Sinterklaas

Sinterklaasquiz
1 / 24
volgende
Slide 1: Tekstslide
SinterklaasBasisschoolGroep 7

In deze les zitten 24 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Sinterklaasquiz

Slide 1 - Tekstslide

https://www.lessonup.com/site/nl/leerling

Slide 2 - Tekstslide

Wanneer is
Sinterklaas jarig?

A
4 December
B
5 December
C
6 December
D
7 December

Slide 3 - Quizvraag

Vul de schoenen met het juiste cadeautje.

Slide 4 - Sleepvraag

Van wanneer tot wanneer mag je je schoen zetten van Sinterklaas?
A
Van pakjesavond tot de intocht
B
Van de intocht tot pakjesavond

Slide 5 - Quizvraag

Wie is er altijd bij Sinterklaas?
A
Henk
B
Piet
C
Jan
D
Tom

Slide 6 - Quizvraag

Welke piet heeft een leidinggevende functie?

A
Klunspiet
B
Pakjespiet
C
Hoofdpiet
D
Strooipiet

Slide 7 - Quizvraag

Maak de zin kloppend.
Sinterklaas en zijn pieten zij weer in Nederland......... (Aankomen)

Slide 8 - Open vraag

Wanneer is de sinterklaas intocht?
A
Eerste zaterdag na 11 november
B
Tweede zaterdag van november
C
Laatste zaterdag van November
D
Derde zaterdag van november

Slide 9 - Quizvraag


timer
1:00
Noem zo veel mogelijk lekkernijen die
bij Sinterklaas passen. 

Slide 10 - Open vraag

Sleep het juiste plaatje naar het juiste woord.
Marsepein
Pepernoten
Banketletter
Speculaas
Schuimpjes

Slide 11 - Sleepvraag

Wat was het beroep van
Sinterklaas ?
Hoe heet het paard van Sinterklaas?
A
Ozosloom
B
Ozosnel
C
Amerigo
D
Amerika

Slide 12 - Quizvraag

1

Slide 13 - Video

36:00
Maak het liedje af.
timer
0:30

Slide 14 - Open vraag

Slide 15 - Video

Wat was het beroep van
Sinterklaas ?
Hoe heet het hoofddeksel van Sinterklaas?
A
Baret
B
Kroon
C
Mijter
D
Hoed

Slide 16 - Quizvraag

Wat was het beroep van
Sinterklaas ?
Hoe heet het dikke boek
van Sinterklaas?
A
Atlas
B
Bijbel
C
Dagboek
D
Grote Boek

Slide 17 - Quizvraag

Sleep de juiste plaatjes bij elkaar.

Slide 18 - Sleepvraag

De pieten hebben 15 zakken. In elke zak zitten 100 pepernoten.
Hoeveel pepernoten zijn dat in totaal?
A
150
B
15
C
15000
D
1500

Slide 19 - Quizvraag

Sinterklaas is de man die alles weet.

Wat is "Sinterklaas" in deze zin?
A
werkwoord
B
zelfstandig naamwoord
C
voorzetsel
D
bijvoegelijk naamwoord

Slide 20 - Quizvraag

Wat was het beroep van
Sinterklaas ?
Waar komt Sinterklaas vandaan?
A
Nederland
B
Frankrijk
C
Turkije
D
Spanje

Slide 21 - Quizvraag

Vier jij thuis Sinterklaas?
Ja
Nee

Slide 22 - Poll

Wat weten we nu over Sinterklaas en zijn pieten?

Slide 23 - Woordweb

Wat vonden jullie van deze werkvorm?
😒🙁😐🙂😃

Slide 24 - Poll

Meer lessen zoals deze