Een mannelijk roodborstje verdedigt in het voorjaar zijn territorium tegen andere roodborst-mannetjes. Het mannetje neemt dan o.a. een dreighouding aan.
Het mannetje neemt ook een dreighouding aan tegen een opgezet roodborst-mannetje, dat in het territorium wordt gezet. Tegen een roodborst-mannetje zonder rode keelvlek wordt geen dreighouding aangenomen. Tegen een propje felrode watten op een ijzerdraadje wordt een zeer sterke dreighouding aangenomen.
Wat is de supranormale prikkel bij dit territoriumgedrag?