P3 les 1: Ademhalingsstelsel/ astma/ COPD

Periode 3
Onderwerpen:
-hulp bieden bij cliënten met ademhalingsproblemen
-hulp bieden bij cliënten met koorts en onderkoeling
-hulp bieden bij een goede nachtrust
-hulp bij cliënten bij cliënten met neurologische aandoeningen, waaronder dementie
-hulp bij cliënten met ziekten aan het bewegingsapparaat.
1 / 30
volgende
Slide 1: Tekstslide
ADLMBOStudiejaar 2

In deze les zitten 30 slides, met tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 90 min

Onderdelen in deze les

Periode 3
Onderwerpen:
-hulp bieden bij cliënten met ademhalingsproblemen
-hulp bieden bij cliënten met koorts en onderkoeling
-hulp bieden bij een goede nachtrust
-hulp bij cliënten bij cliënten met neurologische aandoeningen, waaronder dementie
-hulp bij cliënten met ziekten aan het bewegingsapparaat.

Slide 1 - Tekstslide

Periode 3
Eindopdracht:
Deze eindopdracht bestaat uit het uitwerken van hulp voor iemand die een gezondheidsverandering heeft (gehad).

Zie It's Learning

Slide 2 - Tekstslide

Ademhalingsstelsel 
Deze les gaan wij met dit onderwerp aan de slag
https://youtu.be/-OpKoSGv0IM

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Tekstslide

In- en uitademing
Je hebt zuurstof nodig om te 
leven.
De afvalstoffen die terugkomen 
via het bloed, worden afgestaan 
via de ademhaling.

Slide 5 - Tekstslide

Het ademhalingsstelsel
Bestaat uit:
Neus- en mondholte
Keelholte
Strottenhoofd
Luchtpijp en luchtpijp-
takken
Longen

Slide 6 - Tekstslide

Neus- en mondholte
Je ademt in en uit via je neus en mond
Je neus filtert de lucht, het vuil eruit en bevochtigt
Reukorgaan

Slide 7 - Tekstslide

Keelholte en strottenhoofd
Bovenkant keelholte staat in verbinding met neus en mond
Onderkant splitst zich in slokdarm en luchtpijp

Lucht: strottenhoofd zorgt dat je slokdarm afgesloten is en lucht in je luchtpijp stroomt
Eten: je huig sluit je neus af en je strottenklepje sluit je strottenhoofd af

Slide 8 - Tekstslide

Het strottenklepje
Heeft als doel om de luchtpijn af te sluiten zodat je veilig eten en drinken door kan slikken.
In de keelholte komen de luchtpijp en slokdarm samen,

Slide 9 - Tekstslide

Luchtpijp
Luchtpijp: een 13 cm lange buis, 
met hoefijzer vormige kraakbeen 
ringen.
Bekleed met slijmvlies en trilhaartjes
Slijmvlies heel gevoelig, bijv bij 
vreemd voorwerp

Slide 10 - Tekstslide

Bronchiën
Je luchtpijp vertakt zich in twee takken: de bronchiën
Ze vertakken zich steeds verder in kleinere vertakkingen, en bereiken uiteindelijk 
de longblaasjes

Slide 11 - Tekstslide

Longen
Ze wegen ongeveer 1 kg
Linkerlong is kleiner dan de rechter
Longkwab: bestaat uit honderden 
longkwabjes
Longblaasjes: allerkleinste vertakkingen van 
de bronchiën. Vorm van trosjes. Hier vindt uitwisseling van zuurstof en koolmonoxide plaats

Slide 12 - Tekstslide

Werking van de ademhaling
Ademhaling; geregeld vanuit ademhalingscentrum
Verloopt automatisch/ onwillekeurig

2 fases

Slide 13 - Tekstslide

Chronische longaandoeningen
- Astma 
- COPD
      1. Chronische bronchitis
      2. Long emfyseem
- Longkanker (komt bij module kanker)

Slide 14 - Tekstslide

COPD is een verzamelnaam voor:
Chronische bronchitis:
* Bronchiën zijn steeds ontstoken. 
* Slijmvlies wordt dikker en produceert meer slijm.
* Benauwdheid en hoesten
Longemfyseem:
Longblaasjes rekken uit en gaan kapot.
Komen met elkaar in verbinding en vormen grote slappe blaasjes. 
Des te meer beschadiging des te minder O2 de longen kan opnemen. 

Slide 15 - Tekstslide

Chronic Obstructive Pulmonary Disease / 
(Chronische Obstructieve Long Ziekte)
  • Chronische longziekte
  • Permanente vernauwing van de luchtwegen
  • Ontstaan vaak op oudere leeftijd (40 +)
  • Vaak veroorzaakt door (jarenlang) roken
  • Het slijmvlies in de luchtwegen raakt ontstoken -> zwelt op en vormt meer slijmvlies.



COPD -> Chronic Obstructive Pulmonary Disease /
(Chronische Obstructieve Long Ziekte)

  • Chronische longziekte
  • Chronische bronchitis en longemfyseem
  • Permanente vernauwing van de luchtwegen
  • Ontstaan vaak op oudere leeftijd (40 +)
  • Vaak veroorzaakt door (jarenlang) roken
  • Het slijmvlies in de luchtwegen raakt ontstoken -> zwelt op en vormt meer slijmvlies.

Slide 16 - Tekstslide

Oorzaken

- Roken -> 90% van alle gevallen
- Allergie
- Hevige blootstelling aan chemicaliën en dampen. 
- Chronisch astma
- Erfelijke ziekte Alpha-1: eiwit om longen te beschermen. Wordt niet aangemaakt in lever en veroorzaakt COPD 


Verschijnselen





Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Video

Medicatie bij longproblemen
1. Bij hoestprikkels om de hoestprikkel te verminderen -> Codeïne
2. Bij astma/COPD om de aanval op het eigen lichaam te verminderen -> prednison/dexamethason
3. Bij astma/COPD om de luchtwegen open te houden en slijmvorming te verminderen (puffjes)-> Serevent, Salbutamol, Ventolin, Pulmicort, Foster
4. Bij een longontsteking -> Amoxicilline, Augmentin

Slide 19 - Tekstslide

Wat kun jij doen?
1. Laat client op juiste wijze en tijdstip medicijnen nemen (inhalatie)
2. Laat cliënt voldoende bewegen/ fysiotherapie
3. Zorg voor goede voeding
4. Ademhalings-/ ontspanningsoefeningen

Slide 20 - Tekstslide

Slide 21 - Video

Astma
- Chronische kleine ontstekingen  in de luchtwegen
- Ontstaat al op jongere leeftijd
- Een combinatie van omgevings- en erfelijke factoren.

- De luchtwegen raken snel geprikkeld door allerlei stoffen. Veel mensen met astma zijn allergisch. 

- Klachten in aanvallen, niet elke dag

 

Slide 22 - Tekstslide

Soorten astma
Allergisch astma 

Niet-allergisch: niet-allergische prikkels geven klachten. -> uitlaatgassen,benzine,balkuchtjes,parfum of schoonmaakmiddelen. Maar ook kou, mist en vochtige lucht. 

Inspanning: lichamelijke inspanning, stress 
en heftige emoties.


Slide 23 - Tekstslide

Oorzaak astma: erfelijkheid, rokende ouders, te vroeg geboren, aanleg voor allergieën, beroepsastma

Slide 24 - Tekstslide

Behandeling
Gericht op het onder controle houden van de ziekte. 

Medicatie: ontstekingsremmers en luchtwegverwijderaars. 

Medicatie gericht op de allergie:
Anti-histaminica



Slide 25 - Tekstslide

Wat kun jij doen?
1. Laat client op juiste wijze en tijdstip medicijnen nemen (inhalatie)
2. Laat client voldoende bewegen
3. Laat client stoffen vermijden waar die allergisch voor is (wasmiddelen, huisstofmijt, bepaalde voeding of planten, stuifmeel)

Slide 26 - Tekstslide

Opdracht 20 klassikaal
Heb je tijdens je werk weleens een zorgvrager gezien die problemen had met de ademhaling?

Zo ja, weet je waardoor dat kwam?

Waaraan zag je dat de zorgvrager last had met de ademhaling?

Slide 27 - Tekstslide

Opdracht 21
In 2 tallen: observeer de ademhaling van de ander.
Schrijf je bevindingen op over de:

ADEMFREQUENTIE
DIEPTE
REGELMAAT

Slide 28 - Tekstslide

Opdracht 22
Geef aan wat jij als helpende kunt doen



Maken en inleveren in It's Learning

Slide 29 - Tekstslide

Huiswerk
Opdracht 23 in It's Learning



Slide 30 - Tekstslide