Voorkant Combibon

1 / 21
volgende
Slide 1: Tekstslide
HandhavingMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 21 slides, met interactieve quizzen en tekstslide.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Wanneer vul je de letter S in (aankondiging van strafbeschikking)
A
bij een mulder feit
B
bij een overtreding als het boetebedrag bekend is
C
bij een overtreding als het boetebedrag onbekend is
D
bij een parkeergedraging als het boetebedrag onbekend is

Slide 2 - Quizvraag

Wanneer vul je de letter A in (aankondiging van beschikking)
A
Bij een overtreding als het boetebedrag bekend is
B
Bij een overtreding als het boetebedrag onbekend is
C
Bij een misdrijf
D
Bij een mulder feit

Slide 3 - Quizvraag

Wanneer vul je de letter K in (kennisgeving van bekeuring)
A
Als het boetebedrag onbekend is
B
Bij een overtreding en het boetebedrag bekend is
C
Bij een mulder feit
D
Bij een gedraging

Slide 4 - Quizvraag

Wildplassen is een ...
A
overtreding
B
gedraging
C
misdrijf

Slide 5 - Quizvraag

Fietsen op het trottoir is een ...
A
overtreding
B
gedraging
C
misdrijf

Slide 6 - Quizvraag

Piet is op heterdaad betrapt op het weggooien van afval. Piet is een ...
A
betrokkene
B
verdachte

Slide 7 - Quizvraag

Jolanda is op heterdaad betrapt tijdens het parkeren op het trottoir. Jolanda is een ...
A
betrokkene
B
verdachte

Slide 8 - Quizvraag

Wat is de juiste afkorting die je invult bij 'soort voer-vaartuig' als het een bestuurder van een auto betreft?

Slide 9 - Open vraag

Wat is de juiste afkorting die je invult bij 'soort voer-vaartuig' als het een persoon betreft zonder voertuig

Slide 10 - Open vraag

Welke categorie gebruik je bij een bestuurder van een auto?
A
1
B
3
C
4
D
8

Slide 11 - Quizvraag

Welke categorie gebruik je bij de bestuurder van een fiets?
A
1
B
3
C
4
D
8

Slide 12 - Quizvraag

Welke categorie gebruik je als je te maken hebt met een persoon die een overtreding pleegt?
A
1
B
3
C
4
D
8

Slide 13 - Quizvraag

Waarom is een verdachte / betrokkene niet tot antwoorden verplicht?
A
Omdat iedereen recht heeft op vrijheid van meningsuiting
B
Omdat er niet altijd een advocaat bij is
C
Hij hoeft niet mee te werken aan zijn eigen veroordeling
D
Om te voorkomen dat hij een valse verklaring aflegt

Slide 14 - Quizvraag

Een BOA zegt bij zijn beëdiging: "Dat verklaar en beloof ik". Dit noemen we ...
A
De ambtseed
B
Zweren
C
De ambtsbelofte
D
Fairplaybeginsel

Slide 15 - Quizvraag

Het recht waarbij je zegt "U bent niet tot antwoorden verplicht", heet:

Slide 16 - Open vraag

Bij welke feiten heeft de betrokkene alleen recht op de cautie?
A
Overtredingen
B
Misdrijven
C
Mulder feiten

Slide 17 - Quizvraag

Hoe noem je de Mulder feiten, waarbij we te maken hebben met een betrokkene, ook wel? Geen overtreding maar een ...

Slide 18 - Open vraag

Vertel in eigen woorden wat het volgende betekent: "u heeft recht op rechtsbijstand en verhoorbijstand"

Slide 19 - Open vraag

Als iemand afziet van het recht op rechts- en verhoorbijstand, wat moeten we dan nog meer mede delen? Meerdere antwoorden zijn goed.
A
Afzien kan nadelige gevolgen hebben want u heeft dan geen juridisch advies
B
U kunt te allen tijde terug komen op die beslissing
C
Alles dat u zegt kan tegen u gebruikt worden
D
Dat is dom

Slide 20 - Quizvraag

Wat doe je als een verdachte WEL gebruik wil maken van rechts- en/of verhoorbijstand?

Slide 21 - Open vraag