Zakelijke brief

Zakelijke brief
1 / 22
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmboLeerjaar 1-4

In deze les zitten 22 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Zakelijke brief

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Nakijken blz. 169-174
2:C 
3:B 
4:A 
5:A 1/B 3/C 3/D 2
7:D Alinea 6 is een vervolg op alinea 5.
8:1 B Alinea 3 en alinea 4 vormen samen een opsomming.
    2 D Alinea 5 versterkt de inhoud van alinea 4.
9: A een conclusie
10: A een advies.









Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat is een voorbeeld van een zakelijke brief?
A
Sollicitatiebrief
B
Brief aan de buurman
C
Brief aan een penvriend
D
Klachtenbrief

Slide 3 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

kenmerken zakelijke brief

Slide 4 - Woordweb

Beleefd/formeel taalgebruik
Aanhef
groet
sollicitatie, klacht, vraag om informatie
adresgegevens
betreft:
Welke zin gebruik je als laatste om de brief af te sluiten?
A
Ik hoop dat u aanwezig zult zijn op deze feestelijke avond.
B
Nou, tot 12 december, hoop ik, gezellig!
C
De feestcommissie kijkt er naar uit u op deze avond te verwelkomen.
D
Het is niet verplicht te komen maar ik hoop natuurlijk dat je komt.

Slide 5 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wanneer schrijf je hoofdletters?
A
Aan het begin van een zin.
B
Namen van mensen.
C
Namen van plaatsen.
D
Alle drie de antwoorden zijn juist.

Slide 6 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

A=
B=
C=
D=
E=
F=
G=
H=

Zakelijke brief

Slide 7 - Tekstslide

A= adresgegevens afzender
B= geadresseerde
C= plaats en datum
D= betreft
E= aanhef
F= inleiding
G= afsluiting
H= naam afzender

Noem iets wat hetzelfde is bij een zakelijke brief en een zakelijke e-mail?

Slide 8 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is een alinea?
A
Een stukje tekst.
B
Een tussenkopje.
C
De hele tekst.
D
Weet ik niet.

Slide 9 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Alinea's maak je door:
A
Een regel wit.
B
Inspringen.
C
Ophouden in een zin.
D
Alle drie de antwoorden zijn goed.

Slide 10 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Hoe zijn in deze tekst de alinea's gemaakt?

Slide 11 - Tekstslide

Met witregels.
Wat is een goede aanhef voor een zakelijke brief?
A
geachte Mevrouw Blankers
B
Beste Joost
C
Geachte heer Van der Sloot,
D
geachte heer van der Sloot,

Slide 12 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

In de inleiding van een zakelijke brief/mail staat:
A
Jezelf voorstellen, waarom je de brief schrijft
B
Kort maar krachtig alle informatie
C
Het onderwerp van de brief
D
De slotformule

Slide 13 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is een goede afsluiting voor een zakelijke brief/mail?
A
Groetjes
B
Liefs
C
Met vriendelijke groet,
D
Hoogachtend,

Slide 14 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

"Groetjes, Robin de Haas" wordt...

Slide 15 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Volgorde zakelijke brief
Afzender
Plaats en datum
Geadresseerde
Onderwerp:
Aanhef
Inleiding
Kern
Slot
Afsluiting
Bijlagen

Slide 16 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Aandacht geven aan:
Inhoud: Wat moet er allemaal in de brief/mail staan.
Taalgebruik: 
  • goede en volledige zinnen
  • goede spelling van woorden
  • leestekens
Conventies (vorm)
  • alinea's
  • onderwerpsregel/betreft
  • samenhang
  • logische volgorde

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Aan de slag

Maken blz. 183-187 opdracht 1 t/m 4
Bij opdracht 3 punt 5 moet je de e-mail schrijven
Bij opdracht 4 ga je zelf of een klasgenoot jouw e-mail bekijken en beoordelen.

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Nakijken opdracht 1 blz. 183
1:1 een e-mail
2 D overhalen
3 C een volwassene die ik niet ken
4 B met ‘u’ en ‘uw’
5 bijvoorbeeld: workshop geven
6 Met vriendelijke groet,
 Mark Oostendorp (of je eigen naam)
7 100 woorden

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Nakijken opdracht 2 blz.. 184/185
1
inleiding al. 1 a, b, d
middenstuk al. 2 c, d, g en  al. 3 e, f, h
slot al. 4 i, j
* onderdeel d vind je terug in de inleiding én in alinea 2.
2 a beleefd, bijvoorbeeld: u, uw, wil ik u vragen (al. 1), zou het fijn zijn (al. 2), Alvast hartelijk bedankt. (al. 4), Met vriendelijke groet, (slot)
   b enthousiast, bijvoorbeeld: zou het fijn zijn (al. 2), fantastisch (al. 3), Alvast     hartelijk bedankt. (al. 4)


Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Nakijken opdracht 3 blz. 185
1 overhalen
2 C een volwassene die ik niet ken
3 bijvoorbeeld:
a inl.
b inl.
c mid.
d mid.
e mid.
f slot [kan ook in bijvoorbeeld de tweede alinea van het mid.]
g slot [kan ook in bijvoorbeeld de tweede alinea van het mid.]
h slot

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Nakijken opdracht 4 blz. 187
1 13 punten
2 2 punten
3 3 punten
4 1 punt
5 eigen antwoord

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies