Les 1-06-2022

Welcome!

  • Please sit down​
  • No earbuds or headphones​
  • Phone in your bag​
  • Put your books on your table





1 / 27
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 1

In deze les zitten 27 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 80 min

Onderdelen in deze les

Welcome!

  • Please sit down​
  • No earbuds or headphones​
  • Phone in your bag​
  • Put your books on your table





Slide 1 - Tekstslide

Planning
Lesson goal
Homework
Wordweb
Grammar
Assignments (opdrachten)
Evaluation (Evaluatie)

Slide 2 - Tekstslide

Lesson goal
  • Aan het einde van de les weet ik wat de possessive (bezitsvorm) is en hoe ik deze kan gebruiken in zinnen en opdrachten.

  • Aan het einde van de les kan ik in het Engels een stukje tekst schrijven over dieren, hun gedrag en lichaamsdelen.

Slide 3 - Tekstslide

Homework
Maken:
Blz 64 opdracht 16
Blz 65 opdracht 17
Blz 66, 67 en 68 (reading) opdrachten 20, 21, 22

Af:
Woensdag 7 juni

Slide 4 - Tekstslide

names (namen) and behaviour (gedrag)
Animals

Slide 5 - Woordweb

Possessive (bezitsvorm)
Wat weet je hier al van?

Wat is het/hoe gebruik je het?

Heb je een voorbeeld?

Slide 6 - Tekstslide

The cat's tail

Slide 7 - Tekstslide

The boy's book

Slide 8 - Tekstslide

Possessives (Bezitsvorm): 's / ' / of

Je gebruikt de bezitsvorm (possesive) om aan te geven dat twee dingen bij elkaar horen.

Bij mensen en dieren in het enkelvoud gebruik je   's   ook als ze zelf eindigen op 's'.

  • The boy's cat is sleeping.
  • James's rabbit is sweet.


Slide 9 - Tekstslide

Possessives (Bezitsvorm): 's / ' / of
Een woord in meervoud 
Als er als een S staat omdat het meervoud is 
alleen een apostrof '

  • The elephants' ears
  • The childrens' rooms

Slide 10 - Tekstslide

Possessives (Bezitsvorm): 's / ' / of

Je gebruikt 'of' bij dingen.

  • He lives on the corner of the street.
  • The name of the ship was Titanic.




Slide 11 - Tekstslide

The wheels of the car

Slide 12 - Tekstslide

The door of the school

Slide 13 - Tekstslide

Wanneer gebruik je een 's ?
A
bij dingen
B
bij mensen en dieren

Slide 14 - Quizvraag

Wanneer gebruik je alleen ' (apostrof)?
A
als het woord eindigt op een -S
B
als het woord in het meervoud eindigt op -S

Slide 15 - Quizvraag

Wanneer gebruik je 'of' ?
A
bij dingen
B
bij mensen en dieren

Slide 16 - Quizvraag

Julia - backpack.
A
Julia' backpack
B
Julias's backpack
C
Julia's backpack
D
the backpack of Julia

Slide 17 - Quizvraag

Ties - phone.
A
Ties' phone
B
Ties's phone
C
the phone of Ties

Slide 18 - Quizvraag

The dogs - owners.
A
The dogs' owners
B
The dogs's owners
C
The owners of the dogs

Slide 19 - Quizvraag

The rules - the school.
A
The schools' rules
B
The schools's rules
C
The rules of the school

Slide 20 - Quizvraag

Opdrachten maken
Wat - Maken blz. 75 opdracht 36
            Maken blz. 76 opdracht 37 en 38
Hoe - Individueel (alleen) maak je de opdrachten
Hulp - Bladzijde 75, Buurman/vrouw of docent
Tijd - 15 - 20 minuten
Uitkomst - Geoefend met de thema woorden en de grammatica en toegepast in opdrachten en zinnen


timer
15:00
Klaar? Wanneer jouw buurman/vrouw ook klaar is, bekijk samen jullie antwoorden en kom samen tot één juist antwoord.
Maak daarna alvast het huiswerk

Slide 21 - Tekstslide

Checking answers

Slide 22 - Tekstslide

Write about your favourite animal

Example:
I like parrots. They are sweet, but they can bite. That is why parrots' beaks can be dangerous. They are also very smart. They live in warm countries usually and they can be at the other end of the world.


  • Gebruik de thema woorden (minimaal 4 woorden) 
  • Gebruik minimaal 2x the possessive (bezitsvorm) die we net hebben besproken

Slide 23 - Tekstslide

Hoe - Individueel (alleen) maak je de opdrachten en lever hem in via Magister berichten
Hulp - Buurman/vrouw of docent
Tijd - 15 - 20 minuten
Uitkomst - Geoefend met de thema woorden en de grammatica en gebruikt in zinnen
Klaar? 
Maak alvast het huiswerk of leer alvast voor de repetitie hoofdstuk 5


Wat - Schrijf over (jouw favoriete) dier. Je mag zelf kiezen welk dier.
  • Gebruik de thema woorden (minimaal 4 woorden)
  • Gebruik minimaal 2x the possessive (bezitsvorm) die we net hebben besproken
timer
5:00

Slide 24 - Tekstslide

Twee goed, één fout
Opdracht: Overleg met buurman/vrouw welke twee goed zijn.
Ik wijs willekeurig twee mensen aan voor het antwoord

  1. Bij mensen en dieren in het enkelvoud gebruik je 's ook als ze zelf eindigen op 's'.
  2. Je gebruikt alleen een ' (apostrof) als het woord in het meervoud staat en eindigt op -S
  3. Je gebruikt 'of' bij mensen en dieren



Slide 25 - Tekstslide

Twee goed, één fout
Opdracht: Overleg met buurman/vrouw welke twee goed zijn.
Ik wijs willekeurig twee mensen aan voor het antwoord

  1. Bij mensen en dieren in het enkelvoud gebruik je 's ook als ze zelf eindigen op 's'.
  2. Je gebruikt alleen een ' (apostrof) als het woord in het meervour eindigt op -S
  3. Je gebruikt 'of' bij mensen en dieren

Slide 26 - Tekstslide

Evaluatie
Schrijf op jouw post-it note:
  1. Wat heb je geleerd deze les?
  2. Welke vragen heb je nog?
  3. Welke tip heb je voor mij?

Klaar? 
Lever hem bij mij in en dan mag je gaan!

Slide 27 - Tekstslide