1vm Hoofdstuk 2 nakijken grammatica en zinnen

• Frans
• Middelbare school
• vmbo t
• Leerjaar 1

Eerst gaan we even kijken wat we nog weten... 

In de volgende dia's zie je woordjes, probeer ze uit je hoofd te vertalen. 

Wat betekent:
marcher

1. praten
2. vragen
3. lopen
4. binnenkomen

Maak de goede combinaties

Le pain au chocolat

La baguette

le magasin

l'argent

Le vêtement

het chocoladebroodje

het stokbrood

de winkel

Het geld

Het kledingstuk

Uit welke 2 woorden bestaat de ontkenning in het Frans?

Welke 2 zinnen staat in de ontkenning?
(dus met ne & pas?)

1. Je traille au supermarché
2. Je ne travaille pas au supermarché
3. je n'écoute pas la musique
4. J'écoute la musique

Nakijken opdracht 30 & 31

Opdracht 30A

1 = Nee, je vind het recept niet. 
2= Tu ne cherhces pas bien. 

Opdracht 30C & D

Deze zinnen waren ontkennend: 

2 Elle ne travaille pas dans une boulangerie = zij werkt niet in een bakkerij.

5 Ils ne parlent pas pendant le diner = ze praten niet tijdens het diner. 

6 Lisa ne mange pas de viande = Lisa eet geen vlees. 

Opdracht 31B

Opdracht 31B:

1 n'

2 n'

3 n'

4 ne 

5 n' 

Opdracht 31C 

De volgende persoonsvormen moest je onderstrepen:

1 prépare

2 dinez

3 regardes

4 ont

5 aime 

Opdracht 31D

1 elle ne prépare pas le déjeuner

2 vous ne dinez pas avec la famille

3 tu ne regardes pas le menu

4 ils n'ont pas beaucoup de bonbons

5 Paula n'aime pas le chocolat. 

Opdracht 31E

Wat Sammy lekker vindt =

Pizza en een crêpe met suiker

Wat Sammy niet lekker vindt = 

tomaten en friet. 

Au travail!

Maak opdracht 33 in je boek.