MYP past simple: questions & negations

MYP
Today's mission:
  • Past Simple: Questions
  • Past Simple: Negations
1 / 25
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMiddelbare schoolmavoLeerjaar 2

In deze les zitten 25 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

MYP
Today's mission:
  • Past Simple: Questions
  • Past Simple: Negations

Slide 1 - Tekstslide

Past simple: questions
Er zijn drie manieren om in de past simple een vraag te maken: 
1:  was/were of een hulpww als could/would aan het begin van de zin.
- Was your mum in Italy two week ago?
- Were you happy to go back home?
- Could you take photos of the dolphins?

Slide 2 - Tekstslide

Past simple: questions
2: Je zet did aan het begin van de zin. Daarna gebruik je altijd het hele ww. 
- Did I bring my bathing costume?
- Did they enjoy their holiday?
- Did she take route 66?

Slide 3 - Tekstslide

Past simple: questions
3: Met een WH-woord. Who/what/which/when/where/how zet je dan aan het begin van de zin. 
- Where was Jenn last week?
- How could they leave without their passports?
- When did you travel through Asia? 

Slide 4 - Tekstslide

Grammar 2B: negations in the past simple
Regel nummer 1:

Bij was/were en alle hulpwerkwoorden (zoals can en could) wissel je onderwerp en persoonsvorm om.  

He was ill for a week.
Was he ill for a week?

Slide 5 - Tekstslide

Grammar 2B: negations in the past simple

Regel nummer 2: 

Bij alle andere werkwoorden zet je did voor het onderwerp en schrijf je daarna het HELE WERKWOORD op. 

I carried that box for you yesterday.
Did I carry that box for you yesterday?

Slide 6 - Tekstslide

Past Simple bevestigend


Past Simple bevestigend
Past Simple questions
Did + subject + infinitive
Did + onderwerp + hele werkwoord (1e vorm)

I played. ---> Did I play?

They worked. ---> Did they work?

We went. ---> Did we go?

Let op: She was hungry. ---> Was she hungry?

Slide 7 - Tekstslide

Grammar 2B: negations in the past simple

oefenen

Let op: bij de volgende dia's moet je vragen in de past simple maken met de woorden die er staan. 

Bedenk eerst je eigen antwoord en kies dan de juiste zin!

Let op: je hebt 30 seconden per dia.

Slide 8 - Tekstslide

(Josh / to do) his homework?
A
Did Josh his homework?
B
Did Josh do his homework?
C
Has Josh done his homework?
D
Did Josh did his homework?

Slide 9 - Quizvraag

(Ali / to be) late for dinner?
A
Did Ali late for dinner?
B
Did Ali be late for dinner?
C
Was Ali late for dinner?
D
Did Ali was late for dinner?

Slide 10 - Quizvraag

Make a question:
The teacher taught a boring lesson.

Slide 11 - Open vraag

(The secretary / to write) a note?

Slide 12 - Open vraag

Make a question:
We did our homework last night.

Slide 13 - Open vraag

Make a question:
It was an expensive pair of trainers.

Slide 14 - Open vraag

Past simple: negations
Er zijn twee manieren om in de past simple een ontkenning te maken: 
1:  Bij was/were of een hulpww als could/ would voeg je -n't (not)to aan het woord.
- She wasn't in Italy.
- Rick and Bo weren't happy to leave France.
- I couldn't see the Mona Lisa in Paris. 

Slide 15 - Tekstslide

Past simple: negations
2:  Bij andere ontkenningen in de verleden tijd zet je didn't voor het hoofdwerkwoord. Na didn't komt altijd het hele werkwoord.
- I didn't bring my sunglasses.
- Lucy didn't like camping.
- We didn't see any dolphins. 

Slide 16 - Tekstslide

Grammar 2B: negations in the past simple
Regel nummer 1:

Bij was/were en alle hulpwerkwoorden plak je 'not' achter het werkwoord

I was alone in the theatre.
I was not (wasn't) alone in the theatre.

Slide 17 - Tekstslide

Grammar 2B: negations in the past simple

Regel nummer 2: 

Bij alle andere werkwoorden zet je didn't voor het hoofdwerkwoord. 
LET OP!! Wanneer je didn't voor het hoofdwerkwoord zet, moet het hoofdwerkwoord het HELE WERKWOORD worden.


I knew about them.
I didn't KNOW about them.

Slide 18 - Tekstslide

Past Simple bevestigend


Past Simple bevestigend
Past Simple negations
Subject + did not (didn't) + infinitive
Onderwerp + didn't + hele werkwoord (1e vorm)

I played. ---> I didn't play.

They worked. ---> They didn't work.

She swam. ---> She didn't swim.

Let op: We were angry. ---> We weren't angry.

Slide 19 - Tekstslide

Grammar 2B: negations in the past simple

oefenen

Let op: bij de volgende dia's moet je ontkenningen in de past simple maken met de woorden die er staan. 

Bedenk eerst je eigen antwoord en kies dan de juiste zin!

Let op: je hebt 30 seconden per dia.

Slide 20 - Tekstslide

Jacob (not - to call) his mum.
A
Jacob not called his mum.
B
Jacob didn't called his mum.
C
Jacob didn't call his mum.
D
Jacob doesn't call his mum.

Slide 21 - Quizvraag

The boys ate a doughnut. (-)
A
The boys didn't ate a doughnut.
B
The boys ate not a doughnut.
C
The boys don't eat a doughnut.
D
The boys didn't eat a doughnut.

Slide 22 - Quizvraag

Make a negation:
I thought he was a nice guy.

Slide 23 - Open vraag

Make a negation:
My mother drank tea all the time.

Slide 24 - Open vraag

Make a negation:
The cat sat on the sofa.

Slide 25 - Open vraag