

De beenderen van een kind bevatten meer kalk dan de beenderen van een oudere
A
ja
B
nee

Slide 36 - Quizvraag

Het skelet van een volwassen mens bestaat uit:
A
500 botten
B
206 botten
C
350 botten
D
150 botten

Slide 37 - Quizvraag

Met welke stof kun je kalk uit het bot halen?
A
zoutzuur
B
azijn
C
chloor
D
terpentine

Slide 38 - Quizvraag

Dit heb ik geleerd vandaag:

Slide 39 - Open vraag

Dit vond ik een moeilijk onderdeel uit de les:

Slide 40 - Open vraag

Waar ging het ook alweer over?

Slide 41 - Tekstslide

botten
een bot bestaat uit kalk en lijmstof

kalk zorgt voor de stevigheid

lijmstof zorgt voor de buigzaamheid

Slide 42 - Tekstslide

kraakbeen
kraakbeen werkt iets anders dan botten. 

waarbij botten veel kalk hebben en weinig lijmstof is het bij kraakbeen andersom

het is nogsteeds stevig maar ook buigzaam

Slide 43 - Tekstslide

samenstelling
als je ouder wordt veranderd de samenstelling van botten.

lijmstof is bij kinderen nog erg hoog maar neemt naarmate je ouder wordt steeds meer af.
kalk neemt juist toe.

Slide 44 - Tekstslide

Slide 45 - Tekstslide