Thema 6 Erfelijkheid&evolutie Basistof 2

Thema 6 Erfelijkheid & Evolutie
Basisstof 1 Je uiterlijk
Basisstof 2 Erfelijke eigenschappen
Basisstof 3 Geslachtelijke voortplanting
Basisstof 4 De evolutietheorie
Basisstof 5 De geschiedenis van het leven
Basisstof 6 Biotechnologie
1 / 28
volgende
Slide 1: Tekstslide
Biologie / VerzorgingMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 2

In deze les zitten 28 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Thema 6 Erfelijkheid & Evolutie
Basisstof 1 Je uiterlijk
Basisstof 2 Erfelijke eigenschappen
Basisstof 3 Geslachtelijke voortplanting
Basisstof 4 De evolutietheorie
Basisstof 5 De geschiedenis van het leven
Basisstof 6 Biotechnologie

Slide 1 - Tekstslide

Wat een mooie stambomen van K2a!

Slide 2 - Tekstslide

Wat een mooie stambomen van K2d!

Slide 3 - Tekstslide

Herhaling
In de vorige bassisstof heb je geleerd dat in elke lichaamscel chromosomen in de celkern zitten.
In elke cel zitten alle chromosomen die de informatie bevatten voor al je erfelijke eigenschappen (genotype). 
Chromosomen zijn lange draden die voor een groot deel uit DNA bestaan. 
Je fenotype zijn alle waarneembare eigenschappen, je genotype samen met invloeden uit het milieu = fenotype.

Slide 4 - Tekstslide

Basisstof 2

In deze basisstof ga je leren over chromosomen in je lichaamscellen en in geslachtscellen (eicellen en zaadcellen) en celdeling in je lichaamscellen. Bekijk de volgende video:

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Video

In het filmpje heb je het net
gezien: zijn de chromosomen
hier rechts van een jongen
of een meisje?
A
Jongen
B
Meisje

Slide 7 - Quizvraag

Jongen!
De chromosomen hiernaast zijn van een jongen. 
In je lichaamscellen zitten ook twee geslachtschromosomen: X en Y. 
Ben je een jongen, zoals hiernaast, dan heb je een X en een Y chromosoom. 
Een meisje heeft twee X chromosomen.
In eicellen zitten alleen X chromosomen (want die heeft de moeder) en in sommige zaadcellen zit een Y chromosoom en in andere zaadcellen een X chromosoom.

Slide 8 - Tekstslide

Belangrijke woorden
Chromosomen in paren
Lichaamscellen
Even aantal chromosomen
Gen en genenpaar
Enkelvoudige genen
Celdeling
Moedercel en dochtercellen

Slide 9 - Tekstslide

Chromosomen
Chromosomen zijn dus lange dunne draden  en bestaan voor een groot deel uit DNA, zoals je ziet in de afbeelding links en zoals je in Basisstof 1 hebt geleerd. Alle chromosomen samen bevatten de informatie voor al jouw erfelijke eigenschappen. Dat heet ook wel jouw genotype. 

Elke lichaamscel bevat 46 chromosomen, 23 heb je gekregen van je moeder en 23 van je vader.

Slide 10 - Tekstslide

Chromosomenparen
Zoals je in de vorige slide kon lezen, bevat elke lichaamscel 46 chromosomen.
Voorbeelden van lichaamscellen zijn spiercellen, huidcellen, levercellen en zenuwcellen.

Een eicel van jouw moeder en een zaadcel van jouw vader hebben dus 23 chromosomen, samen wordt dat dus weer 46 chromosomen.


Slide 11 - Tekstslide

Daarom hebben alle organismen dus in alle lichaamscellen een even aantal chromosomen. De hoeveelheid chromosomen heeft niets te maken met de intelligentie van een organisme :) Sommige chromosomen bevatten gewoon minder genen. 

Slide 12 - Tekstslide

Enkelvoudige chromosomen
Omdat een eicel of zaadcel 23 chromosomen heeft, noem je dat enkelvoudige chromosomen. 
De 46 chromosomen in al je lichaamscellen zijn 23 paar chromosomen, je hebt bijvoorbeeld van 'chromosomenpaar 1' één chromosoom van je moeder en één van je vader gekregen. 

Slide 13 - Tekstslide

Genen 1
Beide chromosomen van 1 chromosomenpaar bevatten dezelfde erfelijke eigenschappen. Je ziet in de afbeelding dat er gekleurde bandjes op de chromosomen zitten voor verschillende 
erfelijke eigenschappen.

Een deel van het chromosoom wat de informatie bevat voor één erfelijke eigenschap noem je een gen. Je ziet dat een chromosoom meerdere genen bevat. Alle chromosomen samen zijn nogmaals het genotype.

Slide 14 - Tekstslide

Genen 2
In je boek zie je deze afbeelding, van een lichaamscel (lichtblauw) met daarin de celkern (witte cirkel erin).

Daarin zie je de chromosomen (blauwe draadjes) met daaraan de genen (kralen in verschillende vormen en kleuren).

Slide 15 - Tekstslide

In deze afbeelding zie je een organisme met totaal 4 chromosomen, twee paren. In de eicel en de zaadcel zitten enkelvoudige chromosomen en enkelvoudige genen.

Slide 16 - Tekstslide

Celdeling
Zoals je in de vorige afbeelding kon zien, versmelten een eicel en een zaadcel tot de bevruchte eicel. Daarna deelt deze cel zich en vervolgens nog eens: uit elke moedercel ontstaan twee dochtercellen, zie de bovenstaande afbeeldingen.
Alle cellen hebben hetzelfde genotype.

Slide 17 - Tekstslide

Paarden hebben in alle lichaamscellen 64 chromosomen. Hoeveel chromosomen heeft een paard in een huidcel?
A
16
B
32
C
48
D
64

Slide 18 - Quizvraag

Opnieuw een vraag over het paard, met 64 chromosomen in alle lichaamscellen. Hoeveel paren chromosomen heeft een paard in zijn lichaamscellen?
A
16
B
32
C
48
D
64

Slide 19 - Quizvraag

De laatste vraag over het paard, met 64 chromosomen in alle lichaamscellen. Hoeveel chromosomen heeft een hengst in zijn zaadcellen?
A
16
B
32
C
48
D
64

Slide 20 - Quizvraag

Sleep de juiste chromosomen in de lichaamscellen.

Slide 21 - Sleepvraag

Huiswerk
Lees Thema 6 Bassistof 2 (bladzijde 69, 70, 71, 72) door. 

Maak de opdrachten:
- In je werkboek en mail een foto.
- In de ELO van Biologie&Verzorging voor jou, code K2a: 528112 en K2d: 793210. Via Magister kun je hier komen, mocht je dit nog niet eerder gebruikt hebben. (alleen Kjersty tot nu toe)

Slide 22 - Tekstslide

Tot slot
Bekijk de eerste aflevering (van totaal 4) van een mysterie over een moordzaak in een familie.... 

Op de laatste drie slides staat de samenvatting van deze basisstof.

Slide 23 - Tekstslide

Slide 24 - Video

Samenvatting
In lichaamscellen komen de chromosomen in paren voor.
- De twee chromosomen van een paar zijn identiek.
- Een mens heeft 23 paren chromosomen in de kern van elke lichaamscel.
- Een mens heeft 46 chromosomen in de kern van elke lichaamscel.
- Elk organisme heeft een even aantal chromosomen in elke celkern.

Slide 25 - Tekstslide

Samenvatting
In geslachtscellen (eicellen en zaadcellen) komen de chromosomen enkelvoudig voor. 
- Een mens heeft 23 chromosomen in de kern van elke geslachtscel.

Wanneer een organisme groeit, worden nieuwe lichaamscellen gevormd.
- Een moedercel deelt in twee dochtercellen.
- De kernen van de dochtercellen hebben hetzelfde genotype als de moedercel.

Slide 26 - Tekstslide

Samenvatting
Gen: een deel van een chromosoom dat de informatie bevat voor één erfelijke eigenschap.
- Alle genen in een celkern samen vormen het genotype van een organisme.
Een chromosoom bevat veel genen.
- In lichaamscellen komen genen in paren voor.
- In geslachtscellen komen enkelvoudige genen voor.

Slide 27 - Tekstslide

Fijne vakantie!
Fijne vakantie! Veel plezier in Balkonia, Rundumhause oftewel in jullie staycation!

Slide 28 - Tekstslide