V3 semana 4 + 5 capítulo 4

• Spaans
• Middelbare school
• mavo, havo, vwo
• Leerjaar 3

¡Hola V3 bienvenidos a la clase!

7 de abril

¿Qué tal estás hoy? 

Plan de clase:

 5 min    Empezar

20 min  Test /  S.O.

08 min  Vraagwoorden : ej 28

12  min  Gerundio :  Gramática I , ej 29

08 min  Frases clave J, ej 32

10 min   Diálogo, ej 33

10 min   Un e-mail, ej 34

 5 min    Terminar

Duracion: 80 minutos

OBJETIVOS DE HOY

Al final de la clase...

• he hecho un test sobre  palabras  + ¿ser o estar? y  frases clave para hablar de planes 

• he repasado los pronombres interrogativos (vraagwoorden)

• sé usar el gerundio

• he aprendido frases clave para hablar sobre vacaciones + actividades

 in deze les: 

SO 

oef 28 + grammatica I + 29

frases clave J +  inleveren: 33 + 34

Test sobre vocabulario y ser+estar  y  frases   

•  S.O.   

 

• Eerder klaar?  

        lever je s.o. in en maak oef 28

        + 29 (gerundio)

        + corrigeer met antwoordblad

Maak nu zelf:

• Ejercicio 28  página 30  

        Tip: als je de vraagwoorden niet meer weet, spiek dan op blz 82 van je

                 tekstboek!

• Eerder klaar? maak ejercicio 29

EL GERUNDIO                        grammatica blz 43 tb

Als je wilt zeggen dat iets aan de gang is  :   gebruik je een vervoeging van  ESTAR        +        GERUNDIO-vorm

"iets aan het doen zijn"

Regelmatig werkwoorden vervoegen

ww - AR   ->    stam + ando

ww - ER   ->    stam + iendo

ww - IR    ->     stam + iendo

UITLEG

op pagina 43 - Bron I

Leer dit goed, komt terug in de bovenbouw

¡Video op classroom!

Er zijn enkele onregelmatige werkwoorden

•  S.O.   

 

• Eerder klaar?  

        lever je s.o. in en maak oef 28

        + 29 (gerundio)

        + corrigeer met antwoordblad

Nu 3 vragen over de gerundio

(miniquiz)

escribir, vosotros (gerundio)

comer, yo (gerundio)

trabajar, nosotros (gerundio)

Maak nu zelf:

• Ejercicio 29  op páginas 30- 31 -32

• KIJK NA MET ANTWOORDBLAD !!

**  Daarna maak je 33 + 34

        dit zijn  inleveropdrachten!

antwoorden  ejercicio 29A

• 1 haciendo
  
• 2 chateando
  
• 3 haciendo
  
• 4 mirando
  
• 5 sacando
  
• 6 escribiendo
  

antwoorden  ejercicio 29B

1. Jorge está escribiendo
2. Mi madre está comiendo
3. Pepe está chateando
4. Mis amigos y yo estamos haciendo senderismo
5. Los cotomonos están gritando
6. Carlos, ¿estás bebiendo
7. Shakira está actuando
8. Estoy comiendo

antwoorden  ejercicio 29 C + D

1. jugar
2. perder
3. empezar
4. pedir
5. pensar

1. Este mono está jugando
   
2. Estos cóndores están perdiendo
   
3. Las excursiones están empezando.
   
4. Mi amigo está pidiendo
   
5. Ahora yo no estoy pensando
   

Frases clave página 43

opdracht 33: 

kies een bezienswaardigheid van 33a op blz 35 en voer dialoog c met je klasgenoot. Neem de audio op of typ je gesprek uit in word.

opdracht 34: 

typ je e-mail uit of maak een foto van wat je geschreven hebt in het werkboek.

=> lever je werk in op Classroom / op papier

Maak nu de volgende opdrachten en lever in op papier (voor beoordeling samen met die van vorige week)

Pagina 35 werkboek 

Pagina 35 werkboek

schrijven op lijntjes papier ->

Pagina 36 werkboek

Op papier 

• lever in voor beoordeling: 

       oef 33 + 34 op blz 35-36

• leer vocabulario 4.4  blz 43 wb

       & frases clave blz 43 tb Nl -> Sp

LET OP: over 2 weken eindtoets

Deberes para la próxima clase...

 

¡Gracias por tu atención!

¡Hola V3 bienvenidos a la clase!

14 de abril

¿Qué tal estás hoy? 

Plan de clase:

 5 min    Empezar

10 min   Repasar gramática + frases clave

50 min  Test diagnóstico

10 min  Corregir todos los ejercicios

 5 min   Terminar

Duracion: 80 minutos

OBJETIVOS DE HOY

Al final de la clase...

• he repasado la gramática:  ser & estar + werkwoorden -ir   e->i + gerundio

• he repasado las frases clave 
• he hecho el test diagnóstico

In deze les: 

Herhaling gramática y frases clave

D-toets en las pág. 44 - 47

Volgende week:

 eindtoets Capítulo 4

REPASO SER O ESTAR

Denk na en leg uit wanneer je ... gebruikt?

SER 

•  wie of wat iemand / iets is
•  wanneer iets gebeurt
•  zijn + bijvoeglijk naamwoord = eigenschap / kenmerk / voor langere periode

ESTAR

• waar iets of iemand zich bevindt
• zijn + bijvoeglijk naamwoord = tijdelijke toestand / moment

Schrijf het op in je schrift of maak een foto

Ejericicio 24A blz 24 wb       werkwoorden op -ir met E in de stam 

&  41 tb

EL GERUNDIO                        grammatica blz 43 tb

Als je wilt zeggen dat iets aan de gang is  :   gebruik je een vervoeging van  ESTAR        +        GERUNDIO-vorm

"iets aan het doen zijn"

Regelmatig werkwoorden vervoegen

ww - AR   ->    stam + ando

ww - ER   ->    stam + iendo

ww - IR    ->     stam + iendo

UITLEG

op pagina 43 - Bron I

Frases clave página 40 

Frases clave página 43

Maak nu de oefentoets op blz 44 - 47 

en kijk na met antwoordblad

Diagnostisce toets

 

PROEFWERK OVER CAPíTULO 3

Kennen:  

- voca 4.1 t/m 4.4 p.42-43 wb 

- frases clave Nl-Sp p.40 + p.43 tb 

- ser + estar: vervoegingen + gebruik  p.40 +           90-91 tb -

-  werkwoorden p.41 tb 

- gerundio p.85 tb

TAREA

uiterlijk morgenmiddag uploaden in classroom

el 18 / 21 de abril :

 

   ¡Gracias por tu atención!

er is zijn quizlets van de vocabulario en frases clave,  zie classroom !