Herhalingsles Doedv31

Herhalingsles Doedv31
Vandaag gaan we een deel van de lesstof herhalen voor de toets van vrijdag 27 oktober! 

Dit is het moment om de laatste vragen te stellen en te oefenen met de lesstof. 
1 / 50
volgende
Slide 1: Tekstslide
DierverzorgingMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 50 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Herhalingsles Doedv31
Vandaag gaan we een deel van de lesstof herhalen voor de toets van vrijdag 27 oktober! 

Dit is het moment om de laatste vragen te stellen en te oefenen met de lesstof. 

Slide 1 - Tekstslide

Wat gaan we het 1e lesuur doen?
  • Oefenen met Weende analyse 
  • Voedingsstoffen
  • Voedingssoorten

Slide 2 - Tekstslide

Weende analyse

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Tekstslide

Weende analyse:
  • Bevat droge stof - vocht: 
Droge stof bevat alle voedingsstoffen die dier nodig heeft
  • Bevat organische stoffen - anorganische stoffen:
Organische stoffen:  brandbare stoffen (=energie)
->  Hoofdzakelijk: energie en eiwitten die nodig zijn voor groei en verschillende lichaamsfuncties.
Anorganische stoffen: blijft over na verbranding (=as)
->  Mineralen en eventueel verontreiniging (bijv. gronddeeltjes)

Slide 5 - Tekstslide

Tijd om te oefenen met de Weende analyse! 
Gebruik de volgende dia voor informatie & gebruik het schema wat je krijgt van de docent.

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Tekstslide

Wat voor voeding zou dit geweest zijn?
A
Natvoer
B
Droogvoer

Slide 8 - Quizvraag

Slide 9 - Tekstslide

Wat voor voeding zou dit geweest zijn?
A
Natvoer
B
Droogvoer

Slide 10 - Quizvraag

Voedingsstoffen

Slide 11 - Tekstslide

Voedingsstoffen: 
Voedingsstoffen zijn te verdelen in drie catogorien met bijbehorende functies:
1. Bouwstoffen
  • Zorgen voor groei, herstel en ontwikkeling van cellen
2. Brandstoffen
  • Leveren energie aan het lichaam
3. Beschermstoffen
  • Regelen belangrijke lichaamsprocessen (beschermen tegen ziekte, 

Slide 12 - Tekstslide

Welke stoffen zijn bouwstoffen?
A
Mineralen
B
Eiwitten
C
Water
D
Koolhydraten

Slide 13 - Quizvraag

Welke stoffen zijn brandstoffen?
A
Koolhydraten
B
Vetten
C
Water
D
Eiwitten

Slide 14 - Quizvraag

Welke stoffen zijn beschermstoffen?
A
Mineralen
B
Vetten
C
Vitamines
D
Eiwitten

Slide 15 - Quizvraag

Water
Functie: 
  • Zorgt voor transport van voedings- en afvalstoffen
  • Regelt de warmteregulatie
  • Helpt bij melkproductie en groei
-> Via voer & drinkwater (10-15% vocht in droogvoer, +/- 80% in natvoer)

Slide 16 - Tekstslide

Eiwitten
Functie: 
  • Zorgt voor groei en herstel lichaam 
  • Smaakmaker in voeding
  • Bij verbranding; komt energie vrij
-> Eiwitten zijn opgebouwd uit aminozuren: 

Slide 17 - Tekstslide

Wat betekend 'essentiële aminozuren'?

Slide 18 - Open vraag

Vetten
Functie:
  • Leveren energie
  • Bevatten essentiële vetzuren en in vetoplosbare vitamines
  • Smaakmaker in voeding
-> Vetten zijn opgebouwd uit vetzuren:


Slide 19 - Tekstslide

Koolhydraten
Functie: 
  • Leveren (snelle) energie 
  • Bevat ruwe celstof -> vezels
Oplosbare vezels: 
  • Groente en fruit
Zijn moeilijk te verteren, zorgen voor goede darmflora 
Onoplosbare vezels: 
  • Granen
Stimuleren werking maagdarmstelsel, tekort lijdt tot verstopping

Slide 20 - Tekstslide

Mineralen
Functie: 
  • Bouwstof in cellen
  • Hulpstof bij enzymen
  • Invloed op vochtverdeling in lichaam
Mineralen zijn te verdelen in macro en micro-elementen:
  • macro-elementen: heeft dier meer van nodig
  • micro-elementen: heeft dier weinig nodig (sporenelementen)

Slide 21 - Tekstslide

Vitamines
Functie:
  • Verschilt per vitamine welke functie die heeft. 
Twee soorten vitamines: 
  • In vetoplosbare vitamines
  • In wateroplosbare vitamines

Slide 22 - Tekstslide

Slide 23 - Tekstslide

Verschillende voersoorten

Slide 24 - Tekstslide

Volledig - onvolledig
Volledige voeding: 
Bevat alle voedingsstoffen die een dier nodig heeft
Bijv: Brokken
Onvolledige voeding: 
Moet aangevuld worden zodat dier alle voedingsstoffen binnen krijgt
Bijv: diepvriesproducten, zoals hart en pens

Slide 25 - Tekstslide

Ruwvoer - krachtvoer
Ruwvoer: 
Plantaardig voedsel
Bevat veel ruwe celstof -> dier moet veel eten om 'vol' te zitten
Mindere voedingswaarde
Krachtvoer: 
Plantaardig en dierlijk voedsel
Bevat weinig ruwe celstof 
Meer voedingswaarde en voedingsstoffen

Slide 26 - Tekstslide

Wat zijn voorbeelden van ruwvoer?

Slide 27 - Woordweb

Wat zijn voorbeelden van krachtvoer?

Slide 28 - Woordweb

Enkelvoudig - gemengd - samengesteld
Enkelvoudig: Bestaat uit een product (mais)
Gemengd: Bestaat uit verschillende producten (zaadmengsel voor vogels) 
Samengesteld: Bestaan uit verschillende producten maar gemaakt tot een nieuw product (Pellets)  

Slide 29 - Tekstslide

Droogvoer - natvoer
Droogvoer: 
Voeding dat 10 - 15% uit water bestaat
Dieren hebben extra vocht nodig via drinkwater
Natvoer:
Voeding dat ongeveer 80% uit vocht bestaat

Slide 30 - Tekstslide

Rauw voedsel
Onbewerkt voedsel wat niet verhit is. 
-> Belangrijk om dit koel en hygiënisch te bewaren 

Slide 31 - Tekstslide

Heb je vertrouwen in het 'Voeding' onderdeel op de toets?

Slide 32 - Woordweb

Wat gaan we het 2e lesuur doen?
  • Vachtsoorten
  • Vachtverzorging
  • Hondenrassen
  • Kattenrassen 

Slide 33 - Tekstslide

Vachtsoorten hond
Stokhaar: Boven- en ondervacht
Korthaar/gladhaar: geen of nauwelijks ondervacht
Halflanghaar: boven- en ondervacht
Langhaar/zijdehaar: langharige ondervacht of geen ondervacht
Ruwhaar/draadhaar: Boven- en ondervacht
Krulhaar/kroeshaar: bijna tot geen bovenvacht
Vilthaar: Vacht die van nature vervilt 
Haarloos/naakt: Geen vacht, of op sommige plekken 

Slide 34 - Tekstslide

Vachtsoorten kat
Korthaar: korte dekharen
Halflanghaar: halflange dekharen
Langhaar: lange dekharen
Bijzondere vachtstructuur: gekrulde vacht of geen vacht

Slide 35 - Tekstslide

Vachtverzorging hond

Slide 36 - Tekstslide

Verzorging Stokhaar
Verschillend per lengte vd vacht
Kort stokhaar: 1x per week met herderhark, rubber borstel of handschoen. 
Half lang stokhaar: 1x per week met herderhark of slickerborstel
Lang stokhaar: Elke dag met slickerborstel en kam

Slide 37 - Tekstslide

Verzorging Korthaar/gladhaar
1 of 2x per week is voldoende. Borstel met rubberen borstel of handschoen. 

Borstel je vaker? Haaruitval wordt gestimuleerd 

Slide 38 - Tekstslide

Verzorging halflanghaar
1 of 2x per week is voldoende. Borstel met rubberen borstel of handschoen. 

Borstel je vaker? Haaruitval wordt gestimuleerd 

Slide 39 - Tekstslide

Verzorging langhaar/zijdehaar
Elke dag borstelen! Zo worden klitten in de vacht voorkomen . Gebruik een pennenborstel en bij klitten een slickerborstel (met kromme pennen). 

Met een kam kan je controleren op klitten in de vacht. 

Slide 40 - Tekstslide

Verzorging ruwhaar
Een keer per week borstelen om losse haren en vuil uit vacht te krijgen. Gebruik een slickerborstel, rubberen borstel en grove kam. 

Een hond met ruwhaar moet 3 tot 4 keer per jaar geplukt worden. 

Slide 41 - Tekstslide

Verzorging krulhaar/kroeshaar
Wekelijks borstelen met slickerborstel en een kam. 

Ook moeten deze honden bijgeknipt worden. Dit vachttype is geschikt om te scheren of te knippen. 

Slide 42 - Tekstslide

Verzorging vilthaar
Van nature vervilt de vacht. 

Belangrijk dat er geen plakkaten in de vacht ontstaan. Met speciale techniek kan je de strengen van elkaar losmaken. 

Slide 43 - Tekstslide

Verzorging haarloos/naakt
Geen vachtverzorging maar huidverzorging! 

Bij zon: zonnenbrand! 

Bij vuil: schoonmaken met washandje en milde shampoo. 

Slide 44 - Tekstslide

Vachtverzorging kat 

Slide 45 - Tekstslide

Verzorging korthaar 
Korthaar met weinig ondervacht: 1x per week met een rubberen borstel of handschoen. 

Korthaar met veel ondervacht: 1x per week kammen met grove kam of rubberen borstel

In de ruiperiode vaker verzorgen! 

Slide 46 - Tekstslide

Verzorging halflanghaar
Korthaar met weinig ondervacht: afhankelijk van ras, vaak 1x per week voldoende met kam, slickerborstel of pennenborstel

Korthaar met veel ondervacht: minstens 2x per week met kam, slickerborstel of pennenborstel

In de ruiperiode vaker verzorgen! 

Slide 47 - Tekstslide

Verzorging langhaar
Minstens twee keer per week met kam, slickerborstel of pennenborsel borstelen. 

Vacht controleren op klitten! Vooral op plekken waar haar snel klit. 

In de ruiperiode vaker verzorgen! 

Slide 48 - Tekstslide

Verzorging bijzondere vachten
Rex: Vanwege kwetsbare haren, borstelen niet aangeraden! Deze katten verzorgen hun eigen vacht. 

Naaktkat: Regelmatig wassen in lauwwarm water zonder zeep. Huidolie helpt bij droge huid. 

Slide 49 - Tekstslide

Heb je vertrouwen in het 'Verzorging' onderdeel op de toets?

Slide 50 - Woordweb