8.3 deel 1

• Mens & Maatschappij
• Middelbare school
• vmbo b
• Leerjaar 1

	Vak: Mens en Maatschappij Hoofdstuk: 8.3 deel 1
1.	Lesopening
2.	Lesdoel
3.	Arrangementen + mini-check
4.	Instructie
5.	Begeleid inoefenen
6.	Zelfstandig werken
7.	Evaluatie

1. Lesopening

Pak je boek van M&M en open deze op blz 144.

2. Lesdoel

Aan het einde van de les:

- weet je wat het verschil is tussen rechten en plichten

- weet je welke verschillende overtredingen er zijn

3. Arrangementen

- Verdiept: kijk of je zelfstandig aan de slag kunt of dat je mee wil doen aan de instructie.

Je maakt zelfstandig opdracht opdracht 1 t/m 7 op bladzijde 144 t/m 146. 

-

- Basis: doe mee aan de mini-check. Alles goed? Zelfstandig aan de slag. Niet alles goed? Instructie volgen, daarna aan de slag. 

Lars, Daan, Philip, Vince 

- Intensief: doe mee aan de mini-check. Instructie volgen, kom aan de groepstafel zitten. 

Jules, Angelo

Mini-check

Leerlingen in het basis en intensief arrangement doen mee met de mini-check. 

Een recht is

1. iets wat je moet
2. iets wat je mag

Een plicht is

1. Iets wat je mag
2. Iets wat je moet

Vrijheid van meningsuiting is een plicht

1. Ja
2. Nee

Wie maakt wat?

Had je alle vragen van de mini-check goed?

Dan mag je zelfstandig aan de slag met opdracht 1 t/m 7 op bladzijde 144 t/m 146

De rest doet mee met de instructie. 

De wet

In wetten is bepaald wat verboden is. 

In de wet staan de belangrijkste rechten en plichten. 

Rechten en plichten

• Rechten:
• Plichten: 

Rechten en plichten

• Rechten: alles wat je mag doen of mag hebben
• Plichten: 

Rechten en plichten

• Rechten: alles wat je mag doen of mag hebben
• Plichten:  alles wat je moet doen

Rechten en plichten

• Rechten: alles wat je mag doen of mag hebben
• Plichten: alles wat je moet doen

Plichten

Wat je moet:

- naar school gaan

- aan de verkeersregels houden

Rechten

Wat je wel mag:

- je mening geven

- zelf bepalen wat voor kleding je aantrekt.

Strafbaar feit of misdrijf?

Strafbaar feit: iets waarvoor je straf kunt krijgen. Hierin zijn twee categorieën 

• Overtreding: licht strafbaar feit
• Misdrijf: zwaar strafbaar feit

Strafbaar feit of misdrijf?

Overtreding (ligt strafbaar feit):

Bijvoorbeeld fietsen zonder licht,

door rood rijden.

Strafbaar feit of misdrijf?

Misdrijf (zwaar strafbaar feit):

- moorden

- overvallen

Mensen die een misdaad plegen,

zijn misdadigers. 

Iemand die een strafbaar feit pleegt of

daaraan meewerkt is een dader. 

Strafbaar feit of misdrijf?

Iemand die een strafbaar feit pleegt of daaraan meewerkt is een dader. 

Maar daders krijgen niet altijd straf!

Soms worden strafbare feiten gedoogd. 

Dat wil zeggen dat de politie het strafbaar

feit wel ziet, maar geen straf geeft.

Bijv coffeeshops!

5. Begeleid inoefenen

Wie kan zelfstandig aan de slag (basis)?

Lars, Daan, Philip, Vince jullie maken zelfstandig opdracht 1 t/m 7 op bladzijde 144 t/m 146.

Wie heeft nog extra instructie nodig (intensief)? Jules, Angelo of had je alle vragen van de mini-check fout?  Wij maken samen opdracht 2 + 6.

6. Zelfstandig werken

Je maakt zelfstandig opdracht 1 t/m 7 op bladzijde 144 t/m 146.

Ben je klaar?

Dan kijk je de opdrachten na.

Daarna maak je de herhalingsopdracht op blz 150.

Helemaal klaar? Dan mag je even op de IPad.

7. Evaluatie

Hoe ging de les?

Zijn er opdrachten waar je moeite mee had?

Heb je nog ergens vragen over? 

- weet je wat het verschil is tussen rechten en plichten?

- weet je welke verschillende overtredingen er zijn?

Huiswerk & Toetsen

Huiswerk LJ1: 

Dinsdag 11 juni

8.3 opdracht 1 t/m 7

Toetsen LJ1: