Trede 14 - Betoog Dit is Belangrijk!

1 / 20
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

In deze les zitten 20 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Voorwaarden voor deelname aan een online les:

Slide 2 - Tekstslide

Feiten, meningen en argumenten

Slide 3 - Tekstslide

Lesprogramma 
- 11:25 Uitleg betoog en voorkennis activeren
- 11:40 Instructie: in groepjes werken 
               Uit een tekst feiten, meningen en standpunten halen
               Stelling verzinnen en onderbouwen met argumenten
- 12:30 Lever jullie resultaat in
- 12:30 Evaluatie
- 12:45 Einde van de les

Slide 4 - Tekstslide

Lesdoel
- Ik kan feiten, het standpunt en de bijbehorende argumenten in een tekst herkennen.
- Ik kan zelf een betoog schrijven: stelling met argumenten

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Video

Feit
  • controleerbaar of bewezen
  • waar of onwaar

Maandag was de vakantie afgelopen. 

We hebben vandaag les van mevrouw Duinhouwer. 

Slide 7 - Tekstslide

Welk van de volgende zinnen is géén feit?
A
Mijn vader is morgen jarig.
B
Spruitjes zijn smerig.
C
De voetbaltraining duurt anderhalf uur.
D
Een hond is een trouw dier.

Slide 8 - Quizvraag

Welk van de volgende zinnen is een feit?
A
Kinderarbeid zou verboden moeten worden!
B
Dat nieuwe nummer klinkt supergoed!
C
Wat een leuke jas heb je aan!
D
Roken is slecht voor je gezondheid!

Slide 9 - Quizvraag

Mening
  • Dat wat iemand ergens van vindt. 
  • Anders: standpunt - opinie - visie - overtuiging - stelling

Duitse grammatica is ontzettend moeilijk. 

De Efteling is het leukste pretpark van Nederland.

Slide 10 - Tekstslide

Welk van de volgende zinnen is géén mening?
A
Joost is dol op skiën.
B
Dierproeven zijn onnodig.
C
De nieuwe auto van mij opa is echt een bejaardenkarretje.
D
Sommige kleuren staan jou echt niet.

Slide 11 - Quizvraag

Welk van de volgende vragen bevat een mening?
A
Hoeveel kilometer moeten we nog rijden?
B
Ga je naar dat kinderachtige feest?
C
Heb je je huiswerk af?
D
Hou je van skeeleren?

Slide 12 - Quizvraag

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Tekstslide

Herken de stelling.
A
Daar doen wij niet aan mee.
B
Ben je gek?
C
Ik vind Valentijn echt belachelijk.
D
Het is gewoon een excuus om rozen en chocolade te verkopen.

Slide 15 - Quizvraag

Herken het argument.
A
Ben je gek?
B
Ik vind Valentijn echt belachelijk.
C
Het is gewoon een excuus om rozen en chocolade te verkopen.
D
Je hoeft niet altijd iets te kopen om Valentijn te vieren...

Slide 16 - Quizvraag

Herken het tegenargument.
A
Ik vind Valentijn echt belachelijk.
B
Je hoeft niet altijd iets te kopen om Valentijn te vieren...
C
Het is gewoon een excuus om rozen en chocolade te verkopen.
D
Daar doen wij niet aan mee.

Slide 17 - Quizvraag



Let op:
* Jullie hebben 50 minuten de tijd. Kom dus op tijd terug in de les. - anders ben je voor mij absent!
Rollen:
Schrijver - vult de kolom in en maakt de foto van de tabel
Lezer - leest de tekst voor aan de teamleden
Tijdscontroleur - Houdt de tijd in de gaten (50 min.)
Voorzitter - Zorgt dat het overleg goed verloopt en verdedigt de stelling van het groepje

Opdracht 1: 
- Vorm een groepje met max. 4 personen 
- Verdeel de rollen : schrijver, lezer, tijdscontroleur, voorzitter
- Lees : Snacks op school? Dat kan best!'  (staat in de drive van Classroom)
- Haal de feiten, standpunten en de argumenten uit de tekst. 
- Noteer ze in een tabel in de juiste kolom  voorbeeld->. 
Klaar? 
Lever de tabel in via Classroom 

Opdracht 2: 
- Lees de voorbeeldtekst van een betoog (staat in de drive van Classroom)
- Verzin een stelling met je groepje en onderbouw deze met argumenten
- Noteer deze stelling met argumenten 

Kijk bijvoorbeeld op deze site voor stellingen:
https://ownhlagerhuis.nl/stellingen/
https://www.debatunie.nl/debatstellingen/

Vragen? Gebruik de chat!
Feiten
Standpunten
Argumenten
xxxxxxx
xxxxxxx
1
xxxxxxx
xxxxxxx
2
xxxxxxx
xxxxxxx
... etc

Slide 18 - Tekstslide

Evaluatie lesdoelen 
- Ik kan het standpunt en de bijbehorende argumenten in een tekst herkennen.
- Ik kan een stelling verzinnen en deze onderbouwen met argumenten.

Slide 19 - Tekstslide

Onze stelling is:

Onze argumenten zijn:

Slide 20 - Tekstslide