H1L13 - 2THG - Grammatica zinsdelen - maandag








: )


Maandag

Planning van dit uur


  • Tien minuten stillezen
  • Grammatica zinsdelen - nulmeting (quiz, met prijzen, voor cijfer met weging nul) 
  • Lesbezoek: meneer van 't Hof


Aan het einde van deze les
  • heb je een cijfer voor grammatica zinsdelen;
  • weet je waar je staat op het gebied van grammatica. 
Welkom 2THG 
1 / 12
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

In deze les zitten 12 slides, met tekstslides.

Onderdelen in deze les








: )


Maandag

Planning van dit uur


  • Tien minuten stillezen
  • Grammatica zinsdelen - nulmeting (quiz, met prijzen, voor cijfer met weging nul) 
  • Lesbezoek: meneer van 't Hof


Aan het einde van deze les
  • heb je een cijfer voor grammatica zinsdelen;
  • weet je waar je staat op het gebied van grammatica. 
Welkom 2THG 

Slide 1 - Tekstslide

Stillezen
Wat
Lees in stilte uit je leesboek
Hoe
Individueel 
Hulp
Geen
Tijd
Tien minuten
Uitkomst
Over dit boek maak je je eerste leesopdracht
Klaar
Hierna gaan we verder met de les
timer
10:00

Slide 2 - Tekstslide

Nulmeting grammatica 
  • Formatieve toets: weging nul, cijfer wel in Som
  • Nulmeting: quiz bepaalt het niveau waar jij nu staat 
  • Vragen: herhaling van vorig jaar
  • Komt terug op de repetitie 
  • Punten vs nauwkeurigheid 

Slide 3 - Tekstslide

Zinsontleding
1. Woordsoorten
2. Zinsdelen

Slide 4 - Tekstslide

Zinsontleding
1. Woordsoorten
2. Zinsdelen
bijvoeglijk naamwoord, zelfstandig naamwoord, werkwoord, bijwoord, koppelwerkwoord, etcetera...
persoonsvorm, onderwerp, naamwoordelijk gezegde, bijwoordelijke bepaling, etcetera... 

Slide 5 - Tekstslide

Stappenplan zinsontleding

Ga je zinsdelen benoemen? Werk altijd in deze volgorde:

1. Benoem de pv
Zet een streep onder de pv
2. Verdeel de zin in zinsdelen
Zet strepen tussen de zinsdelen
3. Benoem het gezegde: wg of ng?
Zet 'wg' of 'ng' boven het gezegde
4. Benoem het onderwerp
Zet 'o' boven het onderwerp
5. Benoem het lijdend voorwerp
Zet 'lv' boven het lijdend voorwerp
6. Benoem het meewerkend voorwerp
Zet 'mv' boven het meewerkend voorwerp
7. Benoem de bijwoordelijke bepalingen
Zet 'bwb' boven de bijwoordelijke bepaling

Slide 6 - Tekstslide

                   Individueel werken 
timer
5:00
Wat
Maak opdracht 3 t/m 10 van 1.7 Grammatica zinsdelen (in je boek) 
Hoe
In stilte, individueel  
Hulp
Eerst vijf minuten zonder hulp, daarna mag je vragen stellen
Tijd
Tot het einde van de les   
Uitkomst
Deze leerstof (grammatica zinsdelen) moet je kennen voor de toets
Klaar
Laat je werk aan mij zien en vraag wat je nu kunt doen
Groep 1: zelfstandig werken
Groep 2: extra uitleg
We bespreken samen de zinnen van opdracht 1 (1.7 Grammatica zinsdelen)

Slide 7 - Tekstslide

Stappenplan zinsontleding
Steeds meer mensen hebben 'vliegschaamte'. 

Ga je zinsdelen benoemen? Werk altijd in deze volgorde:

1. Benoem de pv
Zet een streep onder de pv
2. Verdeel de zin in zinsdelen
Zet strepen tussen de zinsdelen
3. Benoem het gezegde: wg of ng?
Zet 'wg' of 'ng' boven het gezegde
4. Benoem het onderwerp
Zet 'o' boven het onderwerp
5. Benoem het lijdend voorwerp
Zet 'lv' boven het lijdend voorwerp
6. Benoem het meewerkend voorwerp
Zet 'mv' boven het meewerkend voorwerp
7. Benoem de bijwoordelijke bepalingen
Zet 'bwb' boven de bijwoordelijke bepaling

Slide 8 - Tekstslide

Stappenplan zinsontleding
Mensen met vliegschaamte vinden dat ze eigenlijk niet zouden moeten vliegen.

Ga je zinsdelen benoemen? Werk altijd in deze volgorde:

1. Benoem de pv
Zet een streep onder de pv
2. Verdeel de zin in zinsdelen
Zet strepen tussen de zinsdelen
3. Benoem het gezegde: wg of ng?
Zet 'wg' of 'ng' boven het gezegde
4. Benoem het onderwerp
Zet 'o' boven het onderwerp
5. Benoem het lijdend voorwerp
Zet 'lv' boven het lijdend voorwerp
6. Benoem het meewerkend voorwerp
Zet 'mv' boven het meewerkend voorwerp
7. Benoem de bijwoordelijke bepalingen
Zet 'bwb' boven de bijwoordelijke bepaling

Slide 9 - Tekstslide

Stappenplan zinsontleding
De Zweden hebben ons de term vliegschaamte (flygskam) gegeven. 

Ga je zinsdelen benoemen? Werk altijd in deze volgorde:

1. Benoem de pv
Zet een streep onder de pv
2. Verdeel de zin in zinsdelen
Zet strepen tussen de zinsdelen
3. Benoem het gezegde: wg of ng?
Zet 'wg' of 'ng' boven het gezegde
4. Benoem het onderwerp
Zet 'o' boven het onderwerp
5. Benoem het lijdend voorwerp
Zet 'lv' boven het lijdend voorwerp
6. Benoem het meewerkend voorwerp
Zet 'mv' boven het meewerkend voorwerp
7. Benoem de bijwoordelijke bepalingen
Zet 'bwb' boven de bijwoordelijke bepaling

Slide 10 - Tekstslide

                   Individueel werken 
timer
5:00
Wat
Maak opdracht 3 t/m 10 van 1.7 Grammatica zinsdelen (in je boek) 
Hoe
In stilte, individueel  
Hulp
Eerst vijf minuten zonder hulp, daarna mag je vragen stellen
Tijd
Tot het einde van de les   
Uitkomst
Deze leerstof (grammatica zinsdelen) moet je kennen voor de toets
Klaar
Laat je werk aan mij zien en vraag wat je nu kunt doen

Slide 11 - Tekstslide

Samenvatting van de les
Jij
  • hebt nu een cijfer voor grammatica zinsdelen;
  • weet waar je staat op het gebied van grammatica. 

Huiswerk 
  • Maak opdracht 3 t/m 10 van 1.7 Grammatica zinsdelen (in je boek)

Slide 12 - Tekstslide