Het oog (Bs 2) V5

Accomoderen is:
A
Reflecteren
B
Absorberen
C
Construeren
D
Scherp stellen
1 / 29
volgende
Slide 1: Quizvraag
BiologieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 5

In deze les zitten 29 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Accomoderen is:
A
Reflecteren
B
Absorberen
C
Construeren
D
Scherp stellen

Slide 1 - Quizvraag

Accomoderen is een moeilijk woord voor het veranderen van de vorm van de lens
A
juist
B
onjuist

Slide 2 - Quizvraag

Iemand die verziend is, heeft ...
A
een te lange oogbol of de lens breekt het licht te sterk
B
een te lange oogbol of de lens breekt het licht niet goed genoeg
C
heeft een te korte oogbol of de lens breekt het licht te sterk
D
heeft een te korte oogbol of de lens breekt het licht niet genoeg

Slide 3 - Quizvraag

Het netvlies

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Tekstslide

Netvlies
kegeltjes
  • hoge drempelwaarde licht 
  • in gele vlek, beetje daarbuiten
  • 1 zenuw aan 1 kegeltje
  • daardoor heel scherp zien
  • kleuren zien (ogen bewegen mee en hersenen vullen in dus zie je alles in kleur)
  • 3 soorten: rood/ groengeel/ blauw (meestal meerdere tegelijk geprikkeld voor mengkleur)



kegeltjes

Slide 6 - Tekstslide

Netvlies
staafjes 
  • lage drempelwaarde licht
  • verstopt in pigmentlaag
  • 1 zenuw aan meerdere staafjes
  • daardoor niet heel scherp, wel gevoelig voor waarnemen beweging
  • grijstinten (geen kleur)
  • rondom gele vlek en rest netvlies





Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

Staafjes/kegeltjes/allebei/geen?
A is... B is...

Slide 11 - Tekstslide

Links of rechts
Voorkeursoog, net als voorkeurshand
info uit dit oog wordt het meest gebruikt

Slide 12 - Tekstslide

Dominant oog

Slide 13 - Tekstslide

Oog waarbij het beeld niet verspringt is dominant

Geen twee verschillende beelden            stereoscopie

Slide 14 - Tekstslide

Twee ogen
Beelden hebben overlap en worden gecombineerd: hierdoor zie je diepte (stereoscopie).
Optisch chiasma ( nr 2)
Visuele schors links en rechts

Slide 15 - Tekstslide

Kleurgevoelig
Niet kleurgevoelig
Kegeltjes
Staafjes

Slide 16 - Sleepvraag

Mensen hebben drie kleuren kegeltjes, welke zijn dat?
Deze wel
Deze niet

Slide 17 - Sleepvraag

Staafjes
Kegeltjes
Werken als er veel licht is
Werken als er weinig licht is.
Liggen in de gele vlek
Liggen niet in de gele vlek

Slide 18 - Sleepvraag

Zet de werking van het oog in de juiste volgorde.
1
2
3
4
5
Licht weerkaatst op een voorwerp richting ons oog.
Het licht komt binnen door het  hoornvlies en de pupil.
Licht wordt door de lens (samen met het hoornvlies) als een klein en scherp maar omgekeerd beeld op het netvlies geprojecteerd.
Het licht activeert de staafjes en de kegeltjes in het netvlies en deze geven een signaal door aan de oogzenuw. 
De oogzenuwen geven de signalen door aan de hersenen. Daar wordt het beeld weer recht gezet en herkend. 

Slide 19 - Sleepvraag

Waardoor kun je
diepte zien?
A
Doordat je pupillen groter of kleiner kunnen worden.
B
Doordat je ooglens platter of boller kan worden.
C
Doordat je met je linkeroog een iets ander beeld ziet dan met je rechteroog.
D
Doordat het beeld op je netvlies kleiner, onderste boven en gespiegeld is.

Slide 20 - Quizvraag

Wanneer de oogzenuw van het linkeroog doorgesneden is, wat mis je dan?
A
het linkerdeel van je gezichtsveld
B
het rechterdeel van je gezichtsveld
C
diepte zien

Slide 21 - Quizvraag

Met 1 oog kan je geen diepte zien
A
Goed
B
Fout

Slide 22 - Quizvraag

Piraten staan er bekend om dat ze een ooglapje dragen. De functie hiervan staat echter in twijfel. Oogexperts denken het antwoord te hebben ontrafeld.

Het ruim van een piratenschip is erg donker waardoor het lastig voor piraten is om goed te kunnen zien.

Leg uit hoe het dragen van een ooglapje kan voorkomen dat piraten niet goed kunnen zien. (T2)

Slide 23 - Open vraag

Als binnenshuis een foto gemaakt wordt met gebruik van een flitser, hebben de mensen op de afdruk vaak rode ogen. Het rood van de ogen op de foto is het gevolg van de terugkaatsing van het flitslicht tegen de binnenkant van de oogbollen. Zie afbeelding.

Door welk van de aangegeven delen wordt de rode kleur van het weerkaatste licht veroorzaakt?
A
door de bloedvaten tegen het netvlies
B
door de iris
C
door de pigmentlaag
D
door het hoornvlies

Slide 24 - Quizvraag

Welk type zenuwcel heeft de laagste drempelwaarde: Staafjes of Kegeltjes
A
Staafjes
B
Kegeltjes

Slide 25 - Quizvraag

Van de les heb ik het volgende onthouden

Slide 26 - Woordweb

Wat ik nog niet (helemaal) snap is ...

Slide 27 - Open vraag

Staafjes - rhodopsine                            

Rhodopsine valt uiteen in retinal en opsine als er licht op valt.
Signaalcascade (waterval) -> Na+ poorten
sluiten -> hyperpolarisatie -> hoeveelheid
neurotransmitter daalt.
Lage prikkeldrempel -> er is maar weinig
licht nodig om rhodopsine uiteen te laten vallen.



Slide 28 - Tekstslide

- Lichtgevoelige pigmenten breken af onder invloed van licht (rood/groen/blauw licht)


- Dit heeft effect op het afgeven van neurotransmitters.

- Via synapsen ontstaan er meer of minder impulsen in de zenuwcellen

- Na afbraak van het pigment wordt het pigment weer opgebouwd => ongevoelige periode



Slide 29 - Tekstslide