Hv2tne Tv 12 en 13, huiswerk-antwoorden

Welkom hv2t
1 / 10
volgende
Slide 1: Tekstslide

In deze les zitten 10 slides, met tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

Welkom hv2t

Slide 1 - Tekstslide

Programma 26 november
  1. 'Een nog een zelf aan de slag les'
  2. Boek 2 uitgekozen? Op de lijst geschreven?
  3. Taalverzorging 12 en 13  -- nakijken en nog maken 6 tm 9, blz 57
  4. Werkwoordspelling 27--filmpje thuis kijken!
  5. 27, lezen blz 110 maken opdracht 1 en 2 blz 110-111
  6. Klaar? nog even boek lezen
  7. Huiswerk 27, lezen blz 112 en opdracht 6-7-8 blz 113


Slide 2 - Tekstslide

Antwoorden 12   opdracht 1-5
 1 a     guppy’s   
    b    djembés
    c    gewelven
    d    schubben
    e    ambulances                                   
    f    sms’en
    g    verzen
    h    hertogen
    i    toffees
    j    slechteriken
   
2      meubel: meubels, meubelen
        been: benen, beenderen
        motor: motors, motoren
        strip: strips, strippen
        aquarium: aquariums, aquaria
        eigenaar: eigenaars, eigenaren

3    a     ceremonies, ceremonieën, ceremoniën
    b    euro’s                                              c    maïskolven
    d    kalveren                                         e    encyclopedieën
    f    verantwoordelijkheden            g    explosies
    h    comedy’s                                        i    hiërogliefen
    j    tweeën

4    a      Elfen is het meervoud van het sprookjesfiguur de elf,  een soort feeën. Elven is het meervoud van het getal elf.
    b     Graven kan een meervoud zijn van graf, maar ook van graaf. Bovendien kan het een werkwoord zijn.

5         ‘Museum’ is een leenwoord uit het Latijn. Deze leenwoorden hebben soms twee meervoudsvormen: de oorspronkelijke en een vernederlandste vorm. Je kunt musea zeggen, maar ook museums. De vorm musea’s is een combinatie van de oorspronkelijke meervoudsvorm en de vernederlandste meervoudsvorm. Dat kan niet.


Slide 3 - Tekstslide

Antwoorden 12   opdracht 7, 9-11
 7 a    populaire                      b    gouden                  c    goed                      d    plastic                         e    bizarre                    f    bonte
    g    onherbergzaam          h     brave


9      Een briljante bruiloft is een bruiloft die echt fantastisch leuk is. Een briljanten bruiloft is het 65-jarige jubileum van een huwelijk.



10a    ‘Enig’ kan twee dingen betekenen: schattig, of iets waarvan geen tweede is. Van deze betekenis van ‘enig’ bestaat alleen maar de stellende trap (dus: enig). Je kunt namelijk niet méér of het meest ‘enig’ zijn. ‘Enigste’ is in deze zin daarom fout.
   


10b    Het woord optimaal betekent: zo goed mogelijk. Als iets al zo goed als mogelijk is, kan het niet nog beter worden. Daarom is er geen vergrotende of overtreffende trap voor dit woord. In deze zin kan beter een woord als ‘gunstiger’ worden gebruikt.


11.
   a    knikkende knieën
    b    verloren weddenschappen
    c    ontpitte olijven
    d    verzengende hitte (geen meervoudsvorm)
    e    verstrooide professoren / professors
    f    gedane zaken
    g    verraste smileys
    h    verveelde kletskousen


Slide 4 - Tekstslide

Antwoorden 13   opdracht 1-4
1  a     brandweerladder                     b    verrassingseffect
    c  daartegenover                             d    klantenservice
    e    kinderboekenschrijver           f    groene thee
    g    apetrots                                        h    stedentrip
    i    cybercrime                                    j    weersvooruitzicht

2    a    hemelsbreed                            b    motorrijden
    c    luchtballon                                  d    blauwe bessen
    e    trainingsschema                       f    geboorteplaats
    g    slechthorend                              h    eiersalade
    i    hoofdpijndossier                        j    middernacht
   
4  a    Vandaag gaan we buiten sporten want het is mooi weer.
    b   De meeste buitensporten vind ik leuk om te doen.
    c    De kapitein roept dat het land in zicht is.
d Pim heeft weinig ruimtelijk inzicht; inparkeren kan hij niet.
e Marco is te goed voor dit team, dus is hij overgeplaatst.
 f  U heeft een tegoed van 50 euro op deze pas staan.



3.a     Drink water. Het gaat hier namelijk niet om water bedoeld om te drinken (drinkwater). ‘Drink’ is hier de gebiedende wijs, het vertelt wat je moet doen: drinken. ‘Water’ is wát je moet drinken.
    b    Beukenhout. Want het gaat hier om een ding, namelijk een harde houtsoort.
    c    Weer wolven. Bedoeld wordt dat er opnieuw wolven zijn gespot, niet dat er weerwolven (mensen die ’s nachts in wolven veranderen) zijn gespot.
    d    Goedpraten. Er wordt namelijk niet bedoeld dat hij goed kan praten. Het gaat hier om één begrip: zeggen dat iets niet of minder erg is dan het eigenlijk is.  
    e    Roze blaadjes. Want roze is hier een bijvoeglijk naamwoord bij het zelfstandig naamwoord blaadjes
 
   


Slide 5 - Tekstslide

Leerdoelen behaald?
  • Je weet welke regels er zijn voor het schrijven van meervouden en bijvoeglijke naamwoorden

  • Je weet welke regels er zijn voor het spellen van samenstellingen en hoe je getallen schrijft

Slide 6 - Tekstslide

Leerdoelen TV 27, werkwoordspelling
  • Je leert wat de regels zijn voor het spellen van werkwoorden
  • Je kunt in een zin een correcte gespelde werkwoordsvorm invullen

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Video

Afsluiting en vooruitblik
Volgende les: maandag 2 december
  • Huiswerk: afmaken en/of verbeteren boekopdracht
  • Huiswerk: afmaken opdrachten 13 - 6 t/9, blz 57 en maken opdracht 1 & 2 van 27 (zelf het filmpje thuiskijken)
  • Meenemen: leesboek 2, lesboek en opgeladen laptop
  • Programma: Uitloop les 13 &  STW periode B- les 27- werkwoordspelling

Slide 9 - Tekstslide

Hv2tne Tv 12 en 13, huiswerk-antwoorden

Slide 10 - Tekstslide