5.2 Democratie in Nederland

5.2 Democratie in Nederland
1 / 17
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

In deze les zitten 17 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

5.2 Democratie in Nederland

Slide 1 - Tekstslide

Planning
  • Nakijken 5.1
  • Uitleg 5.2

Slide 2 - Tekstslide

Leerdoelen
In deze paragraaf leer je:

  • hoe Nederland vanaf 1815 werd bestuurd
  • welke invloed de liberalen hadden
  • wat veranderde door de grondwet van 1848
  • hoe het kiesrecht werd uitgebreid

    Slide 3 - Tekstslide

    Het bestuur van Nederland
    In 1813 wordt prins Willem Frederik koning van Nederland

    In 1815 werden Nederland en België samen gevoegd tot het Koninkrijk der Nederlanden

    Slide 4 - Tekstslide

    Het bestuur van Nederland
    Het parlement

    Eerste Kamer

    Tweede Kamer
    Staten-Generaal
    Koning: staatshoofd + regeringsleider

    Slide 5 - Tekstslide

    Liberale invloed
    Koning Willem I besliste alles zonder overleg.

    De Nederlanders vonden dit de eerste jaren prima.

    De Belgen niet. Zij kwamen in opstand en stichtten in 1830 een onafhankelijke staat.

    Slide 6 - Tekstslide

    Liberale invloed
    Veel leiders van de Belgische Opstand waren liberalen die in de politiek streefden naar vrijheid.
    Hun ideeën waren gebaseerd op de verlichting en wilden burgerlijke vrijheden.
    En wilden ze dat burgers meer invloed hadden op de politiek.




    Slide 7 - Tekstslide

    Liberale invloed
    België kreeg in 1831 een liberale grondwet
    • Er kon alleen geregeerd worden met toestemming van het parlement.
    • Het parlement werd gekozen door burgers.
    • Alleen mannen met een goed inkomen kregen kiesrecht. 




    Slide 8 - Tekstslide

    Liberale invloed
    Ondertussen in Frankrijk:

    • Honger vanwege mislukte oogsten
    • Opstand onder het volk
    • De koning vluchtte, de liberalen namen de macht over
    • Frankrijk: monarchie -> republiek


    Slide 9 - Tekstslide

    Liberale invloed
    Koning Willem II wilde voorkomen dat dit ook in Nederland gebeurde.

    Hij gaf de liberale leider Johan Rudolph Thorbecke de opdracht een nieuwe grondwet te schrijven.

    Slide 10 - Tekstslide

    Grondwet van 1848
    Burgelijke vrijheden

    - godsdienstvrijheid
    - persvrijheid
    - vrijheid van verenigingen en vergaderen



    Slide 11 - Tekstslide

    Grondwet van 1848
    Burgelijke vrijheden
    - godsdienstvrijheid
    - persvrijheid
    - vrijheid van verenigingen en vergaderen

    Nederland wordt een parlementaire democratie
    -> Niet de koning, maar het parlement de hoogste macht.

    Slide 12 - Tekstslide

    Grondwet van 1848


    Hoofd van de ministers: minister-president
    Alle ministers bij elkaar: het Kabinet

    Ministers waren nu verantwoordelijk voor alles wat de koning deed en zei. De koning moest toestemming krijgen.

    Koning: 
    staatshoofd + regeringsleider

    Slide 13 - Tekstslide

    Willem I
    Willem II
    Willem III

    Slide 14 - Tekstslide

    Uitbreiding van het kiesrecht
    1887. 14% van de mannen
    1896. 50% van de mannen
    1917. Alle mannen mogen stemmen
    1919. Alle mannen én vrouwen mogen stemmen

    -> Nederland: parlementaire democratie

    Slide 15 - Tekstslide

    Leerdoelen
    In deze paragraaf leer je:

    • hoe Nederland vanaf 1815 werd bestuurd
    • welke invloed de liberalen hadden
    • wat veranderde door de grondwet van 1848
    • hoe het kiesrecht werd uitgebreid

      Slide 16 - Tekstslide

      Slide 17 - Link