Lezen - 2.3 - les 2

Start van de les
  • IPad en/of boek op de hoek van je tafel, gesloten.
  • Tas op de grond.
  • Telefoon en sleutels in je tas


1 / 23
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 3

In deze les zitten 23 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Start van de les
  • IPad en/of boek op de hoek van je tafel, gesloten.
  • Tas op de grond.
  • Telefoon en sleutels in je tas


Slide 1 - Tekstslide

Lezen hoofdstuk 1-3

Slide 2 - Tekstslide

Herhalen
CITAAT

Slide 3 - Tekstslide

Wat is GEEN citaat?
timer
0:10
A
Karin vroeg om nog een glas cola.
B
Karin vroeg: "Mag ik nog een glas cola?"
C
"Mag Karin nog een glas cola?"
D
"Mag ik nog een glas cola?" vroeg Karin.

Slide 4 - Quizvraag

Een citaat staat in de:
A
indirecte rede
B
directe rede

Slide 5 - Quizvraag

2.3 Lezen
oorzaak & gevolg

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Tekstslide

Door het ongeluk zit hij nu in een rolstoel.
A
oorzaak: het ongeluk gevolg: zit in rolstoel
B
oorzaak: zit in rolstoel gevolg: het ongeluk

Slide 8 - Quizvraag

Doordat de trein was vertraagd, kwam ik te laat op school.

De trein was vertraagd is...
A
oorzaak
B
gevolg

Slide 9 - Quizvraag

Ik heb geen lunch meer, want ik heb al mijn brood al opgegeten.
geen lunch meer =

A
oorzaak
B
gevolg

Slide 10 - Quizvraag

Soms geeft de docent op vrijdag huiswerk voor maandag, waardoor mijn weekend verpest wordt.

verpest weekend =
A
oorzaak
B
gevolg

Slide 11 - Quizvraag

Soms geeft de docent op vrijdag huiswerk voor maandag, waardoor mijn weekend verpest wordt.

Wat is de reden?

Slide 12 - Open vraag

Slide 13 - Tekstslide

Soms geeft de docent op vrijdag huiswerk voor maandag, waardoor mijn weekend verpest wordt.

Wat is het signaalwoord woord van oorzaak-gevolg?

Slide 14 - Open vraag

het dik gedrukte woord is een:
Ik heb veel opleidingen gedaan, ZO heb ik vorig jaar de politieacademie nog afgerond.
A
tegenstelling
B
voorbeeld
C
tijdsvolgorde
D
oorzaak-gevolg

Slide 15 - Quizvraag

Mijn zusje vindt een pretpark niet leuk, omdat ze nergens in durft.
Wat voor een soort signaalwoord is OMDAT?
A
Conclusie
B
Redengevend
C
Oorzakelijk
D
Opsomming

Slide 16 - Quizvraag

Doordat de trein was vertraagd, kwam ik te laat op school.

Doordat is het signaalwoord voor .....
A
Oorzaak-gevolg
B
Tijdsvolgorde
C
Opsomming

Slide 17 - Quizvraag

Doordat de trein was vertraagd, kwam ik te laat op school.

'Doordat' is het signaalwoord voor ......
A
Oorzaak-gevolg
B
opsomming
C
voorbeeld

Slide 18 - Quizvraag

Ten eerste vind ik het een slecht plan. Ten tweede wil ik niet dat zij meedoet. Bovendien heb ik hier geen tijd voor.
A
opsomming
B
tegenstelling
C
oorzaak-gevolg

Slide 19 - Quizvraag

Ilse durfde. niet meer in het donker te fietsen, nadat ze een enge film had gezien.

In welke volgorde lees je de oorzaak en het gevolg?
A
oorzaak-gevolg
B
gevolg-oorzaak

Slide 20 - Quizvraag

Maken: Hoofdstuk 2 -les 2.3 lezen - opd. 7 t/m 10
                                                               
timer
15:00
Klaar? 

  • ander huiswerk
  • StudyGo woorden h1
  • Cody Cross

Slide 21 - Tekstslide

Wat is het verschil tussen oorzaak en gevolg?
A
Oorzaak is wat iets veroorzaakt, gevolg is het resultaat
B
Oorzaak en gevolg zijn synoniemen
C
Oorzaak en gevolg zijn hetzelfde
D
Oorzaak is het resultaat, gevolg is wat iets veroorzaakt

Slide 22 - Quizvraag

Afsluiting
  • Huiswerk: les 2.3 opd 7 t/m 10  afmaken
  • Volgende les: verder met les 2.3

Slide 23 - Tekstslide