Mens en natuur - Blok 4: Karel de Grote 1 les

Thema: Mens en Natuur

Blok 4: Karel de Grote 
1 / 25
volgende
Slide 1: Tekstslide
Mens & MaatschappijMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 1

In deze les zitten 25 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 4 videos.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Thema: Mens en Natuur

Blok 4: Karel de Grote 

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Planning
  1. Leerdoelen  bespreken ( zie kennen & kunnen, blz: 88 )
  2. Uitleg
  3.  Werk aan de opdrachten:  1 t/m 16      Verdiepingsopdrachten: 17 en 18
        Samenvattingsopdrachten: 19 en 20
Let op! Deze week donderdag starten we met de topo-toets over Nederland.



In de derde les van deze week is de topo toets over Nederland. 

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 3 - Video

Deze slide heeft geen instructies

3 Grote rijken

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Welke 3 grote rijken waren er rond 800 in Europa?

Slide 5 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Het Frankische rijk 
Ruiter met wapens
Paarden, wapens
Droegen maliënkolders en harnassen
Een gewone soldaat moest lopen en had weinig bescherming.
Karel de Grote erfde in 771 het koningschap van een gebied dat nu België en Frankrijk is. 
Hij wilde meer, dus veroverde hij samen met zijn ridders een enorm gebied: het Frankische Rijk. 

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Besturen van een groot rijk
In de tijd van Karel de Grote was het moeilijk om een groot rijk te besturen.
Geen internet / telefoon: Karel reisde zelf rond.
Was veel in Aken en Nijmegen.
Ambtenaren en bedienden reisden mee.

Later is berekend dat hij in twaalf maanden tijd ongeveer 3.500 kilometer aflegde. Op een paard!

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Besturen van een groot rijk
Omdat hij niet zelf overal kon zijn, vroeg Karel aan machtige mannen om delen van het rijk voor hem te besturen. Deze edelen zorgden voor orde en veiligheid. Zij moesten ook rechtspreken: beslissen of iemand zich wel of niet aan de wet hield en of hij of zij straf verdiende.

Karel bleef wel eigenaar van het land en als er oorlog uitbrak, moesten de edelen vechten in zijn leger. Deze manier van besturen heet het leenstelsel. Karel was de leenheer en de edelen waren de leenmannen.

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

?
?
?
Leenman
Leenheer
Leenstelsel 

Slide 11 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Hoe werkt het leenstelsel?

Slide 12 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Het kruis of het zwaard. 
Karel de Grote was een gelovig christen en hij vond dat iedereen in zijn rijk ook christen moest worden. 
Hij liet overal in Europa kerken en kloosters bouwen. En hij stuurde geestelijken en soldaten op pad om de heidense volken tot het christendom te bekeren. Dat heet kerstening
In het jaar 800 kroonde de paus Karel in Rome tot keizer van het Frankische Rijk. De paus had de geestelijke macht: hij zorgde voor het juiste geloof. De keizer had de wereldlijke macht: hij bewaarde de vrede en welvaart. 

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 14 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Hoe zorgde Karel de Grote er voor dat het Christendom verder werd verspreid in Europa?

Slide 15 - Open vraag

kerstening: Mensen tot het christendom bekeren. Karel de Grote stuurde missionarissen op pad om heidense volken te kerstenen.
Planning les 2
  1. Leerdoelen ( zie kennen & kunnen, blz: 88 )
  2. Uitleg
  3. Verder met de teksten lezen, leerdoelen uitschrijven en opdrachten maken.
  4. Leren topo-toets NL

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 17 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Oost Romeinse rijk 
  • Het Romeinse Rijk was erg groot en moeilijk te besturen. 
  • In 285 opgesplitst in twee delen: het West-Romeinse Rijk en het Oost-Romeinse Rijk. 
  • Elk rijk had een eigen keizer en een eigen hoofdstad. 
  • Toen het West-Romeinse Rijk in 476 instortte, bleef het Oost- Romeinse Rijk bestaan. 
  • Dit rijk werd ook wel het Byzantijnse Rijk genoemd. De hoofdstad was Constantinopel. (Nu Istanbul in Turkije)  

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 20 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Wie is de profeet van de Islam?
Hoe heet het heilige boek van de Islam?

Slide 21 - Open vraag

Profeet: Mohammed
Heilige boek: Koran
Het Arabische rijk 
  • In Al-Andalus woonden moslims, christenen en joden vreedzaam naast elkaar. 
  • Iedereen mocht zijn eigen geloof houden, maar er waren wel regels. Christenen mochten bijvoorbeeld geen klokken luiden of kerken bouwen en ze moesten de moslims met respect behandelen.
  • Het had veel voordelen om moslim te zijn. Moslims betaalden bijvoorbeeld minder belasting en de landbouwgrond werd opnieuw verdeeld onder de arme moslimboeren. Steeds meer christenen bekeerden zich daarom tot de islam.

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

De Islamitische cultuur.
  • De Arabische religie, taal en cultuur verspreidden zich snel, maar ze werden ook beïnvloed door de cultuur van de overwonnen volken. 
  • De Arabieren leerden in India cijfers waarmee ze veel eenvoudiger konden rekenen. Die kennis namen zij mee naar Europa. Wij rekenen nu nog steeds met de Indisch-Arabische cijfers. 
  • Kennis was voor moslims erg belangrijk.

Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

De Islam was in de middeleeuwen tolerant tegenover andere culturen
A
Waar
B
Niet waar

Slide 24 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Let op: morgen topo-toets Nederland!!!
  • Kennen voor de toets: Mens & Natuur Blok 1-4. Leer de volgende punten:
  • Kennen en kunnen van blok 1 - 4
  • Lees de teksten nog eens door en leer de begrippen
  • Oefen met Quizlet ( zie planner )
  • Bekijk alle Lesson-Ups van dit thema mens en natuur.
  • Maak de samenvattingsopdrachten (deze staan bij 'Afsluiting')
  • Vragen? Stel ze!
  • Volgende week, een uitloop-week: afronden thema 4, blok 1 t/m 4.

Slide 25 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies