H5 woordenschat en gramm woordsoorten

B1g 4 mei 2020
herhalen H5 woordenschat en behandelen H5 Grammatica woordsoorten 
1 / 30
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

In deze les zitten 30 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

B1g 4 mei 2020
herhalen H5 woordenschat en behandelen H5 Grammatica woordsoorten 

Slide 1 - Tekstslide

Even vooraf:
-Beweeg met je muis over het beeld en klik in het balkje op ‘gesprek weergeven’. Dan zie je rechts de vergader-chat verschijnen. Tijdens de les chat je alléén in de vergader-chat.
In de chat verschijnen geen opmerkingen over zaken die niets met de les te maken hebben, geen gifjes of andere overbodige toevoegingen.

-Pin even mijn videobeeld vast. Als je rechtsklikt op mijn beeld, kun je het vastpinnen.

-Als je vragen hebt over de theorie, kun je die in het wordbestand zetten: ga naar bestanden (niet de knop in je linkermenu, maar bovenin), open het bestand en klik op de 3 puntjes in de rechterbovenhoek. Kies daar openen in Browser. Daar kun je je vraag over de theorie in kwijt.

Slide 2 - Tekstslide

In deze les gaan we
Even kijken of de verbindingen goed zijn
Jullie aanwezigheid noteren
Beginnen met een Lessonup (duh…)
Krijg je uitleg bij de Lessonup
Kiken we naar het huiswerk
Mag je opdrachten maken
Krijg je een huiswerkopdracht

Slide 3 - Tekstslide

Nakijken
Eerst gaan we kijken of je nog iets van woordenschat weet, uit de paragraaf die voor de vakantie doorgenomen hebben.
Ik deel het scherm met jullie, jullie gebruiken dan je telefoon (de lessonup app of het adres www.lessonup.app) om mee te doen.
De PINcode staat onder in beeld.
Het meedoen kan ook op de laptop, als je een tweede keer Chrome opent, (rechtsklikken op het Chrome-icoon op je bureaublad en openenen kiezen) kun je de twee Chrome-vensters naast elkaar op je scherm zetten.

Slide 4 - Tekstslide

'Met iets te koop lopen' betekent:
A
iets overal verkondigen of vertonen
B
iets aanbieden op de markt
C
iets hebben dat onverkoopbaar is
D
ervandoor gaan met iets zonder te betalen

Slide 5 - Quizvraag

Vul aan met een uitdrukking die in de zin hoort: "Toen hij blut was, mocht hij zijn boodschappen ......... kopen"

Slide 6 - Open vraag

Sleep de uitdrukkingen naar de goede betekenis
Met mooie praatjes bedriegen
Voor een heel lage prijs verkopen
Zeer vlot verkopen
Als warme broodjes over de toonbank gaan
Voor een appel en een ei verkopen
Knollen voor citroenen verkopen

Slide 7 - Sleepvraag

Hoe ging het?
Pak nu je boek erbij op bladzijde 145-147.
Zie je op blz 146 de oefening met uitdrukkingen? Daar staan ze allermaal in. Als je net niet meer goed scoorde, moet je ze nog maar eens doornemen.

In de map bestanden bij dit team vind je het Worddocument ‘1 havo vwo – h5 woordenschat – 40 woorden alfabetisch’.. Gebruik dit om nog eens te leren.
De Kahoot is flink geoefend. Hier komen de uitslagen:

Slide 8 - Tekstslide

Rank
Player
Total Score (points)
Correct Answers
31
Bjorn
11079
11
13
Daemon
50500
38
4
Daemon1
56400
40
29
Daemon2
33675
30
10
Daemon3
52050
38
19
Djamilla
49350
37
5
Elisa
56375
40
32
evu fykejyzn
1850
2
24
Imre1
45675
36
25
Imre2
44600
36
33
Jesse1
0
0
35
Kaylen ?? ??
0
0
23
kaylen 2
46875
36
15
lieve 1
50275
38
3
lieve 2
56425
40
6
lieve 3
54050
39
18
liselot
49400
38
7
liselot 2
53875
39
26
lois
44575
35

Slide 9 - Tekstslide

Woordsoorten
Herhaling: wat weet je tot nu toe?

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Tekstslide

Slide 19 - Video

Vragen over woordsoorten

Slide 20 - Tekstslide

Wat is het voorzetsel in de zin?

'Toen je belde was ik in de supermarkt.'
A
in
B
er staat geen voorzetsel in de zin
C
supermarkt
D
de

Slide 21 - Quizvraag

Welk woord is GEEN voorzetsel?
A
op
B
onder
C
behalve
D
laatste

Slide 22 - Quizvraag

Welke woorden zijn voorzetsels?
A
hier
B
boven
C
vanwege
D
wachten

Slide 23 - Quizvraag

Welk voorzetsel hoort bij kiezen?
A
uit
B
naar
C
met
D
bij

Slide 24 - Quizvraag

Wat is geen voorzetsel?
A
Tijdens
B
eerste
C
achter
D
langs

Slide 25 - Quizvraag

Uit de mooie school.
De juiste volgorde is:
A
voorzetsel, bijvoeglijk naamwoord, zelfstandig naamwoord, lidwoord
B
lidwoord, bijvoeglijk naamwoord, zelfstandig naamwoord
C
voorzetsel, lidwoord, bijvoeglijk naamwoord en zelfstandig naamwoord

Slide 26 - Quizvraag

Slide 27 - Tekstslide

Slide 28 - Tekstslide

Huiswerk
Staat in Som, bij inleveropdrachten.

Slide 29 - Tekstslide

Tot de volgende keer!
Voordat je de vergadering verlaat door op je rode telefoonknop in beeld te klikken, vat je in een of twee woorden samen wat je van deze les vond. Zet dat woord/die woorden in de vergaderchat. Als daar geen reactie van jou staat, was je afwezig in deze les…

Slide 30 - Tekstslide