Oefentoets Thema 2 Stevigheid en beweging

• Biologie
• Middelbare school
• vmbo b
• Leerjaar 3

Thema 4 - Stevigheid en beweging

Het skelet! Wat weet jij nog?

opperarmbeen

teenkootje

dijbeen

sleutelbeen

schedel

heupbeen

kuitbeen

Wat zijn wel taken van het skelet?

Taak skelet

Vorm geven

Beweging

bescherming

stevigheid geven

ademhalen

eten verteren

spreken

stoffen maken

Sleep de teksten naar de goede plaatsjes. 

Vooral

kraakbeen-weefsel

Botten met

weinig lijmstof en veel

kalk

Botten met veel lijmstof en weinig kalk

Buigzaam skelet

Breekbaar skelet

Handwortelbeentjes

Vingerkootjes

voetwortelbeentjes

middenvoetsbeentjes

teenkootjes

Schrijf de nummers 1 t/m 6 op je papier en schrijf de namen erachter

1

2

3

4

5

6

Antwoorden

1= gewrichtband

2= gewrichtskom

3= kraakbeen

4= gewrichtssmeer

5= gewrichtskapsel

6= gewrichtskogel

De botten van bejaarden bestaan hoofdzakelijk uit ..

1. kalk
2. lijmstof

Door welk deel van het gewricht wordt gewrichtssmeer gemaakt?

1. Gewrichtsbanden
2. Gewrichtskapsel
3. Gewrichtskogel
4. Kraakbeen

In dit skelet van een babyhoofd zie je 3 delen in de schedel, omlijnd door "witte lijnen" . In een volwassen schedel is dit weg en een complete schedel geworden. Hoe de verbinding waardoor de schedeldelen aan elkaar zitten?

1. naadverbinding
2. vergroeiïng
3. gewricht

Koppel het juiste woord aan het juiste plaatje!

Gewricht

Naad

Vergroeid

Kraakbeen

Wat voor gewricht zie je op het plaatje?

1. kogelgewricht
2. scharniergewricht
3. rolgewricht
4. draaikogelgewricht

Kraakbeen

Naadverbinding

Gewricht

Vergroeid

1

2

3

4

5

6

7

8

9

10

11

De arm is uit de kom

Blauwe plek door stomp

Enkel klapt dubbel

Onderbeen staat stil, bovenbeen draait

Een arts moet de botten zetten

Kuitspier is beschadigd bij een zweepslag

Botbreuk

Kneuzing

Ontwrichting

Spierscheuring

Voetbalknie

Verzwikking

Als je een beweging maakt, heb je altijd ten minste 2 spieren nodig. Hoe heet het mechanisme om met 2 spieren een beweging te kunnen maken?

1. tegengestelde beweging
2. antagonisme
3. gonistische beweging
4. samenwerking

Een spier zit aan het bot vast met..

1. de spierbuik
2. de pezen
3. de spiervezels
4. het spiervlies

Wat vormen alle spieren samen?

1. Het ademhalingssysteem
2. Het spierstelsel
3. Het bloedvatenstelsel
4. Het zenuwstelsel

Waar kan je lichaam door bewegen

1. Alleen door botten
2. Door botten en spieren samen
3. Alleen door spieren

Uit welke twee stoffen bestaan botten?

Bij welke van deze beenverbindingen is de minste beweging mogelijk?

1. 1
2. 2
3. 3

Welk gewricht heb je nodig om je arm te kunnen buigen?

1. ellebooggewricht
2. rolgewricht
3. scharniergewricht
4. eivorming gewricht

Wat gebeurt er als een spier samentrekt?

1. De spier wordt korter en dikker
2. De spier wordt langer en dunner

Beweging ontstaat doordat .... 1 .... kunnen samentrekken.

.... 2 .... kunnen niet samentrekken, maar zorgen voor verbinding met het bot.

1. 1: spieren 2: spieren
2. 1: pezen 2: pezen
3. 1: pezen 2: spieren
4. 1: spieren 2: pezen