4h kua P2: les 2: massacultuur en pop art Puck

4h kua P2: les 2: massacultuur en pop art
1 / 52
volgende
Slide 1: Tekstslide
KunstMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

In deze les zitten 52 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 4 videos.

time-iconLesduur is: 70 min

Onderdelen in deze les

4h kua P2: les 2: massacultuur en pop art

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Welkom bij KUA! 
  • Jas uit & tas op de grond 
  • Laptop dicht op tafel
  • KUA mapje en pen op tafel 
timer
1:00

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Vandaag

1.  Inhaal 20 januari en bespreken oefenvragen 
2. Start massacultuur 
3. Bedenk een popart kunstwerk a la Warhol 
 




Slide 3 - Tekstslide

Checklist:
Het leerdoel is in leerlingentaal geformuleerd.
Het leerdoel is volgens de RTTI-methodiek geformuleerd.
Het leerdoel geeft een omschrijving van de context (inhoud).
Er wordt een werkwoord gebruikt in het leerdoel (gedrag).

3. Leerdoelgericht werken
De docent geeft het onderwerp, RTTI geformuleerde leerdoelen en de lesopbouw aan. De docent weet de leerdoelen goed te laten aansluiten bij de voorkennis en het (taal)niveau van de leerlingen. Gedurende de les wordt continu een terugkoppeling naar de leerdoelen gemaakt om de mate van beheersing te controleren.   
De condities worden weergeven in het leerdoel (voorwaarden).
Er zijn succescriteria gekoppeld aan het leerdoel (norm
Leerdoelen
Tijdens de les 

- krijg je inzicht in het niveau van een juist antwoord
- krijg je inzicht in het ontstaan van de massacultuur
- ontdek je wat pop-art is 






Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

1. Inhaal toets modernisme 
Door de chaotische omstandigheden is de toets door de examencommissie afgekeurd. Dit betekent dat ik de gemaakte toetsen NIET mag nakijken. Iedereen maakt de toets (voor de eerste keer of opnieuw) op 20 januari om 12.00 uur. Dit is een inhaalmoment. Je kan in de ochtend een andere toets herkansen. 

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Vraag 1 (5p): Op de afbeeldingen zie je kunstwerken uit de volgende stromingen: expressionisme, futurisme, dadaïsme, surrealisme en kubisme. Geef per kunstwerk de stroming aan en benoem een stijlkenmerk waaraan je dat kan zien. 
a.                                        a.  stroming: expressionisme   stijlkenmerk: veel                      kleuren en je kan de kwastlijnen zien
b.                          b.  stroming: expressionisme stijlkenmerk: kleur
                                      c. stroming: expressionisme stijlkenmerk: academische kunstregels negeren 
d. st                        d. stroming: expressionisme stijlkenmerk: de kunstenaar heeft onnatuurlijke kleuren gebruikt
Welk antwoord is juist? Wat ontbreekt bij de andere antwoorden/wat is niet goed?
 







Wat is het juiste antwoord? Wat ontbreekt bij de andere antwoorden? 

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

6. (2p) Je ziet op de afbeelding een poster van de film 'Metropolis' (1927). De film is vooral beïnvloed door het futurisme. Beschrijf aan de hand van twee aspecten van de VOORSTELLING hoe op de filmposter het futurisme te herkennen is. 
a. je ziet een hoed die nog niet bestaat en 
hoge gebouwen
b.  De kleurkeuzes zijn raar en de compositie van
de vrouw is niet recht.
c. De filmposter laat zien dat het futuristisch is. 
Dat zie je aan de vrouw die op een robot lijkt, 
wat doet denken aan ideeën over mensen en
 machines in de toekomst. De hoge, moderne gebouwen op de achtergrond verwijzen naar toekomstige architectuur.

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

3. Kunst analyseren

Slide 8 - Tekstslide

voortelling: WAT er wordt afgebeeld. Er zijn drie soorten voorstelling te onderscheiden; figuratief (herkenbare voorstelling / naar de werkelijkheid),
abstract (voorstelling is niet herkenbaar) en geabstraheerd (de voorstelling
is gedeeltelijk herkenbaar maar niet naar de werkelijkheid geschilderd)

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Leerdoelen
Tijdens de les 

- krijg je inzicht in het niveau van een juist antwoord
- krijg je inzicht in het ontstaan van de massacultuur
- ontdek je wat pop-art is 






Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

2. Start massacultuur
Cultuur van het moderne (ca. 1900-1945)





Massacultuur (ca. 1945-2000/heden)

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Massa < > cultuur
Massa = grote hoeveelheid, grote hoop, meute

Cultuur = geheel aan gewoonten en gedragsregels van een bepaalde groep mensen (bijvoorbeeld van een land, provincie, gemeente)

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Massacultuur
Massacultuur is de cultuur van de grote massa, vaak commercieel en herkenbaar.
Door gebruik van massamedia is ze voor heel veel mensen toegankelijk.
Het is een cultuur van entertainment waarin hoge en lage kunst zich vermengen.

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Modernisme: er is een duidelijke grens tussen ‘hoge’ kunst en ‘lage’ kunst


Elite bepaalde wat kunst is en wat niet. Om hoge kunst te kunnen waarderen, is een bepaald kennisniveau nodig. 

De kunst van het volk werd door hen gezien als plat, goedkoop en oppervlakkig amusement (want hier had je geen kennis van de kunsten voor nodig). 
Massacultuur: hoge en lage kunst vermengen met elkaar. 


De kunst van het volk werd door hen gezien als plat, goedkoop en oppervlakkig amusement (want hier had je geen kennis van de kunsten voor nodig).





 Elite bepaalde wat kunst is en wat niet. Om hoge kunst te kunnen waarderen, is een bepaald kennisniveau nodig.

De kunst van het volk werd door hen gezien als plat, goedkoop en oppervlakkig amusement (want hier had je geen kennis van de kunsten voor nodig).



Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

De periode na W0II
Welke belangrijke gebeurtenissen vinden plaats?

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hedonisme (genots /amusementscultuur)

Slide 18 - Tekstslide

Een consumptiemaatschappij is een samenleving waarin de nadruk ligt op het verwerven en consumeren van goederen en diensten.  Deze goederen bevredigen geen basisbehoeften, maar verschaffen prestige of worden beschouwd als onderdeel van de identiteit van de eigenaar1.
Hedonisme (genots /amusementscultuur)

Slide 19 - Tekstslide

Ontzuiling is het tegenovergestelde van verzuiling. Mensen hoorden in Nederland (en andere landen) bij een bepaalde groep. Deze groep was gebaseerd op wat je geloofde (bijvoorbeeld katholiek) of wat je belangrijk vond in het leven (bijvoorbeeld socialist).
Waarom?

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Waarom wordt kunst en cultuur van de VS na 1950 toonaangevend (leading)?

Slide 21 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Antwoord
Europese kunstenaars vluchtten met de opkomst Hitler naar de VS en ontwikkelden zich daar verder en moderniseerden de Amerikaanse kunst.
In Europa woedde de oorlog en kunstcentra zoals Berlijn en Parijs werden verwoest. Na de oorlog ging alle aandacht in Europa eerst uit naar de wederopbouw. De Amerikanen, die na hun rol als bevrijder, de wederopbouw financieel steunden, werden met hun cultuur en kunst een voorbeeld voor Europa.

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Welke massamedia hadden grote invloed bij het begin van de massacultuur?
Deze wel
Deze niet

Slide 25 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Ontwikkeling reclame
De eerste jaren na de oorlog heerst er schaarste op allerlei gebied. Veel is nog op de bon. Ook voor de reclame zijn het moeilijke tijden. Adverteren in kranten is wegens papiertekort beperkt. Ter besparing van energie is lichtreclame verboden en mogen etalages na half negen ‘s avonds niet verlicht zijn.

Na de komst van de Marshallhulp in 1948 gaat het beter met de economie en kan er meer reclame gemaakt worden.

Slide 26 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 27 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

JEUGDCULTUUR
In Europa ontstond vanaf de jaren '50 (in navolging van de VS) een jeugdcultuur. Een belangrijk onderdeel van deze Europese jeugdcultuur was de Amerikaanse rock-'n-roll.

Slide 28 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 29 - Video

In 1952 had Big Mama Thorton haar eerste succes met het rhythm-and-bluesnummer Hound Dog, dat in de versie van Elvis Presley later een klassieker zou worden in de rock-'n-roll. 

Slide 30 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Rock-'n-roll 
is de oervorm van de popmuziek, halverwege de jaren vijftig ontstaan uit een samensmelting van country & western en rhythm & blues. Het is ook de eerste specifieke tienermuziek, daarom eenvoudig, rebels en opwindend en staat hiermee aan de basis van de rockmuziek.

Slide 31 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 32 - Video

goed tijdsbeeld en waar rock n roll van daan komt. en hoe hij ineens inedereen gek maakt
Kenmerken massacultuur
Laagdrempelig amusement (makkelijk te begrijpen, geen voorkennis vereist) > Herkenning/identificatie.

•  Massale consumptie (het trekt een groot en breed publiek) > Cultuurindustrie met als doel geld verdienen.

Massamedia (gedrukte pers, radio, tv, film, internet) spelen een belangrijke rol in de massale verspreiding/reclame. > Reproduceren.


Slide 33 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Al voor de komst van de televisie werden massamedia ingezet om allerlei soorten informatie, ook over populaire cultuur, onder de aandacht van een groot publiek te brengen.

Noem drie massamedia die al bestonden voor de komst van de televisie.

Slide 34 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Leerdoelen
Tijdens de les 

- krijg je inzicht in het niveau van een juist antwoord
- krijg je inzicht in het ontstaan van de massacultuur
- ontdek je wat pop-art is 






Slide 35 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies



Maar wat voor een invloed hebben deze enorme maatschappelijke veranderingen op de kunstwereld?

Slide 36 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 37 - Video

Kijkvraag: 
In 1962 vond 'The New Realists' expositie plaats in een galerie in New York. Later werd deze kunst Popart gedoopt.

Slide 38 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Pop art 
Popart kenmerkt zich door
- onderwerpen uit de (populaire) consumptiemaatschappij: strips, reclame, verpakkingen van producten, popsterren 
- geen eigen handschrift; het is niet origineel
- (soms) vervreemding van het formaat
- Vaak een ironische ondertoon, commentaar op consumptiemaatschappij

Slide 39 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat zie je allemaal in de voorstelling van deze collage/poster?
Richard Hamilton - Just What Is It That Makes Today’s Homes So Different So Appealing?

Slide 40 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat zie je allemaal in de voorstelling van deze collage/poster?

Bodybuilder
Stofzuiger
Lolly
Tv toestel
Ingeblikte ham
Pin-up model
Maan op het plafond
Strip



Slide 41 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Eerste Pop-art kunstwerk
De objecten in deze collage komen stuk voor stuk voort uit populaire massamedia (reclames, strips, magazines) en karakteriseren het nieuwe moderne leven van die tijd.

De nieuwe populaire kunst moest volgens Hamilton voldoen aan een aantal eisen: het moest massaal kunnen worden geproduceerd, vergankelijk, vervangbaar, goedkoop, aansluiten bij het grote publiek, gericht zijn op de jeugd, geestig, sexy, publiciteitsgericht, glamoureus en ‘big business’.

Slide 42 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 43 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 44 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

is het nog uniek of bijzonder?
Gebruik beeldende vormgevingsaspecten
VORM, COMPOSITIE en  KLEUR om dit kunstwerk te beschrijven. 

Slide 45 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Bedenk zelf een kunstwerk à la Warhol 

Gebruik hiervoor beelden van alledaagse voorwerpen uit bv. de supermarkt of iets uit de populaire cultuur zoals popsterren. 
Dit mag je tekeningen of online maken door te knippen en te plakken.
Geef je werk een titel. 






Slide 46 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Leerdoelen
Tijdens de les 

- krijg je inzicht in het niveau van een juist antwoord
- krijg je inzicht in het ontstaan van de massacultuur
- ontdek je wat pop-art is 






Slide 47 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Bronnenopdracht

Slide 48 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 49 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies







Met de inrichting van de tentoonstelling 'The American Supermarket' in 1964 wordt verwezen naar de consumptiemaatschappij.

1. Noem aan de hand van de afbeelding twee verwijzingen naar de consumptiemaatschappij in de inrichting van de tentoonstelling.
2. Wat denk jij dat Warhol als betekenis had bedacht achter deze tentoonstelling?

Schrijf antwoord op papier. 
Samen of alleen.
timer
5:00

Slide 50 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Noem aan de hand van afbeelding 5 twee verwijzingen naar de consumptiemaatschappij in de inrichting van de tentoonstelling.
 twee van de volgende: ​
− de verkoop van grote aantallen (series) van hetzelfde product ​
− de stapeling van objecten/producten zoals in een supermarkt ​
− het aanprijzingsbordje in de vorm van een pijl ​
− de opstelling op (en onder) een schap 

Slide 51 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Kenmerken massacultuur
Laagdrempelig amusement (makkelijk te begrijpen, geen voorkennis vereist) > Herkenning/identificatie.

•  Massale consumptie (het trekt een groot en breed publiek) > Cultuurindustrie met als doel geld verdienen.

Massamedia (gedrukte pers, radio, tv, film, internet) spelen een belangrijke rol in de massale verspreiding/reclame. > Reproduceren.


Slide 52 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies