Klas 3 NaSk 2.3 Spiegelbeelden
1 / 26
Lesduur is: 70 minOnderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Slide 2 - Tekstslide
Wat heb je de vorige les gedaan/geleerd?
Slide 3 - Open vraag
In de afbeelding zie je een voorbeeld van....
A
Diffuse terugkaatsing
B
Spiegelende terugkaatsing
Slide 4 - Quizvraag
In de afbeelding zie je een voorbeeld van....
A
Diffuse terugkaatsing
B
Spiegelende terugkaatsing
Slide 5 - Quizvraag
De spiegelwet wordt als volgt opgeschreven:
A
De hoek van inval =
de hoek van uitval
B
De hoek van uitval = de hoek van terugkaatsing
C
De hoek van terugkaatsing = de hoek van uitval
D
De hoek van inval = de hoek van terugkaatsing
Slide 6 - Quizvraag
Wat is de eerste stap wanneer je een teruggekaatste lichtstraal tekent?
A
de hoek opmeten
B
de teruggekaatste lichtstraal tekenen
C
de hoek aflezen
D
de normaal tekenen
Slide 7 - Quizvraag
Hoe heet een spiegelbeeld?
A
Weerspiegeling
B
Weerkaatsing
C
Asbeeld
D
Virtueel beeld
Slide 8 - Quizvraag
Slide 9 - Tekstslide
Slide 10 - Tekstslide
Slide 11 - Tekstslide
Slide 12 - Tekstslide
Slide 13 - Tekstslide
Slide 14 - Tekstslide
Slide 15 - Tekstslide
Slide 16 - Tekstslide
Slide 17 - Tekstslide
Slide 18 - Tekstslide
De afstand van een voorwerp tot de spiegel heet
A
spiegelafstand
B
beeldafstand
C
voorwerpsafstand
Slide 19 - Quizvraag
Hoe heet de afstand aangegeven met 2 ?
A
beeldafstand
B
brandpuntsafstand
C
voorwerpsafstand
D
lensafstand
Slide 20 - Quizvraag
Een reflector geeft licht.
A
waar
B
niet waar
Slide 21 - Quizvraag
Welke spiegel heeft het grootste gezichtsveld
A
holle spiegel
B
bolle spiegel
C
vlakke spiegel
D
passpiegel
Slide 22 - Quizvraag
wat je kunt zien zonder je te verplaatsen
A
bovenuit
B
gezichtsveld
C
nabij
D
in zicht zijn
Slide 23 - Quizvraag
Het deel van de omgeving dat je kunt zien heet?
A
Omgevingszicht
B
Gezichtsveld
C
Dode hoek
D
Blinde hoek
Slide 24 - Quizvraag
Wat is een dode hoek?
A
Een gezichtsveld dat je niet kunt zien
B
Een gezichtsveld dat je kunt zien
Slide 25 - Quizvraag
Waar zit de dode hoek bij vrachtwagens en andere grote voertuigen?
A
Linksvoor, naast de cabine
B
Linksachter, naast het achterste wiel
C
Rechtsvoor, naast de cabine
D
Rechtsachter, naast het achterste wiel
