Generiek Engels Schrijven A2

• Engels
• MBO
• Studiejaar 2

1st English Lesson

Lesdoel

• Je gaat aan de slag met het maken van een examen schrijven op de computer, zoals je straks ook met jouw eigen examen krijgt
• Je leert hoe je een schrijfopdracht moet opstarten en afsluiten
• Aan het einde van deze les weet je precies wat er van jou verwacht wordt tijdens het schrijfexamen Engels

Pitfalls

Your - you're

Your - you're

> your car = JOUW auto

> you're mechanic = you are = JIJ BENT

Do you know more
pitfall words?

It is _______ dangerous to get any closer.

1. to
2. too

To - too

To: combination with verbs (ww)
I am going to the cinema.

Too: ''te'' / ''ook''

They want to join us too. / It's too small.

They say they are better _______ you.

1. than
2. then

Than - then

Than: vergelijking
You've done more than enough.

Then: tijd

And then the police arrived.

They worked hard on _______ exercises.

1. their
2. there
3. they're

Their - there - they're

Their: bezittelijk (Their books)

There: daar (location) (Over there)

They're: they are

The dog wagged _______ tail.

1. it's
2. its

It's - its

It's: it is

Its: bezittelijk (his / hers / its)

We _______ just looking for you.

1. where
2. we're
3. were

Where - were - we're

Where: waar (Where are you going?)

Were: waren (We were talking.)

We're: we are

I ____ come to the party tonight.

1. can't
2. cant
3. can not
4. cannot

Can't - cannot

Cannot = kan niet (I cannot come)

Can't = cannot (contraction)

_______ option do you prefer?

1. With
2. Which
3. Witch

Which - with - witch

Which: die, dat, welke 
We went to a bar, which I liked very much. /  Which bus should we take?

With: met / bij
Are you going with friends?

Witch: heks

The witch made a poison. 

I am ___ school right now.

1. on
2. at
3. by

On - at

On school = ON TOP of the school - on the roof...

At school = attending the school / taking a course there.

This is one of the best _____ I've been to.

1. parties
2. party's
3. partie

party's - parties

This party's dress code is blue and white: 'the dress code that belongs to the party' - bezit. Just like: my mom's car (de auto VAN mijn moeder)

I love to go to parties: multiple parties (plural) = more than 1 party = meervoudsvorm van party (en andere woorden die eindigen op medeklinker + y - battery / diary / story)

Also pay attention to:

Capital letters (names, cities, I, countries, start of the sentence)

Punctuation (commas, period, question mark, exclamation mark, etc.)

-Lees de opdracht eerst goed door.

-Naar wie schrijf je? (Dear .....,)

-Welke onderdelen moet je er in zetten?

-Hoe begin en eindig je deze mail?

-Waar moeten hoofdletters, komma's, punten en/of vraagtekens?

-Maak deze opdracht nu op papier.

-Lees de opdracht eerst goed door.

-Naar wie schrijf je? (Dear .....,)

-Welke onderdelen moet je er in zetten?

-Hoe begin en eindig je deze mail?

-Waar moeten hoofdletters, komma's, punten en/of vraagtekens?

-Maak deze opdracht nu op papier.

-Lees de opdracht eerst goed door.

-Naar wie schrijf je? (Dear .....,)

-Welke onderdelen moet je er in zetten?

-Hoe begin en eindig je deze mail?

-Waar moeten hoofdletters, komma's, punten en/of vraagtekens?

-Maak deze opdracht nu op papier.