Laagland module 4 Achttiende eeuw

Literatuur van de achttiende eeuw
Laagland, literatuur en lezer Leerwerkboek B Module 4
1 / 51
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4,5

In deze les zitten 51 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 6 videos.

Onderdelen in deze les

Literatuur van de achttiende eeuw
Laagland, literatuur en lezer Leerwerkboek B Module 4

Slide 1 - Tekstslide

Republiek van de Zeven Verenigde Nederlanden

Slide 2 - Tekstslide

Historische context (p. 131)
Verhoudingen in de Republiek van de Zeven Verendigde Nederlanden (= Noord-Nederland): 
  • de Oranjepartij: de stadhouder (1702 overleed Willen lll van Oranje Nassau kinderloos/ 1747 nieuwe stadhouder) en zijn aanhang
  • de regenten (regentenfamilies hebben de macht): machtige stadsbestuurders, antistadhouder
  • de patriotten (burgerij): emanciperende burgerij, antistadhouder en regenten, wensten meer invloed op het dagelijks bestuur

Slide 3 - Tekstslide

Historische context (p. 131)
Wereldwijd sfeer van onafhankelijkheid en opstand: 
  • 1775: Amerikaanse Vrijheidsoorlog, resultaat: onafhankelijkheid VS
  • 1789: Franse Revolutie, ontevreden burgers bestormen de Bastille, resultaat: afzetting en onthoofding Lodewijk XVI  (1793)
  • 1795: Napoleon grijpt de macht 

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Video

Overige begrippen (p. 131)
  • verfransing: regenten die zich in cultureel opzicht naar Frankrijk richten 
  • pruikentijd: regenten dragen pruiken (Parijse mode)/ De term 'pruikentijd' staat ook voor de decadentie en de zelfgenoegzaamheid van de elite.
  • Industriële Revolutie: in Engeland grote impuls, in Nederland stagneert de boel, regenten rentenieren en doen geen nieuwe investeringen --> werkloosheid, onvrede stijgt.
  • Bataafse Republiek: Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden wordt veroverd door Frankrijk (1795)

Slide 6 - Tekstslide

Culturele context (vanaf p. 132)

Slide 7 - Tekstslide

Verlichting (vanaf p. 132)
Termen van de verlichting:
-optimisme/ optimistische tijd
-pruikentijd
-moralisren
-didactisch-moralistisch tijdschrift
-ratio/ rationalisme

Slide 8 - Tekstslide

optimisme
De mensen zijn van nature goed en meer kennis bevordert positief gedrag.

Slide 9 - Tekstslide

moraliseren
Mensen moeten leren wat goed en wat slecht is.
Het kind is een onbeschreven blad (Rousseau/tabula rasa)

Slide 10 - Tekstslide

Didactisch moralistisch
Kennis verschaffen (didactisch), hoe dient een verlicht mens zich te gedragen (moralistisch). 

De Hollandse Spectator van Van Effen is de bekendste Nederlandstalige spactator.

Slide 11 - Tekstslide

ratio/ rationalisme
De ratio is de rede, het verstand. Een verlicht mens gaat uit van zijn verstand, beredeneert alles en maakt op basis daarvan zijn beslissingen.

Slide 12 - Tekstslide

Filosofie->empirisme/ rationalisme
Centrale vragen:
Hoe en wat kan ik weten?
Hoe kom ik tot kennis?

Desacartes (1596-1650): 'Zijn' kan alleen wat ik denk (zonder op de ervaring aangewezen te zijn -> kennis van de wereld) - start rationalisme
Bacon (1561-1621): 'Zijn' kan slechts wat ik waarneem (zintuigelijke ervaring = bron van kennis) - start empirisme

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Tekstslide

0

Slide 15 - Video

Classicisme 
Ontstaan in de zeventiende eeuw -> vorsten en machthebbers

Achttiende eeuw-> classicisme wordt hergebruikt door burgerij 
Verschil met zeventiende eeuws classicisme::
- nadruk op eenvoud, zakelijkheid, regelmaat en heldere lijnen (morele zuiverheid)
-kunstenaar richt zich qua onderwerp op de burgerlijke wereld (geen waargebeurde historische gebeurtenissen)


Slide 16 - Tekstslide

Kunst in de achttiende eeuw
Cornelis Troost (1696-1750) -> NELRI
Nemo loquebatur’ (Niemand sprak), ‘Erat sermo inter frares’ (Men raakte in gesprek), ‘Loquebatur omnes’ (Iedereen praatte), ‘Rumor erat in casa’ (Er werd geschreeuwd in huis) en ‘Ibant qui poterant, qui non potuere cadebant’ (Wie kon lopen vertrok te voet, wie dat niet meer kon, viel). 


Spottende weergave van een plezierige avond (Niemand sprak er).

Schilder als opvoeder en opinievormer van zijn publiek -> kunst moest begrijpelijk en duisdelijk zijn voor de (gegoede) burger.

Slide 17 - Tekstslide

Welke belangrijke begrippen van de Verlichting ken jij nu?

Slide 18 - Open vraag

literaire ontwikkelingen (vanaf p. 135)

Slide 19 - Tekstslide

Classicistisch toneel  (vanaf p. 135)

Slide 20 - Tekstslide

Slide 21 - Video

Het wederzijds huwelijksbedrog
Pieter Langendijk, 1714

'Kun je op grond van dit fragment iets zeggen over de functie van toneel in de achttiende eeuw?'

Slide 22 - Tekstslide

Classicistisch toneel (18e eeuw)
  • toneel vooral in herbergen en op kermissen / jaarmarkten 
  • 1669: 'Nil volentibus arduum' --> dichtgenootschap uit de hoger opgeleide burgerij dat het toneel wilde hervormen
  • Frans classicistisch toneel: personages met een duidelijk positief of negatief karakter, toneelhandelingen en taalgebruik beschaafd
  • doel: morele (levens)lessen, bevordering deugdzaamheid

Slide 23 - Tekstslide

Spectators (p.137)

Slide 24 - Tekstslide

Spectatoriale tijdschriften anno 2022

Slide 25 - Tekstslide

Spectatoriale tijdschriften in de 18de eeuw
literatuur in de 18e eeuw: voor en door burgers 

Spectatoriale tijdschriften
- opinieorgaan voor de burgerij: raad over allerlei zaken (bijv. op zedelijk of godsdienstig terrein), leerzaam en amusant, aanzetten tot discussie 
- idealen verlichting: mens kan zich verbeteren door redelijk denken
- gelezen in koffiehuizen
- 'De Hollandsche Spectator' van Justus van Effen

Slide 26 - Tekstslide

Slide 27 - Video

Spectatoriale tijdschriften
Tekstsoorten: 
1. karakterschetsen: menselijke eigenschappen uitvergroot en bekritiseerd of juist geprezen
2. moraliserende gedichten
3. lezersbrieven (ingezonden brieven)

Vanaf 1780 dalende populariteit: politieke kwesties mochten niet genoemd worden en de roman werd erg populair. 


Slide 28 - Tekstslide

Slide 29 - Tekstslide

Kinderliteratuur - Hieronymus van Alphen  (p. 137)

Slide 30 - Tekstslide

Slide 31 - Link

Kinderliteratuur
  • opvoeding en onderwijs --> verlichtingsidealen!
  • Hieronijmus van Alphen (1746-1803)  --> belangrijkste auteur van kinderliteratuur
Proeve van kleine gedigten voor kinderen (1778)
- studie-ijver
- deugden: oprechtheid, gehoorzaamheid
- relatie ouder/kind

Slide 32 - Tekstslide

Van Alphens literatuur was populair, want: 
1. het kind verwoordt zelf de les of de moraal
2. Van Alphen gebruikt eenvoudige taal (voor kinderen die toen leefden)
3. onderwerpen, zaken en gevoelens sluiten aan bij de belevingswereld van kinderen (van toen)

Slide 33 - Tekstslide

Slide 34 - Tekstslide

Wie schreef kindergedichtjes?
A
Baruch Spinoza
B
Justus van Effen
C
Hiëronymus van Alphen
D
Sara Burgerhart

Slide 35 - Quizvraag

De taal van deze gedichtjes was best ingewikkeld voor kleine kinderen
A
juist
B
onjuist

Slide 36 - Quizvraag

Welke verlichte ideeën kwam je zoal tegen in 'Proeve van kleine gedichten voor kinderen'?
A
er bestaat geen sinterklaas
B
als kind moet je al het leger in
C
je moet bang zijn voor dode mensen
D
de duivel bestaat niet

Slide 37 - Quizvraag

Imaginaire reisverhalen (vanaf p. 137)

Slide 38 - Tekstslide

Slide 39 - Link

Imaginaire reisverhalen
- verhaal over een reis naar een denkbeeldig land
- maatschappijkritiek --> populair bij Verlichtingsschrijvers
- want: via een denkbeeldig land kon een schrijver situaties in zijn eigen land bekritiseren
- satirisch

Reize door het Aapenland van Gerrit Paape

Slide 40 - Tekstslide

Slide 41 - Video

Bedoeling van Paape
- J.A. Schasz M.D --> patriottisch pseudoniem

- Nummer 1 apen: patriotten (vrijheid, gelijkheid, democratie) 
--> geven de apen de innerlijke vrijheid om mens te worden
- Nummer 5 apen --> orangjegezinden (koste wat het kost de macht behouden)
--> willen m.b.v. hun macht staarten afhakken 

Slide 42 - Tekstslide

Lezen voor de lijst
'Schijn bedriegt: door zijn omvang lijkt dit een gemakkelijk boek, maar de oudere taal vraagt om doorzettingsvermogen. De structuur is echter eenvoudig, gewoon chronologisch zonder tijdssprongen. Daar staat weer tegenover dat het verhaal over de apen één grote metafoor is voor de menselijke maatschappij. Maar zeker als je interesse hebt in de hedendaagse politiek en de moeite neemt je eerst te verdiepen in de historische situatie rond 1788, bijvoorbeeld door het voorwoord te lezen, zul je de satire beter kunnen herkennen en waarderen.'

Slide 43 - Tekstslide

'Literaire werkelijkheid'

vraag
Wat voor beeld geeft het fragment van Gerrit Paape van de maatschappelijke verhoudingen in de Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden (18e eeuw)? 

Slide 44 - Tekstslide

Betje Wolff en Aagje Deken (vanaf p. 138)

Slide 45 - Tekstslide

Opkomst van de roman (p. 132)
- ca. 1780: roman wordt een volwaardig genre (i.t.t. 'romannetjes) 
Verlichting
--> psychologische verdieping romanpersonages (zelfbespiegeling, eigen gedrag)
--> zedenromans: heersende normen en waarden worden beschreven in brieven

Slide 46 - Tekstslide

Slide 47 - Link

De Historie van Mejuffrouw Sara Burgerhart
auteurs: Betje Wolff en Aagje Deken 

kenmerken
- gewone burgers zijn hoofdpersoon, dagelijks leven centraal 
- doel: normen en waarden, een vrouw moet zich niet teveel bezig houden met werelds vermaak, maar zich richten op het geluk in huwelijk en gezin
 - programmanamen (=karakter personage aanduiden): Burgerhart, Edeling

Slide 48 - Tekstslide




'Ik krijg nooit wijn. Tante zegt dat het niet goed is voor me en dat is goed mogelijk; want ik ben jong en gezond. “Kom Saartje, ruim de tafel maar af; Brechtje is wat vermoeid; de sloof wordt oud.” Ik deed dat; zette het dessert neer. “Waar benne de flensjes, Saartje?” “Die benne in mijn maag, tante.” Hup mijn servet neergegooid (per ongeluk tegen broeders palmhouten pruik) en het onweer op mijn kamer ontvlucht. U weet, ik ben tamelijk snel, wat mij toen goed van pas kwam. Hup de deur op slot. ’s Avonds kwam de Hottentot [= Brechtje] met een stuk brood en een glas zuur bier, ze zei erbij, “dat ik het nooit kon verantwoorden, de manier waarop ik een vroom mens plaagde.” “Scheer je van mijn kamer,” zei ik, en duwde haar de deur uit. Het brood (dat goed viel op de flensjes) at ik op. Het bier gooide ik weg, en dronk wat water uit mijn karaf: ik ging vroeg naar bed en sliep als een roos.'

Slide 49 - Tekstslide

Briefromans 
  • zelfbespiegelingen met anderen delen 
  • illusie van echtheid --> typerende personages met talige kenmerken, spanning verhogend als een brief zoek raakte of verkeerd werd begrepen

Slide 50 - Tekstslide

Slide 51 - Video