De vloer op

De vloer op
Impro
1 / 15
volgende
Slide 1: Tekstslide
DramaMiddelbare schoolmavoLeerjaar 1

In deze les zitten 15 slides, met interactieve quiz, tekstslides en 4 videos.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

De vloer op
Impro

Slide 1 - Tekstslide

What is really important when it comes to improvising?

Slide 2 - Woordweb

Today
  • Show an example of 'de vloer op'
  • Impro exercise
  • Act out scenes of 'de vloer op' 

  • We are going to improvise in Dutch, omdat anders de taal in de weg zit. Ofcourse you are always allowed to perform in English!


Mensen die alleen maar lopen klooien/storen --> graag verplaatsen naar de aula

Slide 3 - Tekstslide

De vloer op situaties:
- Zijn situaties tussen 2/3 mensen (A, B, en eventueel C)
- De personages hebben een tegengesteld belang
- Zijn emotioneel beladen
- Vragen om eigen invulling!

Kunnen absoluut niet fout gespeeld worden!

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Video

Slide 6 - Video

Slide 7 - Video

Slide 8 - Video

Situatie 1 'Roken'
A) Je bent gaan roken. Eigenlijk vind je het vies maar je beste vriend(in) doet het ook. Je staat net een pakje af te rekenen als je broer binnenkomt. 
B) Je bent de broer van A en wist niet dat hij/zij rookte. Je weet dat jullie ouders fel tegen roken zijn en dat A niet zijn/haar rijbewijs krijgt als ze het te weten komen. 

Slide 9 - Tekstslide

Situatie 2 'Pesten'
A) Je wordt gepest door verschillende klasgenootjes. Je wordt
hier heel ongelukkig van. Je weet niet meer wat je hier mee aan moet dus je bespreekt dit met een van je vriend(inn)en.
B) Jij bent een vriend(in) van A, maar durft niet zo veel te doen. Je praat het
pestgedrag van jullie klasgenootjes eigenlijk een beetje goed, omdat je bang bent
dat jij ook gepest zal worden.

Slide 10 - Tekstslide

Situatie 4. 'Vakantie' 
A) Je wil heel graag met je vader mee op vakantie en gaat er ook vanuit dat jullie straks weer drie weken naar een mooie bestemming gaan. Helaas wil de nieuwe vriendin van je vader niet dat je mee gaat op vakantie. 
B) Je bent de vader van A en wil geen ruzie met je vriendin. Het gaat eindelijk goed tussen jullie; dat wordt dus alleen op vakantie met haar én haar kind. 

Slide 11 - Tekstslide

Situatie 3 'Loverboys'. 
A) Je hebt een nieuw vriendje.
Hij is heel lief en koopt allemaal cadeautjes voor je.
Enige wat hij daar tot nu toe voor terug vraagt is dat je zijn naam in je nek hebt laten tatoeëren. Dat heb je gedaan. 
B) Je bent de ouder van A. Je komt net terug van een ouderavond, waar je een interessante lezing hebt gehad over loverboys. 

Slide 12 - Tekstslide

Situatie 5. 'Geslacht'. 
A) Het is tijd om je beste vriend te vertellen dat je geboren bent als meisje. Dat vind je heel lastig.
B) Beste vriend van A. Dat hele LGBTQ - gebeuren van tegenwoordig vind je maar lastig. Onzin volgens jou; je bent een jongen óf een meisje. 

Slide 13 - Tekstslide

Bedenk je eigen situatie. 
- Situatie tussen 2/3 mensen (A, B, en eventueel C)
- De personages hebben een tegengesteld belang
- Is emotioneel beladen
- Je mag er een locatie bij schrijven

Slide 14 - Tekstslide

Vandaag
Laatste theaterles
Impro - oefening
Impro - de vloer op - eigen situaties

Slide 15 - Tekstslide