Les 2: Algemene verwerkingsles (Bij de Gallo-Romeinen)

Bij de Gallo-Romeinen
1 / 45
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisSecundair onderwijs

In deze les zitten 45 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.

Onderdelen in deze les

Bij de Gallo-Romeinen

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Jullie Hebben bij het Gallo-Romeins museum het programma 'Bij de Gallo-Romeinen' gevolgd. We gaan nu kijken wat je nog allemaal weet van het bezoek. 

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Waar op de tijdsband situeren we de Gallo-Romeinen? 

Slide 3 - Sleepvraag

Achtergrondinformatie:

  • Leerlingen situeren de Gallo-Romeinen op de tijdsband.
Waar op de kaart ligt het huidige België? 

  • Sleep de racket naar de juiste plek op de kaart. 

Slide 4 - Sleepvraag

Achtergrondinformatie:

De leerlingen situeren België in de ruimte.

Dit is belangrijk omdat de leerlingen in het museum hebben gezien hoe de verovering van het huidige België door de Romeinen ervoor zorgde dat de Romeinse cultuur 

Slide 5 - Tekstslide

Achtergrondinformatie:

Gebruik deze kaart om België beter te kunnen bekijken en nog eens te herhalen waar Tongeren ligt. 

Onderstaande informatie kan de leerkracht nog eens herhalen om zeker te zijn dat de leerlingen mee zijn.
  • De Eburonen (rood gebied) waren een stam, een geheel van dorpen/nederzettingen verspreid over een groot gebied. 
  • Julius Caesar bracht de Eburonen onder bij de Galliërs (gele gebied).
  • Gallië is de naam die de Romeinen gebruikten voor het grondgebied van verschillende stammen die leefden in het gebied dat vandaag bestaat uit Frankrijk, België, Luxemburg en delen van Zwitserland, Nederland en Duitsland. 
  • Aan de overzijde van de Rijn (het groene gebied) woonden de Germanen, van wie de Romeinen schrik hadden.
Het Gallo-Romeins museum ligt in Tongeren, de oudste stad van België. Wat was de naam van Tongeren ten tijden van de Romeinen?
A
Mosa Trajectum
B
Atuatuca Tungrorum
C
Turnacum

Slide 6 - Quizvraag

Achtergrondinformatie:

De leerlingen hebben tijdens de rondleiding de naam Atuatuca Tungrorum meermaals gehoord. Hiermee kun je als docent zien of deze naam bij de leerlingen gekend is. 

Extra:
  • Mosa Trajectum = Latijnse naam voor de Nederlandse stad Maastricht.
  • Turnacum = Hedendaagse Doornik. Doornik was een Romeinse nederzetting. 
Gallische oorlog 
België werd na de Gallische oorlog toegevoegd aan het Romeinse Rijk. Hier komen nu enkele vragen over. 

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Gaven de Eburonen zich zonder weerstand over aan de Romeinen?
A
Ja
B
Nee

Slide 8 - Quizvraag

Achtergrondinformatie:

De leerlingen hebben tijdens de rondleiding het verhaal van Ambiorix gehoord. Deze vraag dient om te kijken of de leerlingen dit nog weten. 


3

Slide 9 - Video

Achtergrondinformatie:

In het gedeelte van deze video behandelen we het boek van Caesar 'De Bello Gallico' en hoe Ambiorix de Romeinen in de val lokte. 

We tonen niet de hele video omdat deze anders te lang duurt. Mocht een docent deze video toch graag in zijn volledigheid zien dan kan er op onderstaande link geklikt worden.

Link naar video: https://www.youtube.com/watch?v=8xxHDBoCEd0&t=205s
Heeft de list van Ambiorix gewerkt?

Slide 10 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

De stad Atuatuca Tungrorum 
Na de overwinning van de Romeinen op de Eburonen stichten de Romeinen hier een stad. Hier komen nu enkele vragen over. 

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hiernaast zie je de Romeinse stad Atuatuca Tungrorum. Waarom kozen de Romeinen voor deze plek?

Slide 12 - Open vraag

Achtergrondinformatie:

Atuatuca Tungrorum was de eerste stad in  de omgeving van Tongeren. De Romeinse soldaten legden de eerste straten aan en maakten het terrein klaar voor de bebouwing. 

Deze plek is gekozen omdat de plek dicht bij de rijksgrens lag (limes).
  • In een sterke klas kan docent het begrip limes aanhalen en kenbaar maken.
Ook was er voldoende vruchtbare grond in de omgeving. Iets wat nodig was om de mensen te voorzien van genoeg voedsel.

Daarnaast was er ook een rivier aanwezig, iets dat voor de handel onmisbaar was.

Als leerlingen moeite hebben met het geven van het juiste antwoord voer dan een onderwijs leer gesprek. Enkele vragen die je hierbij zou kunnen stellen zijn: 
  • Wat zie je op het kaartje links boven.
  • Wat hebben mensen nodig om te overleven?
  • Wat zouden de Romeinen willen verdedigen? 
  • Wat is er voor nodig om de Germanen buiten het Romeinse Rijk te houden? 

02:01
Julius Caesar hield tijdens zijn veroveringstocht in Gallië een boek bij genaamd 'Commentarii de bello Gallico'. Hier zagen we hoe hij een fragment liet citeren. Het boek van Caesar is de eerste geschreven bron over onze streek, maar Caesar baseerde zich op informatie van zijn bevelhebbers en zette zijn successen vaak extra in de verf. Kunnen we zijn werk 'Commentarii de bello Gallico' zien als een betrouwbare bron?
A
Ja
B
Nee

Slide 13 - Quizvraag

Achtergrondinformatie: 

De gids heeft verteld over het boek dat Caesar bij hield tijdens zijn veroveringstocht in Gallië (Gallische oorlog 58 - 51 v.C.). 

Met deze vraag testen we of de leerlingen hebben begrepen dat het boek een bruikbare bron is, maar geen betrouwbare bron.

Extra:
  • Bruikbaar omdat het boek de eerste geschreven bron is uit onze regio.
  • Onbetrouwbaar omdat Caesar in het boek niet altijd feitelijke waarheden noteerde. 
03:24
Ambiorix deed de Romeinen een belofte, wat was deze belofte?
A
Een vrije doortocht
B
Samen vechten tegen de Germanen
C
Hulptroepen leveren
D
Voedsel geven aan de Romeinen

Slide 14 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

03:24
Ambiorix waarschuwde de Romeinen voor gevaar, welk gevaar was dit?
A
Een aanval van de Eburonen onder leiding van Ambiorix
B
Een aanval van de Germanen
C
Een te kort aan voedsel in de omgeving

Slide 15 - Quizvraag

Achtergrondinformatie:

Bij de vraag op deze en de volgende slide geven de leerlingen antwoord aan de hand van de video. Ook heeft de gids dit in het museum verteld.


Atuatuca Tungrorum had een duidelijk dambordpatroon.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 16 - Quizvraag

Achtergrondinformatie:

Tijdens het bespreken van de maquette heeft de gids het dambordpatroon laten zien aan de leerlingen. Dit zouden de leerlingen dus nog moeten weten. 
Verbind de woorden met de overeenkomstige plaats op de plattegrond.
A) Aquaduct
B) Badhuis
C) Forum
D) Graanopslag
E) Haven
F) Stadsmuur
G) Tempel
Het aquaduct werd gebruikt door de Gallo-Romeinen om de stad van water te voorzien. Dit water was voorbestemd voor de thermen en de Gallo-Romeinen die het zich konden financieren om een waterleiding tot aan huis te hebben.
De badhuizen of thermen werden gebruikt door de gehele samenleving, op uitzondering van de slaven. Hierin konden zij zich wassen, baden of even bijpraten. Daarnaast konden de Gallo-Romeinen ook sporten in deze badhuizen, zo waren er sportruimtes voorzien. Opmerkelijk was het dat de Gallo-Romeinen steeds met sandalen rondliepen, dit komt doordat de thermen voorzien waren van vloerverwarming.
Het forum was oorspronkelijk een marktplein maar gaandeweg kreeg dit meerdere functies. Het werd een centrum voor handel maar ook om een plaats om een politieke campagne of debat te voeren, juridische oordelen te vellen of om een babbeltje te slaan.
De graanopslagplaatsen van de Gallo-Romeinen bevonden zich oorspronkelijk binnen de stadsmuren. Doordat Tongeren tot tweemaal toe is uitgebrand, zijn ze hun graanopslagplaatsen buiten de stadsmuren beginnen plaatsen. Zo ging hun extra graan niet in vlammen op wanneer er een brand ontstond binnen de stad. 
De haven werd gebruikt om handel te drijven. Atuatuca Tungrorum is gebouwd aan de rivier, de Jeker. De Maas staat in rechtstreeks contact met de Jeker waardoor er zich een gemakkelijke handelsroute bevond van en naar Tongeren. De Gallo-Romeinen voerden zelfs wijn en olijfolie in van onder andere Italië, Spanje en Griekenland.
De stadsmuren van Atuatuca Tungrorum waren gebouwd om hun tegenstanders tegen te houden. Vooral de Germanen waren een geduchte tegenstander. De omwalling was voorzien van een diepe en brede gracht. De stadsmuur was maar liefst 2m breed en 6m hoog. Zo zou de volledige stadsmuur zo'n 4544m lang zijn geweest.
De tempel werd gebruikt om goden te vereren. De Gallo-Romein probeerde zowel de Keltische als Romeinse goden te vereren. Ze wilden namelijk niet dat de goden zich tegen hen zouden keren.

Slide 17 - Sleepvraag

Achtergrondinformatie:

Tijdens de rondleiding hebben de leerlingen de maquette van de stad bekeken. Hierbij is er aandacht geweest voor de verschillende bouwwerken in en rond de stad. 

Mochten er leerlingen zijn die nog een geheugensteun nodig hebben kunnen ze klikken de sleepcomponent achter het bouwwerk. Hier staat extra informatie over dit specifieke onderdeel van de stad. 

  • Docent legt opdracht uit en bespreekt de antwoorden. 
Geloof
De Romeinen namen ook hun goden mee naar de gebieden die ze hadden veroverd, maar hoe gingen de mensen hier mee om? Hier komen nu enkele vragen over. 

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

De kelten en de Romeinen geloofden in een godsdienst met meerdere goden. Hoe noemen we deze godsdienst?
A
Monotheïsme
B
Polytheïsme

Slide 19 - Quizvraag

Achtergrondinformatie:

Deze vraag test of de leerlingen de begrippen monotheïsme en polytheïsme beheersen. 

Extra:
Deze slide laat de docent de ruimte om het onderwerp te actualiseren. Mogelijke vragen die aan de klas gesteld kunnen worden:
  • Welke geloofsvorm is er vandaag de dag het meest?
  • Wat voor geloof hebben jullie (de leerlingen)? Vervolgvraag, is dit geloof monotheïstisch of polytheïstisch?
Werden de Romeinse goden zomaar overgenomen door de plaatselijke bevolking?
Beeldje
Dit is het beeldje van Mercurius met 3 phalli
A
Ja, ze namen de goden precies over.
B
Nee, de plaatselijke bevolking moest niets hebben van de Romeinse goden.
C
Ja, maar ze gaven wel hun eigen draai aan de Romeinse goden.

Slide 20 - Quizvraag

Achtergrondinformatie: 

Tijdens de rondleiding verteld de gids aan de leerlingen over de invloed van de Romeinen op de plaatselijke cultuur en godsdienst. Met deze vraag testen we of de leerlingen deze informatie van de gids hebben onthouden.

Extra:
Als docent kun je bij deze vraag het volgende herhalen/testen bij de leerlingen:
  • De Romeinen waren tolerant tegenover de godsdienst van de veroverde volkeren. Hoe is dit zichtbaar aan het beeldje van Mercurius? 
Badhuis 
De Romeinen namen hun badcultuur mee naar onze streek. Voor de mensen hier was dit totaal nieuw, het bleef dan ook een volledig Romeins fenomeen. Hier volgen nu enkele vragen over. 

 

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Het badhuis had naast het verzorgen van het lichaam nog een functie. Welke was dit?

Slide 22 - Open vraag

Achtergrondinformatie:
Het badhuis was een Romeins fenomeen. Ook in Atuatuca Tungrorum was een badhuis. Naast het verzorgen van het lichaam diende het badhuis ook als sociale ontmoetingsplek. 
Wat voor voorwerp uit een badhuis zien we bij de pijl?
A
Verbogen mes
B
Huidschraper
C
Scheermes

Slide 23 - Quizvraag

Achtergrondinformatie:

De leerlingen hebben tijdens de rondleiding dit voorwerp gezien. Met deze vraag testen we of de leerlingen nog weten waar dit voorwerp voor diende. Op de volgende slide is er een video die het gebruik van de huidschraper toont. 

Slide 24 - Video

Achtergrondinformatie:

Deze video laat zien hoe de huidschraper van de vorige vraag gebruikt werd. Laat deze video zien om dit bij de leerlingen te verduidelijken. 

Belangrijk:
  • Deze slide is optioneel. 
Zalfplaten
De Romeinen hadden voor het uitvoeren van de badrituelen een hoop artikelen nodig. Dit zijn voorbeelden van verschillende artikelen die gebruikt werden, weet jij nog waarvoor ze deze artikelen gebruikten?
Spiegels
Pincetten

Slide 25 - Tekstslide

Achtergrondinformatie:
Als docent leidt je hier de vraag.
  • Klik op het vraagteken en de vraag verschijnt.
In de afbeelding staan drie oogjes. De denken na en proberen te vertellen wat de voorwerpen zijn. Deze voorwerpen zijn tijdens de rondleiding besproken.
  • Zalfplaten
  • Spiegels 
  • Pincetten
Romeinse woning
De Romeinen brachten met hun komst ook nieuwe technieken mee op het gebied van bouwen. Hier komen nu enkele vragen over.

Slide 26 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Sleep de woorden naar de juiste afbeelding. 
B) Privéwoning  
C) Hypocaustum
D) Fresco 
E) Villa
A) Mozaïek 

Slide 27 - Sleepvraag

Achtergrondinformatie: 
De leerlingen hebben tijdens hun rondleiding verschillende aspecten van een Romeinse woning gezien. Bij deze vraag gaan de leerlingen de juiste begrippen koppelen aan de afbeelding.

Extra:
Als docent kun je verduidelijken dat een villa voornamelijk buiten de stad gebouwd werd en de privéwoning voornamelijk in de stad gebouw werd. 
Woonstalhuis
Romeinse woning
Tijdens de rondleiding hebben jullie beide manieren van bouwen gezien . Welke materialen werden er gebruikt?
Baksteen 
Beton
Glas
Leem 
Stro 
Dakpannen 
Hout 

Slide 28 - Sleepvraag

Achtergrondinformatie:
Naast de Romeinse bouwstijl hebben de leerlingen ook gezien hoe de Kelten hun huizen maakten. De verschillende materialen zijn hierbij benoemd. De opdracht is dus voor de leerlingen om de juiste materialen bij het juiste type woning te plaatsen. 
Handel 
Voor de komst van de Romeinen was ruilen de enige manier om aan producten van een ander te komen. Vrij snel na de komst van de Romeinen maakte de plaatselijke bevolking kennis met muntstukken. Hier volgen nu enkele vragen over.

Slide 29 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Sleep de afbeeldingen naar het juiste vak. Klik op het vraagteken voor meer informatie.
Ruilhandel 
Geldeconomie  
Loonstrookje van een Romeinse legioen soldaat 
Loonstrookje Romeinse legioen soldaat 
Loonstrookje Romeinse legioen soldaat 
Grondstoffen:
  • Graan 
  • Appel
Tip: kijk naar de handeling. 
Romeinse munten
Romeinse legioensoldaat

Slide 30 - Sleepvraag

Achtergrondinformatie: 

Bij deze vraag slepen de leerlingen de plaatjes naar het juiste vak. 

Juiste antwoorden:
Ruilhandel = graan en appel (A)
Geldeconomie = loonstrookje van een legioensoldaat (B), Romeinse munten (C) en legioensoldaat (D). 

Als de leerlingen de vraag hebben beantwoord is de taak van de docent om de antwoorden te bespreken.
Romeinse munten 
Gebruikt als betaalmiddel 
Vraag 1
De hoeveelheid goud, zilver of koper verschil per munt. 

Slide 31 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Kijk eens naar de muur die je ook in het museum hebt gezien. Hoe kwam het dat de goederen uit alle hoeken van het Romeinse Rijk Atuatuca Tungrorum bereikte?
A
Via de rivieren
B
Door de grote wagens
C
Door een goed wegennet
D
Door de snelle paarden van die tijd

Slide 32 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Bedankt voor jullie komst naar het Gallo-Romeins Museum. Hopelijk hebben jullie een leuke en leerzame dag gehad.

Slide 33 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Van Kelten naar Gallo-Romeinen
De Eburonen waren een Keltische stam in Gallië. Ten tijden van de veroveringstocht van het Romeinse Rijk was Ambiorix de leider van deze stam. 
Julius Caesar was de leider van de Romeinse legioenen die onze streken heeft veroverd en toegevoegd aan het Romeinse Rijk. 

Caesar hield bij deze veroveringstocht een dagboek bij de 'Commentarii de bello Gallico'. Dit boek is de oudste geschreven bron over het leven in onze streken. 

Na de verovering van onze streken hebben de Romeinen hier een stad gesticht genaamd Atuatuca Tungrorum. Langzamerhand kwam de Romeinse cultuur over naar onze streek vanuit Rome. 
Na verloop van tijd zijn de gewoonten van de Kelten verstrengeld geraakt met die van de Romeinen. Deze samensmelting zorgde voor een nieuwe samenleving, genaamd de Gallo-Romeinen. 

Slide 34 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Forum 
De elites droegen bij aan de verfraaiing van de stad door bouwprojecten te sponsoren. Dit deden ze in de hoop het Romeins burgerrecht te krijgen. Tijdens het bezoek in het museum hebben we het burgerrecht ook besproken wat weet je hier nog van? (woordweb volgende slide) 
Forum op de maquette 
Fragmenten van monumentale gebouwen

Slide 35 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Tempel 
Wat weet je nog over de goden van de Kelten en Romeinen? 
Beeldje van Mercurius

Dit beeldje stelt de zittende god Mercurius voor. In het Romeinse Rijk werd hij vereerd als de god van de handel (geldbeurs in rechter hand) en was hij de boodschapper van de goden. 

Wat dit beeld bijzonder maakt is dat hij zit en dat hij drie fallussen heeft. Een op de plek waar hij hoort, een op zijn voorhoofd en een op de plek waar zijn neus hoort te zijn. 

Men vermoedt dat hier een inheemse godheid wordt voorgesteld, maar dan met attributen van de Romeinse god Mercurius. 
Soort geloof
Beide culturen hadden een godsdienst waarbij meerde goden werden aanboden. Dit geloof noemen we polythëisme, in de hedendaagse tijd geloven de meeste mensen in een godsdienst met maar een god. Dit noemen we monothëisme. 
Tempelcomplex
Het tempelcomplex diende als contactzone tussen de zichtbare wereld en het spirituele en bovennatuurlijke. De zuilengang symboliseerde de grens tussen de twee sferen. 
Heilige zone
De binnenkant van het tempelgebouw was de heilige zone van het complex. Hier verbleef de god of goden aan wie de tempel was gewijd. Alleen de priesters mochten hier naar binnen. 
Maquette van de tempel in Tongeren - 150 na Christus. 

Slide 36 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

3

Slide 37 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Het leven op het platteland

Slide 38 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Geef één voordeel en één nadeel van een woonstalhuis.

Slide 39 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Wat gebeurde er wanneer een woonstalhuis te klein werd voor de familie?

Slide 40 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

De nederzettingen werden steeds gebouwd rond een rivier, dit zorgde ervoor dat de mens kon gaan vissen, water kon gebruiken en handel kon drijven via de rivier. Ze groeiden uit tot plattelandsdorpen zoals we op deze afbeelding kunnen zien.
De gronden rondom de rivier zijn zeer vruchtbaar door overstromingen en slip. Dit is een belangrijke reden om hier te komen wonen. De mens kan daardoor aan landbouw doen op het platteland. De Gallo-Romein op het platteland leefde dan ook van de landbouw en veeteelt.
In tegenstelling tot in de stad werden de huizen voornamelijk met hout en leem gemaakt. Steen werd wel gebruikt indien dit beschikbaar was in de regio. Ze waren typerend vierkant of rechthoekig van vorm. Meestal bestaande uit één verdieping maar er waren huizen die twee verdiepingen hadden.
Het dak was meestal bedekt met stro, riet of dakpannen, afhankelijk van de beschikbaarheid van materialen en de economische status van de bewoners. Dakpannen waren meestal niet van toepassing van de Gallo-Romein op het platteland.
De taken van de vrouw hielden in dat zij huishoudelijke taken uitvoerde zoals koken, schoonmaken en zorgen voor de kinderen. Daarnaast hielp zij tijdens de drukke periodes ook nog eens op het land om de gewassen te oogsten. Tot slot waren het ook de vrouwen die gingen spinnen, weven en naaien om kleding te maken voor het gezin.
De man was vooral bezig met het beheren van de landbouwgronden en de veeteelt. Hij zorgde ervoor dat er op tijd geploegd, gezaaid en geoogst werd. Daarnaast ging hij vaak ambachtelijke taken uitvoeren zoals smeden, timmerwerk, pottenbakken of bouwen. Samen met meerdere mannen zorgden zij voor de veiligheid van het dorp.

Slide 41 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

De Gallo-Romein 

Slide 42 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

00:54
Sommige stukken van Romeinse wegen zijn wel meer dan 2000 jaar oud?
A
Juist
B
Onjuist

Slide 43 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

03:27
De Romeinse wegen bestonden uit verschillende lagen en verschillende steensoorten?
A
Juist
B
Onjuist

Slide 44 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

03:27
Met welke stap begonnen de Romeinen als ze een nieuwe weg gingen aanleggen?
A
In het midden een gleuf graven voor grind
B
Graven van een greppel aan de zijkant
C
Aan de zijkant stenen plaatsen

Slide 45 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies