Arbeid = noodzakelijke arbeid voor de productie Natuur = grondstoffen, grond waar het bedrijf op staat en energie
voor productie
Slide 17 - Tekstslide
Productie
Arbeidsintensieve productie Bij de productie wordt veel personeel gebruikt
Kapitaalsintensieve productie Bij de productie worden veel kapitaalgoederen gebruikt
Slide 18 - Tekstslide
Kapitaalgoederen
hulpmiddelen bij de productie in bedrijven.
Voorbeelden: machines, gebouwen, voertuigen, huisvesting etc.
Deze noem je daarom kapitaalgoederen.
Slide 19 - Tekstslide
Arbeid = het werk van mensen. Mensen die in dienst werken, mensen die produceren en mensen die hun arbeid verrichten voor hun werkgever,
Slide 20 - Tekstslide
Natuur: Alles niet wat door mensen is gemaakt, zoals zonlicht, regenwater, grondstoffen in de bodem
Slide 21 - Tekstslide
Wat is investeren?
Slide 22 - Woordweb
Investeren
Het kopen van kapitaalgoederen door bedrijven noemen we investeren!
Een bedrijf die bijvoorbeeld wilt uitbreidenen meer producten wilt produceren moet nieuwe machines erbij kopen dus investeren.
Investeren
Slide 23 - Tekstslide
Waarom investeren bedrijven in kapitaalgoederen?
Slide 24 - Tekstslide
Investeren
Investeren
Investeren:
Het kopen van nieuwe kapitaalgoederen, zoals machines, gereedschappen of gebouwen.
Bedoeld om meer, beter of goedkoper te kunnen produceren
Slide 25 - Tekstslide
Een broodje in de Aula kopen is
A
Zelfvoorziening
B
Consumeren
Slide 26 - Quizvraag
Consumeren betekent: een behoefte bevredigen
A
Waar
B
Niet waar
Slide 27 - Quizvraag
Aan het eind van deze paragraaf kun je:
benoemen wat er nodig is voor betaalde productie.
benoemen wat de drie productiefactoren zijn en een voorbeeld noemen
uitleggen wat kapitaalgoederen zijn en hoe bedrijven deze verschaffen.
Wat gaan we leren?
Slide 28 - Tekstslide
Gatentekst
1) _______ is iets doen of maken tegen betaling, bijvoorbeeld door bedrijven. Hiervoor zijn 2) _______ nodig. Dit zijn de middelen die nodig zijn om te produceren. Dit zijn kapitaal, arbeid en natuur (KAN, KANO). 3) _______ zijn machines, gebouwen, gereedschappen en grondstoffen die nodig zijn om iets te maken. 4) _______ is de tijd en de inzet van mensen die iets maken of doen. 5) _______ zijn de natuurlijke hulpbronnen die gebruikt worden om iets te maken, zoals olie, gas, hout en water. 6) _______zijn goederen die nodig zijn om te kunnen produceren, zoals machines en gebouwen. 7) _______betekent het aanschaffen van kapitaalgoederen om zo meer productie mogelijk te maken en inkomsten te vergroten.
Vul in in de tekst!
Investeren
Natuur
Kapitaal
Betaald produceren
Kapitaalgoederen
Arbeid
Productiefactoren
Slide 29 - Tekstslide
Gatentekst
BETAALD PRODUCEREN is iets doen of maken tegen betaling, bijvoorbeeld door bedrijven. Hiervoor zijn PRODUCTIEFACTOREN nodig. Dit zijn de middelen die nodig zijn om te produceren. Dit zijn kapitaal, arbeid en natuur (KAN, KANO). KAPITAAL zijn machines, gebouwen, gereedschappen en grondstoffen die nodig zijn om iets te maken. ARBEID is de tijd en de inzet van mensen die iets maken of doen. NATUUR zijn de natuurlijke hulpbronnen die gebruikt worden om iets te maken, zoals olie, gas, hout en water. KAPITAALGOEDEREN zijn goederen die nodig zijn om te kunnen produceren, zoals machines en gebouwen. INVESTEREN betekent het aanschaffen van kapitaalgoederen om zo meer productie mogelijk te maken en inkomsten te vergroten.