In deze les zitten 32 slides, met tekstslides en 1 video.
Onderdelen in deze les
Schrijfvaardigheid mavo-3
Slide 1 - Tekstslide
Opdracht
o Je schrijft aan een vriend / vriendin: o
Slide 2 - Tekstslide
Opdracht
o Je schrijft aan een vriend / vriendin: o Salut / Bonjour / Cher-Chère + naam
Slide 3 - Tekstslide
Salut / Bonjour / Cher-Chère + naam
Slide 4 - Tekstslide
Opdracht
o Vertel dat je met wat vrienden naar de film gaat en wanneer. o
Slide 5 - Tekstslide
Opdracht
o Vertel dat je met wat vrienden naar de film gaat en wanneer. o Samedi soir on va au cinéma.
Slide 6 - Tekstslide
Opdracht
o Geef informatie over de film/bioscoop
(prijs en/of openingstijden)
o
Slide 7 - Tekstslide
Opdracht
o Geef informatie over de film/bioscoop
(prijs en/of openingstijden)
o C'est un film d'amour avec Omar Sy.
un film d’amour / fantastique / romantique / historique / policier / biographique / comédie / aventures / ...
Slide 8 - Tekstslide
Opdracht
o Geef informatie over de film/bioscoop
(prijs en/of openingstijden)
o C'est un film d'amour avec Omar Sy.
Ça coûte 5 euro par personne.
Slide 9 - Tekstslide
Opdracht
o Vertel hoe jullie er naartoe zullen gaan (vervoermiddel) als
het slecht weer is.
o Anders gewoon met de fiets.
o
Slide 10 - Tekstslide
Opdracht
o Vertel hoe jullie er naartoe zullen gaan (vervoermiddel) als
het slecht weer is.
o Anders gewoon met de fiets.
o
Si .....+ tegenwoordige tijd -->
futur simple / futur proche
Slide 11 - Tekstslide
Opdracht
o Vertel hoe jullie er naartoe zullen gaan (vervoermiddel) als
het slecht weer is.
o Anders gewoon met de fiets.
o Si le temps est mauvais, on va aller / on ira en bus.
Slide 12 - Tekstslide
Opdracht
o Vertel hoe jullie er naartoe zullen gaan (vervoermiddel) als
het slecht weer is.
o Anders gewoon met de fiets.
o Si le temps est mauvais, on va aller / on ira en bus.
Mais si le temps est beau: on ira en vélo!
Slide 13 - Tekstslide
Opdracht
o Vraag of hij/zij ook mee wil gaan.
o
Slide 14 - Tekstslide
Opdracht
o Vraag of hij/zij ook mee wil gaan.
o Tu veux aller au cinéma avec nous?
Slide 15 - Tekstslide
Opdracht
o Vertel dat de bioscoop niet ver is van jouw huis en hoe ver het
is (aantal minuten met de fiets).
o
Slide 16 - Tekstslide
Opdracht
o Vertel dat de bioscoop niet ver is van jouw huis en hoe ver het
is (aantal minuten met de fiets).
o Ce n'est pas loin de ma maison.
Slide 17 - Tekstslide
Opdracht
o Vertel dat de bioscoop niet ver is van jouw huis en hoe ver het
is (aantal minuten met de fiets).
o Ce n'est pas loin de ma maison.
C'est à 7 minutes de ma maison.
Slide 18 - Tekstslide
Opdracht
o Vertel hoe hij/zij vanaf zijn/haar huis bij de bioscoop komt.
Verzin een korte routebeschrijving.
o De ta maison;
Slide 19 - Tekstslide
Opdracht
o Vertel hoe hij/zij vanaf zijn/haar huis bij de bioscoop komt.
Verzin een korte routebeschrijving.
o De ta maison;
Tu vas tout droit jusqu'aux feux de circulation.
tourner à droite tout droit tourner à gauche
Slide 20 - Tekstslide
ta maison
la rue
la rue
Slide 21 - Tekstslide
Opdracht
o Vertel hoe hij/zij vanaf zijn/haar huis bij de bioscoop komt.
Verzin een korte routebeschrijving.
o De ta maison;
Tu vas tout droit jusqu'aux feux de circulation.
Puis, tu tournes à droite.
tourner à droite tout droit tourner à gauche
Slide 22 - Tekstslide
ta maison
la rue
la rue
Slide 23 - Tekstslide
ta maison
la rue
la rue
Slide 24 - Tekstslide
Opdracht
o Vertel hoe hij/zij vanaf zijn/haar huis bij de bioscoop komt.
Verzin een korte routebeschrijving.
o De ta maison;
Tu vas tout droit jusqu'aux feux de circulation.
Puis, tu tournes à gauche.
La deuxieme à droite.... et là
tourner à droite tout droit tourner à gauche
Slide 25 - Tekstslide
ta maison
la rue
la rue
la rue
la rue
Slide 26 - Tekstslide
ta maison
la rue
la rue
la rue
la rue
Slide 27 - Tekstslide
Opdracht
o Vertel hoe hij/zij vanaf zijn/haar huis bij de bioscoop komt.
Verzin een korte routebeschrijving.
o De ta maison;
Tu vas tout droit jusqu'aux feux de circulation.
Puis, tu tournes à droite. La deuxième à droite: et là, tu vois
le cinéma
tourner à droite tout droit tourner à gauche
Slide 28 - Tekstslide
Opdracht
o Spreek af om ... uur bij de bioscoop.
o Le film commence à 19 heures et demie...
Slide 29 - Tekstslide
Opdracht
o Spreek af om ... uur bij de bioscoop.
o Le film commence à 19 heures et demie...
On se voit vers 19 heures?
Slide 30 - Tekstslide
Slide 31 - Video
Eindopdracht
o Je schrijft aan een vriend / vriendin: o Vertel dat je met wat vrienden naar de film gaat en wanneer. o Geef informatie over de film/bioscoop (prijs en/of openingstijden) o Vraag of hij/zij ook mee wil gaan. o Vertel of de bioscoop niet ver is van jouw huis en hoe ver het is (aantal minuten met de fiets). o Spreek af om ... uur bij de bioscoop. oDenk aan een goed begin/eind. o Vergeet niet je naam te vermelden.