4.4 D schrijven - schrijftaak

Welkom
Deel 1B Hoofdstuk 4.4 les 3
Schrijven en formuleren


1 / 12
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 1

In deze les zitten 12 slides, met interactieve quiz en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Welkom
Deel 1B Hoofdstuk 4.4 les 3
Schrijven en formuleren


Slide 1 - Tekstslide

lesopbouw
  • doel
  • wat weet je al?
  • uitleg
  • zelfstandig werken 
  • afsluiting

Slide 2 - Tekstslide

huiswerk bespreken:
1 t/m 5

Slide 3 - Tekstslide

Doel
Aan het eind van de les(sen) kan je:
  • een informatieve tekst schrijven
  • een tekst goed indelen
  • een tekst afwisselen met verwijswoorden

Slide 4 - Tekstslide

informatieve tekst
Een informatieve tekst :
  • titel
  • inleiding, kern en slot
  • witregels 
  • feiten
  • informatie
  • 5W1H-vragen

Slide 5 - Tekstslide

verwijswoorden
Gebruik verwijswoorden voor de afwisseling in een tekst.

  • enkelvoud of meervoud
  • de-woorden
       mannelijk (hij) of vrouwelijk (zij) --> woordenboek
  • het-woorden

Slide 6 - Tekstslide

verwijswoorden
enkelvoud
de-woorden
(m of v)
hij, hem, zijn,  zij, ze, haar, die
De kok maakt sushi. Hij kookt eerst de rijst.
De band is lek. Die moet worden geplakt.
enkelvoud
het-woorden
het, dat, dit
Het uitzicht is mooi. Je kunt dat vanaf deze kamer zien.
meervoud
ze, hen, hun, die
De mensen staan in de rij. Ze willen naar binnen. Een van hen heeft de kaartjes, die erg goedkoop waren.

Slide 7 - Tekstslide

schrijftaak 
H 4.4 = blz. 48 t/m 49
opdracht 11 en 12
starten met 13


Slide 8 - Tekstslide

Geef antwoord op 5w1h voor streetdance

Slide 9 - Open vraag

afsluiting
informatieve tekst
verwijswoorden

Slide 10 - Tekstslide

bespreken huiswerk
informatieve tekst streetdance

Slide 11 - Tekstslide

informatieve tekst voor cijfer
  • Je maakt je tekst in een word-document, dit document stuur je naar mij via teams/magister berichten. (twee lesuren, daarna voor 19.00 vanavond, krijg ik het niet vandaag dan moet je inhalen in je eigen tijd) 
  • Titel passend bij je tekst. 
  • Inleiding met leuke binnenkomer.
  • Kern bestaat uit minimaal twee alinea's. Tekst bestaat uit feiten.
  • Slot met daarin je mening en een samenvatting van je kern.
  • Denk aan: witregels, verwijswoorden, correcte spelling en interpunctie (punt, hoofdletters, komma, enz.) 

Slide 12 - Tekstslide