opdracht 2: het lichaam/ der Körper

3 MAVO
 der Körper
1 / 19
volgende
Slide 1: Tekstslide
DuitsMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 2,3

In deze les zitten 19 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

3 MAVO
 der Körper

Slide 1 - Tekstslide

Bekijk de afbeelding en lees de woorden voor jezelf door. 

Slide 2 - Tekstslide

Doel: 
  • Je kent een aantal lichaamsdelen in het Duits.
  • Je kent een aantal woorden die met gezondheid te maken hebben

Slide 3 - Tekstslide

K

Slide 4 - Tekstslide

sich freuen
unangenehm
angespannt
locker
nervös
aufgeregt
sich mögen
ontspannen
onaangenaam
zich verheugen
gespannen
opgewonden
nerveus
elkaar leuk vinden

Slide 5 - Sleepvraag

Slide 6 - Tekstslide

de rimpels
de tanden
schadelijk zijn
ouder worden
dalen
vruchtbaarheid
de huid
volwassen
die Haut
erwachsen
Fruchtbarkeit
sinken
altern
schaden
die Zähne
die Falten

Slide 7 - Sleepvraag

  • der Finger
  • der Rücken
  • der Arm
  • der Fuß
  • die Hand
  • die Ferse
  • das Bein
  • der Kopf
  • der Hals
  • das Knie
Zet het juiste nummer bij het woord. Noteer dit in je schrift.

Slide 8 - Tekstslide

Open de volgende dia en speel het memory spel.
  • klik op spielen.
  • klik de telefoon aan voor geluid.
  • probeer het woord en de plaatjes bijelkaar te zoeken.
  • klik op : noch mal spielen om je tijd te verbeteren.
  • ga door tot je onder de 20 seconden zit.

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Link

Welke lichaamsdelen horen bij welk werkwoord op de volgende dia?

Slide 11 - Tekstslide

sehen
fühlen
laufen
schreiben
küssen
essen
hören
lecken
riechen
das Auge
der Finger
das Bein
die Hand
der Mund
die Zähne
das Ohr
die Zunge
die Nase

Slide 12 - Sleepvraag

Was bedeutet 'Gute Besserung!'

Slide 13 - Open vraag

Was bedeutet 'Wie geht es dir?'

Slide 14 - Open vraag

Was bedeutet 'Ich bin krank'

Slide 15 - Open vraag

Was bedeutet 'Mir ist kalt'

Slide 16 - Open vraag

Slide 17 - Link

Slide 18 - Link

Als het goed is:
  1. Ken je nu allerlei lichaamsdelen in het Duits.
  2. Kun je vertellen hoe het met je gaat in het Duits.


Slide 19 - Tekstslide