Être
1 / 14
Lesduur is: 50 minOnderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Slide 2 - Tekstslide
être betekent
A
hebben
B
zijn
C
is
Slide 3 - Quizvraag
Elle ... une fille.
A
es
B
est
C
sont
Slide 4 - Quizvraag
Je ... Pierre.
A
sont
B
suis
C
est
Slide 5 - Quizvraag
Nous ... à l'école.
A
sont
B
êtes
C
sommes
Slide 6 - Quizvraag
Maxime et Claire ... des amies.
A
sont
B
est
C
sommes
Slide 7 - Quizvraag
C'......... l'amie de Sophie
A
es
B
est
C
suis
Slide 8 - Quizvraag
Vous ... français?
Slide 9 - Open vraag
Tu ... mon ami.
Slide 10 - Open vraag
Non, je ... néerlandais.
Slide 11 - Open vraag
Pierre ... grand.
Slide 12 - Open vraag
Vertaal: Hij is Frans.
Slide 13 - Open vraag
Vertaal: Dat is een meisje.
