Les 04 - Alinea en tekstverbanden - bespreken opdrachten

• Nederlands
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 4

Alinea en tekstverbanden

Leesvaardigheid vwo 4

Lesdoelen

Als het goed is, weet je aan het eind van deze les: 

- wat de functie van een alinea is;

- welke tekstverbanden er zijn; 

- hoe je opdracht 3 moet maken.

Huiswerk

We bespreken 'husselen puzzelen' en opdracht 5

(de antwoorden van opdracht 2 komen op de ELO)

Husselen puzzelen

We bekijken de antwoorden (signaalwoorden, deelonderwerpen, etc.)

Wat valt je op?

Deze tekst heb je nodig voor het argumenteren, dus bewaar je (eventuele) aantekeningen goed!

Opdracht 5, blz. 20-22

• Wat moet je precies doen?
• Hoe heb je dit aangepakt?
• Antwoorden ....

Wat weet je van een (of meer) alinea('s)?

Alinea

Een tekst is verdeeld in alinea's. De zin die het belangrijkste (de hoofdgedachte) van een alinea weergeeft, noem je de kernzin.

Die kernzin kan op verschillende plaatsen voorkomen:

- meestal is de eerste zin de kernzin;

- soms is de tweede zin de kernzin; de eerste zin is dan een zin die een deelonderwerp aankondigt, of een structurerende zin die het verband met vorige alinea('s) aangeeft;

- soms is de laatste zin de kernzin.

Voorbeelden 1, 2 en 3

Op blz. 32/33 in je lesboek staan drie voorbeelden. We lezen ze gezamenlijk.

Huiswerk voor woensdag

Opdracht 3, blz. 33 - 36.

Maken 'de misdaadparadox', tekst lezen en vragen maken. Je krijgt de tekst uitgereikt tijdens KWT.

Nog even herhalen

De indeling van een tekst: Zakelijke teksten bestaan uit drie delen: inleiding, middenstuk en slot. Elk deel heeft binnen tekst zijn eigen functie (taak).

Lees de theorie op pagina 24/25 door. 

Nog even herhalen

Vaste tekststructuren: Om teksten te ordenen, maken schrijvers vaak gebruik van een vaste tekststructuur. Deze selecteren ze in overeenstemming met hun schrijfdoel. 

Vorig jaar hebben we zeven vaste tekststructuren besproken. Hierbij wordt duidelijk wat er in de inleiding, de kern en het slot wordt besproken. Lees het schema op pagina 28 door. 

Hoe zit de indeling van een tekst in elkaar?

1. Inleiding, kern, slot
2. Geen indeling
3. Begin en einde

Wat staat er in het slot van een argumentatiestructuur?

1. samenvatting
2. herhaling stelling

Wat staat er in de inleiding van een voor- en nadelenstructuur?

1. een vraag
2. een bepaald verschijnsel

Hoe heet de belangrijkste zin in een alinea?

1. de hoofdgedachte
2. de kernzin

Als de tweede zin de kernzin is, wat is dan de eerste zin?

Heb je de lesdoelen bereikt bij deze les?

15

Tot woensdag!