4.2 Problemen in de kerk (deel 2)

4.2 Problemen in de kerk
Tijd van ontdekkers en hervormers
1 / 13
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolmavoLeerjaar 1

In deze les zitten 13 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

4.2 Problemen in de kerk
Tijd van ontdekkers en hervormers

Slide 1 - Tekstslide

Aan het einde van de les
  • Kun je  uitleggen hoe de kerk omging met mensen die anders dachten over het geloof dan de kerk.
  • Kun je met een aantal voorbeelden uitleggen welke kritiek Luther rond 1500 had op de kerk.
  • Kun je uitleggen welke twee stromingen in de christelijke kerk ontstonden.

Slide 2 - Tekstslide

Huiswerk!

Slide 3 - Tekstslide

Wat weet je nog van de vorige les?

Slide 4 - Open vraag

Luther
  • In 1517 kwam de Duitse monnik Maarten Luther met zijn 95 stellingen.
  • Luther had 3 belangrijke punten van kritiek. 
  • Hij wilde hiermee de kerk hervormen.

Slide 5 - Tekstslide

1. Aflaten 
  • Luther had kritiek op de aflaten.
  • Hij vond dat de kerk vooral bezig was met geld verdienen. 
  • Alleen God beslist of je naar de hemel gaat niet de paus!
  • Om in de hemel te komen moet je veel bidden en een goed leven leiden.

Slide 6 - Tekstslide

2. Zelf de bijbel kunnen lezen
  • Volgens Luther moeten mensen zelf de bijbel kunnen lezen.  
  • De bijbel was alleen in het Latijn of Grieks geschreven, dus alleen geestelijken konden dit lezen. 
  • Luther vertaalde de bijbel dus in het Duits!

Slide 7 - Tekstslide

3. Afschaffen
  • Wat niet in de bijbel staat moet worden afgeschaft.  
  • Dit geldt bijvoorbeeld voor het vereren van heiligen. 

Slide 8 - Tekstslide

Splitsing
  • Door Luthers kritiek ontstonden er twee stromingen binnen de christelijke kerk.
  • De katholieken en de protestanten

Slide 9 - Tekstslide

Protestant
  • De bijbel is de basis van het geloof. 
  •  Kerken zijn sober: geen beelden van heiligen. 

Slide 10 - Tekstslide

Op welke dingen binnen de katholieke kerk had Luther kritiek?

Slide 11 - Open vraag

Waaruit bestonden de twee christelijke stromingen?
A
Christenen en katholieken
B
Christenen en protestanten
C
Protestanten en katholieken
D
Protestanten en joden

Slide 12 - Quizvraag

Huiswerk
Paragraaf 4.2

Maken opdracht 7, 8 en 10

Slide 13 - Tekstslide